woensdag, december 6, 2023

basisonderwijs

Algemeen NieuwsbegripLesideeënNieuwsbegripOphelderen

Nieuwsbegrip – chronologische volgorde

In de Nieuwsbegriptekst van deze week ga ik praten met de kinderen over de chronologische volgorde in een tekst. Wat is dat eigenlijk en hoe kun je dat zichtbaar maken voor de kinderen. Bij de tekst van deze week kun je daarbij de opdracht met de tijdbalk die bij de vragen zit heel goed gebruiken.

Voorbereiding

Ter voorbereiding van deze les heb ik de opdracht van het verbinden van de tijd met de gebeurtenis in Word bewerkt en uitvergroot. Deze heb ik op A3 uitgeprint. (zie de foto’s om een idee te krijgen wat ik bedoel.)
Verder natuurlijk de tekst uitgeprint voor elke leerling en het Nieuwsbegrip jeugdjournaal klaargezet op het digibord.

chronologische volgorde

De les

Deze les zijn we voor de verandering begonnen met het kijken van het journaal. Zo weet iedereen waar het over gaat, en hebben ze een beeld bij wat in de tekst staat geschreven. Daarna lezen we samen de tekst en praten we erover.
Vervolgens maak ik m.b.v. de ijslollystokjes tweetallen. Deze tweetallen geef ik de opdracht om de tijdstippen die op het uitgeprinte worddocument staan te zoeken in de tekst. Ook bekijken ze dan wat er op dat moment gebeurt.
Hebben ze dit gedaan, dan krijgen ze de gebeurtenissen erbij. Deze knippen ze uit en leggen dit achter het goede tijdstip.
De kinderen komen er zo achter dat sommige momenten niet letterlijk in de tekst staan, maar op een andere manier wordt “verteld” in de tekst. Op deze manier leren de kinderen dus kritisch te lezen.

chronologische volgorde

In groep 7/8 bij de B-tekst werden alleen de tiijdstippen/jaartallen gegeven en moesten de kinderen zelf bijschrijven wat er op die momenten gebeurde.

Aan het einde van de les kun je dus in chronologische volgorde met de kinderen bespreken hoe het leven van Queen Elizabeth verlopen is.


Heb je al eens op mijn YURLS-pagina gekeken?

AlgemeenAlgemeen NieuwsbegripNieuwsbegrip

Nieuwsbegrip – een nieuw schooljaar

De eerste teksten van Nieuwsbegrip in het nieuwe schooljaar staan weer online. De eerste lessen na de zomervakantie is voor mij altijd een beetje een aftastlessen. Wat hebben ze vorig jaar aan begrijpend lezen gedaan, hoe werd de tekst behandeld, wat vinden ze van lezen etc.
Ik begin de eerste les daarom altijd met de vraag wat kinderen van lezen vinden. Dit levert altijd veel verschillende reacties op. Met de manier waarop wij op school met de Nieuwsbegripteksten omgaan willen we kinderen plezier in lezen geven. Het begrijpend lezen staat bij ons op een belangrijke plek in het onderwijs. Deze aanpak laten we ook terugkomen bij andere vakgebieden zoals bijvoorbeeld wereldoriëntatie

De eerste les Nieuwsbegrip in een nieuw schooljaar

Zoals ik al zei beginnen we met het praten over lezen. Daaruit kan al een leuk gesprek voortvloeien. Dan vertel ik dat we met de Nieuwsbegripteksten gaan werken en dat we elke week proberen dit op een andere manier te doen. De meeste kinderen bij ons op school weten dit al omdat we dit schoolbreed doen.
Daarnaast is het belangrijk om aan kinderen uit te leggen waarom het zo belangrijk is dat je begrijpt wat je leest. Je kunt dit doen aan de hand van dagelijkse voorbeelden, zoals wie kookt er wel eens en moet daarvoor een recept gebruiken. Misschien kunnen de kinderen zelf bedenken waarom het zo belangrijk is.

We Mogen Weer 2022We Mogen Weer 2022

De tekst

Dan beginnen we met de tekst. Dit doe ik in de eerste les vrij klassikaal. Aan de ene kant om goed aan de kinderen voor te doen hoe je een tekst aanpakt door middel van het modelen. Hierbij doe je hardop voor hoe je de tekst leest. Dit kun je in de handleiding van Nieuwsbegrip ook heel goed vinden hoe je dit moet doen.
Ik doe dit dus met de hele groep. Ik heb eeb combinatiegroep 5/6, dus ik kan het dan ook eerst zelf opstarten en een kind uit groep 6 het ook een keer laten doen, zodat groep 5 heel goed hoort dat zei het ook gaan leren het op deze manier te doen.

Afsluiting

Als afsluiting van deze les laat ik het het jeugdjournaal bij deze les zien. Dit doe ik meestal aan het einde van de les en niet aan het begin. Als je het aan het begin van de les laat zien weet ik uit ervaring dat de kinderen de tekst niet meer goed lezen omdat ze er al veel van hebben gezien op het journaal. Ze gaan dan bijvoorbeeld de vragen beantwoorden met de kennis die ze uit het journaal hebben. En dat is natuurlijk niet de bedoeling.

Ik hoop dat ik dit schooljaar weer veel leuke Nieuwsbegriplessen mag geven. Een verslag hiervan kun je weer vinden op de site en ik hoop dat jullie er veel plezier van mogen beleven. Heb je zelf plezier in het geven van Nieuwsbegriplessen, dan breng je dat over op de kinderen en zullen zij er ook plezier aan beleven! Ik post mijn lessen altijd op mijn facebookpagina, dus als je me volgt mis je ze niet!

Algemeen

5 spelletjes om de zelfbeheersing van kinderen te trainen

Je kent het allemaal wel. Je wilt iets vertellen in de klas, of er praten alweer wat kinderen doorheen of steken de vinger op terwijl je eigenlijk nog niets hebt gezegd.  Je zegt we gaan….. en de helft van je leerlingen staat al naast de stoel.  Nu gebruik ik hiervoor het woord van de dag, maar dit helpt natuurlijk niet bij alles. Vandaar dat ik hieronder enkele spellen benoem om de zelfbeheersing van kinderen te trainen.

Ballonnen hooghouden

Het enige dat je nodig hebt voor dit leuke spel zijn enkele ballonnen en een open ruimte. Plaats de kinderen in een kring en maak 2 teams. Eén Team 1 en één team 2.  Gooi de ballonnen in de kring. Roep “Team 1!” Alleen kinderen  van team 1 mogen op de ballonnen proberen (met de handen) hoog te houden. Schakel over naar team 2 en alleen kinderen van team 2 mogen de ballonnen hooghouden. Wissel dit om de 15 tot 25 seconden af.  De kinderen zullen echt moeten luisteren of het hun beurt is, en leren dat ze niet aan de ballonnen mogen komen als het hun beurt niet is.

Jenga

De langzame, gecontroleerde bewegingen die nodig zijn voor Jenga zijn geweldig voor het oefenen van zelfbeheersing! Wil je te snel dan valt de toren om. Ook de balans van de toren is erg belangrijk. Kinderen moeten echt even op de rem om dit spel te spelen. Zijn ze te snel of te druk dan gaat het niet lukken. Concentratie is bij dit spel erg belangrijk.

Spiegelen

Maak tweetallen  voor deze activiteit. Eén leerling zal de persoon zijn en één de spiegel. Het kind de spiegel is, moet de bewegingen, gezichtsuitdrukkingen, enz. van de ander nabootsen alsof ze een spiegel zijn. Ze moeten echt goed opletten en zich bewust zijn van hun lichaamsbewegingen!

Dansen en bevriezen

Voor dit spel heb je muziek nodig. Speel de muziek in een open ruimte (bijvoorbeeld de gymzaal of het speellokaal). De kinderen dansen terwijl de muziek speelt, en wanneer de muziek stopt, bevriezen ze. Je kunt ook afspreken dat ze een bepaalde pose aannemen. (door de hurken, op een been, in kleermakerszit, etc.) De kinderen moeten heel goed luisteren. Varieer in de tijd dat je muziek afspeelt. Dit kan 20 seconden duren, maar ook bijna een minuut. Zo leren de kinderen weer dei concentratie op te brengen om zich te focussen op de muziek.

Verkeerslicht

Dit spel lijkt een beetje op Annemaria Koekoek. Alle kinderen staan ​​aan één kant van de ruimte. Eén van hen of de leerkracht staat aan de andere kant van de ruimte en is het verkeerslicht. . Wanneer deze zegt: ‘Groen licht’, kunnen de kinderen beginnen te bewegen richting het verkeerslicht. Wanneer deze zegt: “Rood licht”, moeten de de kinderen bevriezen. Voeg een moeilijkheidsgraad toe door de vereiste bewegingen te wijzigen (springen, hinkelen, kikkersprongen etc.).

Groepsvorming

Deze spelletjes voor het trainen van zelfbeheersing van kinderen is ook heel goed voor de groepsvorming. Ideaal voor de gouden weken dus. Als je dus af en toe zo’n leuk tussendoortjes doet met de kinderen, sla je twee vliegen in ėén klap.

LesideeënSpeurneus

Speurneus Pasen

Jazeker, we hebben weer een speurneus gemaakt. Deze keer een Speurneus Pasen. Voor de hogere groepen was er al een Tekstlogica Pasen, maar voor de jongere kinderen is dit werkblad superleuk om te doen.

Speurneus Pasen

De naam zegt het al, we gaan met een speurneus op zoek naar van alles wat maar met Pasen te maken heeft. Pasen is het feest van nieuw leven. Hier kun je van alles bij verzinnen. In deze speurneus gaan we in een woordzoeker op zoek naar 20 woorden, gaan we in een doolhof op zoek naar een woord en maken we een stiptekening, deze keer met de letters van het alfabet.

Speurneus Pasen

De woordzoeker spreekt voor zich. De woorden naast de woordzoeker zijn te vinden horizontaal, verticaal maar ook diagonaal. In het doolhof begin je bij start, kom je een plaatje tegen, dan neem je daar de eerst letter van.  Als je uiteindelijk het doolhof verlaat heb je letters verzameld die samen een woord vormen. Ten slotte maken we nog een leuke tekening met de letters van het alfabet. Je begint bij de A en volgt het alfabet t/m de Z.

Heb jij nog leuke ideeën voor een speurneus? Laat het me vooral weten, dan gaan we ermee aan de slag. Tot nu toe zijn er vier speurneuzen gemaakt, maar ook verschillende tekstlogica’s in allerlei thema’s. Je vindt ze overzichtelijk op mijn Yurlspagina.

Het bestand

01 Speurneus – Pasen

 

 

 

.


 

KeuzekastSamenknap

Duimworstelen.

Duimworstelen. Een leuke tussendoor oefening die je leerlingen erg leuk zullen vinden.

Kinderen zitten erg veel stil in de klas. Bewegend leren is op dit moment een term die je veel tegen komt.
Beweging is heel belangrijk tijdens het leren, door middel van bewegen leg je verbindingen tussen je linker en de rechter hersenhelft en daarnaast onthoud je stof langer als je tijdens het leren beweegt.
Vooral voor jongens is het bewegen van belang. Jongens hebben over het algemeen een grotere bewegingsdrang dan meisjes.

Daarom is een potje duimworstelen ideaal om je leerlingen even fysiek met elkaar bezig te laten zijn en hun energie even op een andere manier in te zetten.

De spelregels.

Geef elkaar de linker- of rechterhand (meestal de voorkeurshand) en vouw de handen dicht).
Begin op een afgesproken signaal.
Probeer zo snel mogelijk jouw duim op die van de ander te krijgen.

Wanneer je de duim van de ander kan “vangen” onder jouw duim, dan heb je een punt.
De eerste met drie punten wint.

Tip onderbouw: maak er bij de onderbouw ‘duimtikkertje’ van. Kinderen krijgen om de beurt
de mogelijkheid om de duim van de ander te tikken (er bovenop te duwen).

Duimworstelen

Het bestand:

01 – Duimworstelen.

 

 

 

.


 

AlgemeenNieuwsbegripVerbanden / Verwijswoorden

Nieuwsbegrip – welke verwijswoorden zijn weg?

Nieuwsbegrip – welke verwijswoorden zijn weg? Vorige week weer geoefend met de verwijswoorden en welke vraag je hierbij kunt stellen. Deze week weer de verwijswoorden, maar nu heb ik er enkele verwijderd uit de tekst.

Voorbereiding

Ter voorbereiding heb ik de Nieuwsbegriptekst geopend in Word. Je kunt dan heel gemakkelijk de tekst bewerken. Ik heb er zeven verwijswoorden uitgehaald en deze vervangen voor nummers.  Dit is eigenlijk alles deze week.

welke verwijswoorden zijn weg

De les

De kinderen gaan deze week in tweetallen zelfstandig aan de slag. Dit omdat het de bedoeling is dat de kinderen proberen te ontdekken welke verwijswoorden er verdwenen zijn. Samen lezen, overleggen en bedenken welk woord mist er nu, wat zou er kunnen passen op deze plek. Welke verwijswoorden zijn weg?

Als ze dit gedaan hebben met de gehele tekst, laat ik ze het hardop voorlezen, of ik doe dit al terwijl ze bezig zijn.
Als je bij een tweetal ziet dat het niet lukt , of dat het mis gaat wil het hardop laten lezen van het betreffende stukje tekst nog wel eens werken. Ze horen dat wat er niet goed gaat.

Zodra dit gedeelte klaar is, zet ik de verwijswoorden die missen op het bord. De kinderen gaan dan kijken of deze verwijswoorden overeenkomen met wat ze zelf hebben ingevuld. Misschien klopt het helemaal, maar misschien ook niet. Heel leuk is om te zien dat ze er dan in discussie gaan dat het verwijswoord dat zij hebben in gevuld toch ook zou kunnen. Deze mogelijkheden zou je dan ook nog klassikaal kunnen bespreken.

Tot slot

Tot slot kun je nog de sleutelvragen behandelen die je in de handleiding van de Nieuwsbegriples kunt vinden en het Nieuwsbegrip jeugdjournaal bekijken.

Deze woorden heb ik uit tekst A (8 november 2021, denk twee keer na voor je iets deelt) van deze week gehaald: r 10 dat, r 11 Die, r 14 Hij, r 20 Ze, r 22 daar, r 28 ze en r 30 het.

Kijk voor mijn andere Nieuwsbegriplessen onder het tabblad: Nieuwsbegrip


Sint 2021Sint 2021

 

AlgemeenOnderwijsmaterialenReviews

Woordenschat oefenen met deze leuke oefenboeken

Woordenschat oefenen is heel belangrijk. Je bent hier eigenlijk altijd mee bezig. Kinderen vragen vaak wat bepaalde woorden betekenen, het komt altijd naar voren bij begrijpend lezen en wereldoriëntatie. Ook tijdens het kijken van het ochtendjournaal komen er veel woorden voorbij die uitleg nodig hebben. Voor het extra woordenschat oefenen zijn er de oefenboeken van Kidsweek. Drie oefenboeken, één voor groep 4. één voor groep 5/6 en één voor groep 7/8. 

Speelse manier

In de oefenboeken van Kidsweek oefenen de kinderen op een speelse manier met woordenschat.  In de boeken staan oefeningen die horen bij artikelen over het nieuws. Het zijn leuke opdrachten waarbij je soms moet tekenen, een rebus moet oplossen of woordvelden maakt. Ook zijn er moppen, puzzels en raadsels, wat het oefenen n deze oefenboeken extra leuk maakt.

Opbouw

In alle drie boeken is de opbouw hetzelfde, alleen is de moeilijkheid van teksten natuurlijk naar niveau aangepast.  Er zijn verschillende oefeningen met verschillende thema’s. Elke oefening gaat over een bepaald artikel uit het nieuws. Het is wel zo dat het onderwerpen zijn die je eigenlijk altijd kunt behandelen, en dus niet aan een bepaalde tijd zijn gekoppeld, anders zouden deze boeken snel gedateerd zijn.
Elke oefening begint met het doel, welke woorden er geleerd gaan worden. Dan wordt op verschillende manieren het onderwerp geïntroduceerd, waarna het artikel volgt. In het artikel staan er al woorden in een andere kleur gedrukt. Daarna worden de woorden duidelijk uitgelegd met behulp van bijvoorbeeld vergelijkingen, foto’s en woordparaplu’s. Allemaal heel duidelijk. Op een hele leuk maier volgen er dan oefeningen om met de woorden te oefenen. (op de foto zie je een voorbeeld uit het boek van groep 5/6)
Na enkele oefeningen volgt een quiz met de geoefende woorden.

woordenschat oefenen

Uitvoering

De werkboeken zijn mooi vormgegeven. De bladzijden zijn van stevig papier, en drukt als je erop schrijft niet door. Er zit een stevige kaft omheen zodat ze ook tegen een stootje kunnen als ze bijvoorbeeld in een laatje of vak worden bewaard bij andere spulletjes.

woordenschat oefenen

De oefenboeken woordenschat van Kidsweek zijn beschikbaar gesteld als recensie-exemplaar door Uitgeverij Unieboek | Het Spectrum bv.

AlgemeenOnderwijsmaterialenReviews

Notities maken met MOYU

Notities maken met MOYU. Als leerkracht ben je altijd bezig met notities maken. Bij mij is dat vaak even op een los papiertje. Dit raak ik dan weer kwijt of belandt als het niet mee nodig is in de prullenbak. Ik mocht deze keer het Premium boekje A5, het Ringbandboekje A5 en de Notepad A6 van MOYU uitproberen. Twee handzame boekjes en een notitieblok. Alle herschrijfbaar omdat de vulling is gemaakt met steenpapier.

Steenpapier

Het steenpapier voelt een beetje glad aan, maar is prima de beschrijven met de bijgeleverde pen van Frixion. Met het bijgeleverde doekje wis je datgene wat je hebt geschreven ook heel gemakkelijk weer uit, ook als het al een paar dagen geleden geschreven is. Steenpapier is een duurzame ontwikkeling in een boom-vrije papiersoort die hoofdzakelijk bestaat uit gemalen steen (Calcium Carbonaat). Tijdens de productie van steenpapier wordt er geen water en bleekmiddelen gebruikt.

Inhoud

notities met MOYUIn het Premium boekje en  het Ringbandboekje zitten gelinieerde bladzijden. Voorin zitten twee bladzijden voor een to-do-lijstje en een weekoverzicht, waar je belangrijke afspraken voor die week op kan schrijven. In de Notepad zit voorin ook een to-do-lijstje. Heel handig, als je iets hebt afgewerkt kun je het afvinken, maar ook gelijk wissen.
Het weekoverzicht kun je mooi op je bureau laten liggen en daar dingen even snel opschrijven die deze week belangrijk zijn. Bijvoorbeeld als een leerling wat later komt i.v.m. doktersbezoek o.i.d.

Je notities digitaliseren

Wat ik ook heel fijn vind is de mogelijkheid om je notities te digitaliseren. Je maakt een foto met je telefoon en met verschillende apps kun je dan deze notities digitaliseren. Als je dan per ongeluk een notitie hebt gewist, heb je hem altijd nog digitaal. Omdat wij op school veel met One Note werken gebruik ik hiervoor de app Office Lens. Je kunt hiermee je notities naar One Note sturen, maar ook opslaan in een Powerpoint, als Worddocument of PDF.

In dit Blog van MOYU lees je er meer over.

notities MOYU

Mijn mening

Ik vind de boekjes van Moyu heel fijn werken. Ze zijn erg handzaam. Er wordt een doekje bijgeleverd om je notities weg te vegen wat ook heel fijn werkt.  Het papier schrijft erg lekker. Ik ben zelf linkshandig. Het schrijven was voor mij geen probleem, omdat ik mijn hand onder wat ik schrijf doorga, maar als je als linkshandige door je eigen schrijfwerk heen gaat, wordt het wel een probleem. De bijgeleverde pen kun je met een houdertje aan het boekje klemmen. Hier kun je zelf voor kiezen omdat dit houdertje nog niet aan de boekjes bevestigt zijn.

Missie

DE missie van MOYU is: Papierverspilling tegengaan om zo bossen te redden en nieuwe ecosystemen creëren. 

MOYU bedankt voor het beschikbaar stellen van de recensie-exemplaren. Ben je nieuwsgierig geworden naar de artikelen van Moyu kijk dan op https://www.moyu-notebooks.com/

Je kunt ze ook bestellen bij Bol.com:

notities moyu

 

ReviewsVakliteratuur

Leerlijnen voor het basisonderwijs

Van nieuwleren.nl mocht ik het boek: Leerlijnen voor het basisonderwijs ontvangen. In dit boek wordt een overzicht gegeven van de leerlijnen voor de verschillende vakgebieden in het basisonderwijs. De doelen zijn heel concreet verwoord in de ik-vorm, zodat je er ook gelijk met je leerlingen mee aan de slag kunt gaan.

Werken vanuit leerlijnen

Werken vanuit leerlijnen komt steeds meer in de belangstelling. Op veel scholen wordt gewerkt vanuit de methode, maar men wil graag wat losser komen van de methode. Wil je dit doen, dan moet je wel een goed overzicht hebben van de leerstofdoelen. Met deze leerlijnen die beschreven staan in dit boek, heb je een heel goed overzicht van de doelen per groep, en weet je zeker dat je aan het einde van groep 8 alles behandeld hebt, als je deze kunt afvinken.

Je kunt natuurlijk ook helemaal de methode loslaten. Dan is ook dit boek een fijn naslagwerk. Wel kun je dan de methode als bron gebruiken.

Van daaruit kun je uiteindelijk helemaal werken vanuit leerlijnen. Dit moet echter wel een goed doordachte keuze zijn en door de hele school gedragen worden.

Werken zonder methode

Als de school besloten heeft volledig te gaan werken vanuit leerlijnen en de methode helemaal loslaat, kun je onderwijs op maat bieden. Door met leerlingen in gesprek te gaan kunnen ze hun eigen keuzes maken en reflecteren over hun voortgang. Als je kiest voor deze werkwijze is een overzicht van doelen een belangrijke voorwaarde, en dan is het boek Leerlijnen voor het basisonderwijs een heel mooi boek.

Leerlijnen voor het basisonderwijsReferentieniveaus

Sinds augustus 2010 is de Wet referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen van toepassing. Referentieniveaus zorgen dat het voorgezet onderwijs goed aansluit op het basisonderwijs. Het basisniveau 1F is het niveau dat kinderen aan het einde van de basisschool minimaal zouden moeten beheersen. Het doel ligt echter hoger en daarom zijn er 1S doelen voor rekenen en 2F doelen voor taal. Deze liggen hoger dan het 1F- niveau. Deze zijn in het boek dikgedrukt. Op www.leerlijnen.nl kun je verschillende artikelen vinden waarin dit verschil wordt duidelijk gemaakt.

Conclusie

Het boek Leerlijnen in het basisonderwijs is een boek wat ik zeker ga gebruiken. Wij zijn op school ons hierop aan het oriënteren en het compleet loslaten van methodes is een hele stap, maar daar zal dit boek ons zeker bij helpen.
Ook als je hier niet mee bezig bent is dit boek een fijn naslagwerk. Zeker als beginnende leerkracht, omdat je zo snel een overzicht hebt wat er per leerjaar aan de orde komt per vakgebied.

De vakgebieden waarvan de doelen in dit boek beschreven staan zijn: Rekenen, Taal, Engels, Natuur & techniek, Geschiedenis, Aardrijkskunde, Verkeer, Burgerschap, Digitale geletterdheid en Beeldende Vorming.

Met dank aan Maarten van der Steeg van Nieuwleren voor het beschikbaar stellen van een recensie-exemplaar.

 

StudieboekenStudieboeken

KeuzekastLesideeënOverig Taal/LezenTaal/lezenWoordknap

Woordjeszeeslag 2, laat de “woord”-bootjes zinken.

Woordjeszeeslag , voor groep 4 tot en met 6.

Woordjeszeeslag 2Na het grote succes van de eerste editie van zeeslag met woorden hebben we alweer een tweede editie gemaakt: Woordjeszeeslag 2
Voor de groepen 4 tot en met 6 heb ik voor elke groep 4 zeeslagkaarten gemaakt.
Op die manier zijn er per groep zo 6 combinaties te maken van het befaamde spel zeeslag.
Zeeslag niet met bootjes of onderzeeërs maar met woorden.

Raad de juiste woorden en laat deze “woord”-bootjes zinken.

Hoe het spel werkt?

De spelregels zijn heel eenvoudig.
In het bovenste”eigen” veld staan een aantal woorden en in het onderste veld moeten de leerlingen raden waar de woorden van de tegenpartij staan.
Door om de beurt een veldnummer te vragen kan de tegenpartij aangeven of er een letter op dat veld staat en welke letter dat is.
Als een leerling denkt dat hij alle letters van het woord heeft dan mag hij tijdens zijn beurt vragen of het het juiste woord is.
Is dit juist dan kan er een streep door dit hele woord gezet worden en is het “woord”-schip gezonken.
Degene die alle woorden zo snel mogelijk raad heeft natuurlijk gewonnen.

In de bestanden hebben we de zeeslagkaarten per groep gemaakt. Je kunt natuurlijk zelf kijken welke kaarten met welke woorden voor jou groep het meest geschikt zijn. Het is slechts een indicatie.

Woordjeszeeslag 2

De bestanden:

01 – Woordjeszeeslag 2 – groep 4.
02 – Woordjeszeeslag 2 – groep 5.
03 – Woordjeszeeslag 2 – groep 6.


Sieraden en accessoires - NLSieraden en accessoires - NL

DownloadsGetalknapKeuzekastLesideeënoverig rekenenRekenen

Bloempot optellen, sommen tot en met 10

Met bloempot optellen oefen je sommen tot en met 10.

Er zijn talloze manieren te vinden op het internet om sommen te oefenen.
Zo vond ik ook deze bloempot optellen tot en met de 10.
De eenvoudigste optelsommen waar onze beginnende rekenwondertjes mee kunnen oefenen. Dat kan met dit spel op twee manieren waardoor het niet alleen individueel te maken is, maar ook met meerdere leerlingen.

Later is deze memory ook heel goed te gebruiken voor kinderen die het automatiseren maar niet onder de knie krijgen. Voor deze kinderen is afwisseling heel belangrijk. Op zo veel mogelijk manieren oefenen met sommen tot tien.

 

Waar bestaat deze oefening uit?

Eenvoudig. Er zijn 12 sommen en zo ook twaalf antwoorden.
De sommen staan op kaartjes met een mooie bloem in een pot en de antwoorden op twaalf kaartjes met een gieter.
Doel van het spel is dan ook om de juiste bloemen in een pot bij de juiste gieter te vinden.

bloempot optellen

Daarnaast is het spel ook als memory te spelen.
Schud alle kaartjes door elkaar en leg ze met de afbeelding naar beneden op tafel.
Elke leerling mag twee kaartjes omdraaien, kijken wat de som is en eventueel een antwoord.
Matchen de som en het antwoord dan mag hij of zij deze kaartjes oppakken.
Diegene die de meeste kaartjes heeft aan het eind heeft gewonnen.
Enfin, iedereen kent de spelregels wel van memory.

Het bestand :

bloempot-optellen-tot-10

Uiteraard is het verstandig om de kaartjes te lamineren voor gebruik. Maar verplicht is het niet.

 

 

 

Lees ook eens dit boek: Rekengesprekken voeren

 

 


Back 2 School - NL

Algemeen

Provinciale Statenverkiezingen 2019. Wat vinden de partijen over het onderwijs?

De Provinciale Statenverkiezingen 2019 komen er aan en op woensdag 20 maart is het weer tijd om te gaan stemmen.
Maar op wie moet je nu stemmen ? Welke partij of persoon ?
Om een beetje een inzicht te krijgen in de standpunten van de bekende partijen omtrent het basisonderwijs hebben we ze opgezocht.
Natuurlijk zijn er bij de Provinciale Statenverkiezingen 2019 ook veel lokale partijen actief, en is het goed om ook die standpunten door te nemen voordat je een keuze maakt.

De grote landelijke partijen :

CDA.

Het CDA wil graag de pluriformiteit in het aanbod van basisscholen behouden en willen voor alle kinderen thuisnabij onderwijs beschikbaar houden. Het CDA maakt zich sterk voor een sterke ouderbetrokkenheid en de inzet van vrijwilligers, zodat leraren zich kunnen richten op het verzorgen van lessen.

Salaris en werkdruk
Het kabinet investeert fors in de aantrekkelijkheid van het onderwijs. Voor hogere salarissen trekt het kabinet jaarlijks 270 miljoen euro uit. Om de werkdruk in het onderwijs aan te pakken komt er jaarlijks 450 miljoen euro bij. Hiervan kunnen klassen worden verkleind of conciërges en ander ondersteunend personeel worden aangesteld. In de lerarenopleiding komen specialisaties die zich specifiek richten op het lesgeven aan jongere en oudere kinderen, én op het vakgericht lesgeven in het beroepsonderwijs.

Vrijwilligers in het onderwijs
Het CDA vindt vrijwilligers van onschatbare waarde, ook in het onderwijs. Om hen te helpen krijgen vrijwilligers die werken met mensen in een afhankelijkheidssituatie voortaan een gratis Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) als zij die aanvragen. Ook verhoogt het kabinet de maximaal onbelaste vrijwilligersvergoeding.

Passend onderwijs
Ieder kind heeft recht op onderwijs om zich maximaal te ontplooien, ook als daarvoor extra zorg of ondersteuning nodig is vanwege een beperking, hoogbegaafdheid of wat dan ook. Het kabinet wil het aantal thuiszitters fors beperken door verzuim vroeger te signaleren en aan te pakken, en samenwerkingsverbanden van scholen een wettelijke verplichte doorzettingsmacht te bieden.

Voor meer informatie CDA

Christen-Unie.

Het onderwijs dat je geeft, is bepalend voor het land dat je bouwt. Onderwijs biedt kansen en perspectief. Nederland heeft dankzij de onderwijsvrijheid een wereldwijd uniek en sterk onderwijssysteem, met een grote diversiteit aan scholen. Ouders kunnen kiezen voor het onderwijs dat aansluit bij de opvoeding en levensovertuiging. De ChristenUnie staat pal voor de vrijheid van onderwijs.

De ChristenUnie wil investeren in de toekomst van onze kinderen en kleinkinderen.

  • Scholen in krimpregio’s. De ChristenUnie wil investeren in de kwaliteit van onderwijs in krimpregio’s. Van scholen wordt verwacht dat zij samen zoeken naar toekomstbestendige oplossingen, maar de vrijheid voor eigen keuzes blijft overeind.
  • Achterstanden bestrijden voor gelijke kansen. De ChristenUnie wil investeren in onderwijs aan leerlingen uit kansarme milieus en vluchtelingenkinderen. Het is belangrijk dat kinderen de Nederlandse taal leren, maar ook leren over onze cultuur, waarden, rechtstaat en democratie.
  • Uitval voorkomen. Een goede begeleiding van de overgang naar een volgende school, omdat het risicomomenten zijn voor schooluitval en leerproblemen.
  • Geen kleutertoets in het basisonderwijs en geen schoolplicht tot 4 jaar. Scholen worden niet verplicht tot Integrale Kindcentra.
  • Terugkeer van de maatschappelijke stage, zodat leerlingen kennis kunnen maken met vrijwilligerswerk en het beroepenveld. De maatschappelijke stage bevordert goed burgerschap en maatschappelijke verantwoordelijkheid.
  • Ruimte en ontwikkeling. Leraren en schoolleiders hebben de sleutelrol in het opleiden van leerlingen en studenten. Goed leiderschap met oog voor identiteit, weerbaarheid en diversiteit van het onderwijsteam is cruciaal. Wij investeren in ruimte en ontwikkeling voor leraren en schoolleiders. Onderwijsteams worden sterker door bijscholing, coaching en begeleiding, in het bijzonder voor startende leerkrachten.
  • Meer meesters en leerkrachten uit minderheidsgroepen in het basisonderwijs. De pabo wordt beter ingericht voor vrouwen én mannen, door een grotere diversiteit en vrijheid in lesmethodes en onderwijspedagogiek.
  • Zijinstroom wordt bevorderd, om meer mensen met praktijkervaring voor de klas te krijgen.
  • Extra geld voor kleine scholen

Voor meer informatie Christen-Unie

D66.

Goed onderwijs en kansen voor kinderen begint bij de basis. Door de komst van passend onderwijs is er sprake van grotere verschillen tussen leerlingen in de klas. Dat vraagt om maatwerk. Dat kunnen we alleen bieden als er voldoende handen in de klas zijn.

Besteed onderwijsgeld aan onderwijs

Geld voor onderwijs moet allereerst terecht komen waar het hoort: in de klas. Kosten voor management en huisvesting moeten worden beheerst en in sommige gevallen fors worden teruggebracht. Als een opleiding niet voldoet aan een goede balans tussen onderwijs en overhead, dient de school dit te verantwoorden.

Minder bureaucratie op school

Een betere kwaliteit en positie van leraren vraagt om een professionelere school met meer tijd en ruimte voor onderwijs. D66 wil dat gediplomeerde docenten zo veel mogelijk uren besteden aan onderwijzen, in plaats van aan door “Den Haag” opgelegde overbodige vergaderingen, voorschriften en rapportages. D66 wil af van rigide urennormen. Meer lesuren betekent namelijk niet automatisch dat de kwaliteit van het onderwijs ook hoger wordt. De kwaliteit van het onderwijs is wél gebaat bij professionele leraren die maatwerk bieden voor individuele leerlingen. De leraren moeten hiervoor ruimte en vertrouwen krijgen. Daarom dient de overheid terughoudend te zijn in het opleggen van nieuwe regels die rapportageverplichtingen met zich meebrengen. Bestaande verplichtingen moeten worden heroverwogen. Zodra de kwaliteit achterblijft en een school zwak presteert, grijpt de overheid in en stelt ze eisen aan bijvoorbeeld de onderwijstijd.

Toezicht

Een onderwijsinspecteur is voor D66 ook een onderwijsprofessional. D66 wil een inspectie die op de school toezicht houdt en oordeelt zonder te verzanden in micro-rapportages en het beoordelen per spreadsheet. De inspectie moet toezicht houden op de basiskwaliteit. Die moet solide zijn. Om een bewuste schoolkeuze mogelijk te maken moet de onderwijsinspectie de prestaties van scholen inzichtelijk, vergelijkbaar en vrij herbruikbaar online publiceren.

D66 wil in het basis-, voortgezet en beroepsonderwijs de kwaliteitsnormen vastleggen en verhogen. Zeer zwakke basisscholen zijn onacceptabel. Deze moeten binnen één jaar sterk verbeterd zijn. Om sluiting te voorkomen wil D66 dat een zwakke school onder curatele wordt gesteld. Ook voor andere opleidingen, zoals in het voortgezet onderwijs, het MBO, HBO en WO, wil D66 vergelijkbare eisen. Als zo’n opleiding na een jaar niet is verbeterd, mag ze geen nieuwe studenten aannemen.

Geen Haagse toetsen en normen

D66 ziet toetsen als middel, niet als doel. Dat laatste leidt namelijk tot perverse prikkels zoals het niet aannemen van leerlingen die om misschien hele goede redenen lager scoren dan het gemiddelde. Het leidt er ook toe dat leerlingen bedreven raken in het maken van toetsen, in de plaats van dat ze bijvoorbeeld beter leren rekenen. D66 heeft scherpe kritiek op de bestaande rekentoets. De toets staat vol met verhalende rekensommen, waardoor het meer een taaltoets dan een rekentoets is. Om leerlingen beter te leren rekenen, moet vooral geïnvesteerd worden in rekenonderwijs in het primair onderwijs en in de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Hierbij horen ook investeringen in het rekenonderwijs op de lerarenopleidingen.

Beloon onderwijskwaliteit en lagere schooluitval

Schooluitval laat kostbaar talent onbenut, schaadt de persoonlijke ontwikkeling en is slecht voor de kenniseconomie. Door onder andere ouders meer te betrekken en te zorgen voor goed onderwijs in goede schoolgebouwen dringen we schooluitval terug. D66 wil instellingen belonen die zich onderscheiden door een hogere onderwijskwaliteit en minder uitval.

Versimpel de relatie tussen scholen en de overheid

De onderwijswereld is te ingewikkeld georganiseerd. Met een ministerie, veel semi-overheidsinstituten, verenigingen en koepelorganisaties. Volgens D66 kan dit simpeler. Een dergelijke versimpeling leidt tot meer vrijheid, minder regeldruk en minder rapportages voor scholen en instellingen. Een directere relatie tussen onderwijs en gemeente, regio en Rijk leidt ook tot meer flexibiliteit en een snellere afstemming over (lokale) behoeften. D66 wil heldere afspraken over kwaliteit tussen overheid en onderwijsinstellingen waar vervolgens de inspectie op toeziet. Hierdoor kunnen het aantal semi-overheidsinstituten en de bijkomende kosten worden teruggebracht.

Maak fusies aantrekkelijk

Scholen moeten niet te groot, maar ook niet te klein zijn. Basisscholen met te weinig leerlingen hebben vaker een lagere onderwijskwaliteit, terwijl ze per leerling drie keer duurder zijn dan een gemiddelde school. Voor kleine scholen is het nu nog financieel ongunstig om te fuseren. D66 vindt dat dit aantrekkelijker moet worden. Ook moet samenwerking tussen kleine scholen in krimpregio’s worden aangemoedigd. Ook moet het mogelijk zijn dat openbare en bijzondere scholen fuseren.

Passend onderwijs

D66 is een voorstander van passend onderwijs waarbij elk kind een passende plek binnen het onderwijs krijgt. De uitvoering scoort op dit moment echter nog onvoldoende. Doordat er grotere verschillen zijn tussen leerlingen, maar het aantal leerlingen in de klas hetzelfde is gebleven of zelfs is toegenomen, krijgen niet alle leerlingen de aandacht die ze nodig hebben. Leraren hebben te maken met extra werkdruk. Ook weten ouders vaak niet waar ze aan toe zijn en worden ze van het kastje naar de muur gestuurd. Om passend onderwijs tot een succes te maken is voldoende begeleiding in de klas nodig. Ook moeten klassen kleiner worden gemaakt. D66 heeft eerdere bezuinigingen op passend onderwijs teruggedraaid. Daarbij blijven we pleiten voor meer handen in de klas. Ook wil D66 dat er een oplossing komt voor de thuiszitters. Wat D66 betreft komt er een leerrecht in plaats van een leerplicht: elk kind heeft recht op onderwijs.

Voor meer informatie D66

Groenlinks

GroenLinks wil kansrijk onderwijs met scholen waarin kinderen opgroeien tot zelfbewuste en nieuwsgierige volwassenen die vol zelfvertrouwen hun weg vinden in de moderne samenleving. Dat begint al op de basisschool. Juffen en meesters krijgen meer tijd om goed onderwijs te geven, dankzij meer kleinere klassen, minder bureaucratie en klassenassistenten voor complexe klassen. GroenLinks wil meer ‘brede scholen’: basisscholen die ook voor- en naschoolse activiteiten organiseren.

Meer individuele begeleiding

Leraren moeten meer tijd krijgen voor lesgeven en individuele begeleiding. De werkdruk moet daarvoor omlaag. GroenLinks wil daarom dat basisscholen klassen kunnen verkleinen en dat klassenassistenten kunnen worden aangenomen Leraren in het basisonderwijs verdienen gemiddeld flink minder dan collega’s in het voortgezet onderwijs. GroenLinks vindt dat vreemd omdat het basisonderwijs net zo belangrijk is. Daarom wil GroenLinks dat leraren makkelijker kunnen doorgroeien naar hogere salarisschalen, zodat topleraren voor de klas blijven staan. Dit kunnen bijvoorbeeld leraren zijn met bepaalde specialismes, veel ervaring hebben of zich bezighouden met onderwijsvernieuwing.

Brede scholen

GroenLinks wil dat de basisschool en de buitenschoolse opvang worden bij voorkeur georganiseerd in een brede school. Op deze brede scholen krijgen kinderen niet alleen les, maar is ook ruimte voor spelen, sport, natuur en cultuur. We stimuleren de samenwerking van de kinderopvang, peuterspeelzaal, voorschoolse educatie en de brede school op één plek in kindcentra. Dit wordt zowel financieel als in regelgeving gestimuleerd. Ouders hoeven kinderen niet steeds van de ene naar de andere plek te brengen. Keuzevrijheid voor ouders in het schooltype blijft gewaarborgd.

Voor meer informatie GroenLinks

Miljoenen artikelen

PVDA

Beter onderwijs loont. Niet alleen omdat het aan de basis ligt van ontwikkeling, burgerschap en emancipatie, maar ook omdat een diploma je later de grootste kans biedt op een goede baan.

Onderwijs is de sleutel tot het welzijn van de samenleving

De Partij van de Arbeid vindt het van groot belang dat iedereen het allerbeste onderwijs krijgt en zo ook het allerbeste uit zichzelf kan halen. Daarvoor hebben we goede scholen, bekwame leraren en betrokken ouders nodig, zodat we met alle betrokkenen ons onderwijs naar een nog hoger niveau kunnen brengen.

Onderwijs is niet alleen de sleutel tot persoonlijke ontwikkeling maar ook tot voorspoed en welzijn van de samenleving als geheel. Om bij de beste economieën van de wereld te blijven, willen wij dat ons land uiterlijk over tien jaar de best opgeleide beroepsbevolking ter wereld heeft. Dit vraagt hoge eisen aan de kwaliteit van ons onderwijs, in het bijzonder het beroepsonderwijs. De Partij van de Arbeid wil daarom miljarden extra investeren in onderwijs. Tegelijkertijd zet de pvda zich in voor meer invloed van ouders, leerlingen, studenten en docenten op onderwijsinstellingen, en voor het streven naar toegankelijkheid en gelijke kansen. In de afgelopen kabinetsperiode is al veel extra geld beschikbaar gekomen voor onderwijs en dat wil de pvda graag voortzetten.

Onderwijs is cruciaal in de vorming van kinderen en jongeren. Zij moeten alle kansen krijgen om zich kennis en vaardigheden eigen te maken, en hun persoonlijkheid, hun wereldbeeld en hun interesses te vormen. Een gunstige, inspirerende start werkt een leven lang door. Ouders en verzorgers hebben hierin een grote verantwoordelijkheid, en daarnaast is het onderwijs van onschatbare waarde.

Flexibel onderwijs

Het ene kind ontwikkelt zich sneller dan het andere, doordat talenten uiteenlopen maar ook doordat de sociaaleconomische achtergrond per kind verschilt. In het gehele onderwijs moeten we dan ook de hindernissen wegnemen voor kinderen die met een achterstand beginnen, en recht doen aan ‘laatbloeiers’ die in een ander tempo leren dan gemiddeld. Behalve kennisoverdracht en cognitieve ontwikkeling moeten ook persoonlijke, sociaal-emotionele ontplooiing en burgerschap deel uitmaken van het onderwijs. Dit vereist uitstekend onderwijs voor iedereen, juist ook voor kinderen die van huis uit minder meekrijgen, en juist ook in de meest kwetsbare wijken. Zo draagt het onderwijs bij aan de vorming van zelfstandige en autonome burgers die volwaardig aan de samenleving kunnen deelnemen.

Investeren in leraren

De Partij van de Arbeid wil investeren in het vak van leraar en docent om het beste onderwijs mogelijk te maken. De Partij van de Arbeid wil dat leerkrachten meer ruimte en tijd geven om les te geven vanuit hun professionaliteit en passie, en ook meer waardering en een betere beloning. Goed onderwijs vergt ook functionele en aantrekkelijke onderwijsgebouwen, waar leerlingen zich thuis voelen en gestimuleerd worden.

Vakkennis blijft de kern van het beroepsonderwijs, terwijl in de huidige, dynamische arbeidsmarkt daarnaast ook steeds meer algemene vaardigheden zijn vereist. Die moeten in de opleidingen dan ook meer aandacht krijgen. Het hoger onderwijs leidt op voor de arbeidsmarkt, maar vormt studenten ook tot breed geïnteresseerde en betrokken burgers. Talent en motivatie moet leidend zijn bij de vraag of een student toegelaten wordt tot het hoger onderwijs, niet het inkomen of opleidingsniveau van de ouders. Selectie is alleen in bijzondere gevallen (conservatorium bijvoorbeeld) acceptabel. Er komt een recht op een toets van de persoonlijke omstandigheden bij de aanmeldprocedure.

Voor meer informatie PVDA.

Partij voor de Dieren

Goed en toegankelijk onderwijs vormt het fundament van een vrije, democratische samenleving. Een samenleving bloeit alleen als iedereen, ongeacht zijn of haar afkomst, de kans krijgt zich te ontwikkelen en de opleiding te volgen die past bij zijn of haar vermogens. Toegankelijkheid van het onderwijs is een kernwaarde die te allen tijde onze verdediging verdient – en sinds de afschaffing van de basisbeurs zelfs weer moet worden bevochten.

  • 100% biologische schoolkantines
  • Bezuinigingen passend onderwijs
  • Cultuur- en muziekeducatie vaste plek in onderwijs
  • Duurzaam en gezond onderwijs
  • Duurzaam onderwijs op basis- en middelbare school
  • Een verplichte maatschappelijke stage
  • Extra investeren in natuur- en milieueducatie
  • Goede kaders voor thuisonderwijs
  • Leerling centraal in onderwijs
  • Onafhankelijke wetenschap
  • Studeren betaalbaar en toegankelijk maken
  • Voorlichting over LHBTI

Dit zijn allemaal standpunten van de Partij voor de Dieren die verder uitgelegd worden op de website.

Dus voor meer informatie Partij voor de Dieren.

PVV

Het vrijheidsideaal van Partij voor de Vrijheid is leidend voor de manier waarop wij willen dat het onderwijs in Nederland wordt verbeterd.

Dat ideaal is voor de pvv plannen richtinggevend op de volgende wijzen:

  • ieder kind heeft er recht op om tot een vrije volwassene uit te groeien. Die vrijheid kan alleen tot wasdom komen, als het kind zo goed mogelijk wordt toegerust om de wereld om hem heen te begrijpen en zo goed mogelijk keuzes te maken om zijn weg in het leven te bepalen. Daarmee is gegeven dat het doel van het onderwijs is om het kind tot een daadwerkelijk vrije volwassenheid te laten ontplooien.
  • de opzet en inrichting van het onderwijs mag uitsluitend aan dat ideaal van ontwikkeling tot vrijheid ten dienste staan. Het onderwijs mag niet in dienst staan van ambtenarij en regelzucht, van het onderwijzend personeel, van de ouders, van het bedrijfsleven en zeker niet van stromingen die de mens tot geestelijke onderwerping willen brengen. Het onderwijs dient alleen tot de vrije ontwikkeling en ontplooing van het kind.
  • alles wat in het huidige onderwijs in de weg staat aan de optimale ontplooing van het kind tot een mens dat in vrijheid zijn keuzes kan maken, dient te worden opgeruimd. De aanpak daarbij moet doortastend zijn.

Het kennisniveau van leerlingen en van nieuwe docenten is bedroevend laag.
De leraren worden in hun werk beknot en belemmerd door bijna onbegrensde Haagse bemoeizucht maar ook door het gebrek aan elan waarmee Den Haag het onderwijs tegemoet treedt. Erkenning van en respect voor de mensen die in het onderwijs werken, is hollend achteruit gegaan. De status en de aantrekkelijkheid van het beroep van leraar is door de overheid ondergraven op een weergaloze manier.
Goede onderwijsvormen gericht op de verscheidenheid van onze jeugd, zijn vervangen door een eenheidsworst die slechts weinigen goed smaakt. Er zijn veel vroegtijdige schoolverlaters en de overheid begrijpt maar niet hoe dat nou toch zo gekomen is.
De leerlingen worden niet goed voorbereid op wat de arbeidsmarkt van hen verlangt.
Begrippen als discipline, doelgerichtheid, vasthoudendheid, voorkomendheid en doorzettingsvermogen – die voor succes in het leven essentieel zijn – worden door het onderwijs (maar ook door sommige ouders) nauwelijks aan de kinderen bijgebracht.
Een deel van de jeugd van allochtone herkomst raakt gevangen in onderwijs dat is besmet met het onontwikkelde wereldbeeld van uit de woestijn geplukte imams en de ideologie van madrassageleerden.

Voor meer informatie PVV.

SGP.

Basis- en voortgezet onderwijs

Leerlingen die extra zorg nodig hebben, krijgen dat zoveel mogelijk binnen de context van het reguliere onderwijs. Voor gevallen waarbij het voor de betreffende leerlingen beter is om niet binnen het reguliere onderwijs mee te draaien, moeten voldoende plaatsen in het speciaal onderwijs beschikbaar zijn. Indicatiestelling en zorgverlening voor zorg en onderwijs dienen zo spoedig mogelijk geïntegreerd te worden.

Het basis- en voortgezet onderwijs is van fundamentele betekenis voor de vorming en ontwikkeling van kinderen. In het onderwijs moet zoveel mogelijk worden aangesloten bij de capaciteiten en aanleg van de kinderen. Tegelijk blijft onderwijs in groepsverband van grote (sociale) betekenis. In het onderwijs moet veel aandacht worden besteed aan basisvaardigheden als taal en rekenen. Ook dient er een royaal ruimte te zijn voor vormende vakken, zoals godsdienst, geschiedenis en media-educatie. Waarden en normen verdienen in het gehele onderwijs veel aandacht en fatsoensnormen moet strikt gehandhaafd worden.

Het is belangrijk dat de keuze voor vmbo, havo en vwo in de brugklas niet te snel wordt gemaakt. Het betekent echter niet dat deze keuze in alle gevallen pas na twee jaar gemaakt moet worden.

De overheid moet voor allerlei interessante en belangrijke thema’s, zoals het omgaan met de natuur of programmeren, niet meteen nieuwe vakken verplichten. Het is aan scholen om te kijken of en hoe dit in het onderwijsaanbod gestalte kan krijgen.

Voor meer informatie SGP.

SP.

Kinderen hebben recht op goed onderwijs. Leren is wat de SP betreft meer dan rekenen en taal. We willen onze kinderen goed voorbereiden op de samenleving. Dat betekent voldoende aandacht voor rekenen en taal, maar ook voor muziek, kunst en cultuur en het leren omgaan met verschillen.

Veel leerkrachten in het basisonderwijs hebben te maken met een hoge werkdruk en grote klassen. Door investeringen kan de werkdruk verlaagd worden. Daarnaast wil de SP werk maken van kleine klassen. Op die manier krijgen alle leerlingen voldoende aandacht.

Standpunten van de sp :

  • Basisonderwijs en voortgezet onderwijs: Meer vertrouwen in docenten
  • Voor integratie: niet apart, maar samen
  • Maak van de kinderopvang een publieke voorziening
  • Kleine klassen
  • Bestrijd laaggeletterdheid, investeer in bibliotheken
  • Gelijke kansen: onderwijs als emancipatiemotor
  • Geld voor leraren en niet voor prestigeprojecten
  • Het niveau van de lerarenopleidingen gaat omhoog
  • Het zogenaamde ‘passend onderwijs’: Speciaal onderwijs moet toegankelijk blijven
  • Meer bewegen houdt mensen langer gezond
  • Werkdruk docenten moet worden aangepakt

Voor meer informatie SP.

Miljoenen artikelen

VVD.

Basisscholen en voortgezet onderwijs

De belangrijkste taak van basisscholen en middelbare scholen is om ieder kind een basisniveau te geven. Daarbij is er voortdurende aandacht voor taal en rekenen. Wie niet kan lezen, schrijven en rekenen, heeft namelijk niet de vrijheid om zijn eigen keuzes maken. Het rekenonderwijs, dat wordt afgesloten met het rekenexamen, leert kinderen om rekenen in het dagelijks leven te gebruiken. En als het taalonderwijs vanaf dag 1 goed is, kunnen we laaggeletterdheid bestrijden. De basis van het lesprogramma moet dus op orde zijn, maar daarbuiten krijgen scholen meer vrijheid om zelf te kiezen welke vakken zij aanbieden.

De basisschool en de middelbare school zijn de ideale plaats voor kinderen om hun talenten te ontdekken en te ontwikkelen. Wij staan erop dat ieder kind naar de juiste schoolsoort (vmbo, havo, vwo) kan gaan. Regio’s waar dat door bevolkingskrimp moeilijk is, krijgen daarom meer ruimte om samen te werken. Als de eindtoets en de docent een verschillend schooladvies geven, is het hoogste advies leidend. Zo krijgt ieder kind de kans het beste uit zichzelf te halen.

Veel kinderen gaan nu al naar de basisschool als ze 4 jaar zijn. Kinderen die dat niet doen, kunnen een achterstand oplopen. Daarom willen wij de leerplicht verlagen naar de leeftijd van 4 jaar.

Voor meer informatie VVD.

50 Plus.

In het primair onderwijs wil 50PLUS de klassen verkleinen en het aantal lesuren per leerkracht verlagen. De positie, de beloning en het gezag van onderwijzers en leraren moet worden versterkt. Scholen moeten kunnen beschikken over voldoende ondersteunend personeel dat indirecte taken zoals schoonmaakklussen en administratie kan overnemen van docenten. Op die manier kunnen leerkrachten meer aandacht besteden aan de leerling. 50PLUS is geen voorstander van het ‘passend onderwijs’.

Zowel in het basis- als in het voortgezet onderwijs voor alle leerlingen minimaal vijf uren per week sport, zwemmen en gymnastiek.

Voor meer informatie 50PLus.

 

 

Denk

Het onderwijs stelt individuen in staat om hun talenten te ontplooien, waardoor het onderwijs van nu de toekomst van morgen is. Voor DENK is het van belang dat die toekomst voor iedereen dezelfde mogelijkheden biedt, ongeacht de afkomst, de grootte van de portemonnee of de opleiding van de ouders.
DENK wil daarom maatregelen nemen om iedereen in het onderwijs gelijke kansen te bieden.
Kinderen die zicht hebben op een hoger schooladvies, moeten de kans krijgen om zich ook op een hoger niveau te bewijzen. Jongeren die geen stageplek kunnen vinden, krijgen een stagegarantie.
En het leenstelsel verdwijnt, omdat het van studeren een privilege maakt.

Voor meer informatie DENK (Let op. Is een pdf.).

Forum voor Democratie.

Forum voor Democratie wil een aantal oplossingen om het onderwijs te verbeteren:

FvD wil:

  • Meer aanzien voor het vak door betere salariëring, minder papierwerk en meer autonomie.
  • Behoud bijzonder onderwijs (art. 23), maar zeer strenge waarborgen op kwaliteit.
  • Basisonderwijs naar Fins model – het meest succesvolle basisonderwijs ter wereld, waar onderwijs op maat wordt geboden aan élk kind, en waar volop tijd en ruimte bestaat voor creatieve vakken én voor persoonlijke ontwikkeling.
  • Versoepeling Wet Passend Onderwijs: niet alle kinderen zijn gebaat bij een oplossing in een reguliere basisschool. Aan leerkrachten worden daardoor soms onmogelijke eisen gesteld, terwijl het bovendien ten koste gaat van de kwaliteit in de klas.
  • Makkelijker maken om afscheid te nemen van niet-presterende leerkrachten; ook om ervoor te zorgen dat scholen weer vaste contracten aan docenten durven aan te bieden.
  • Prioriteit voor onderwijzend personeel bij toewijzing sociale woningen in de grote steden.
  • Meer aandacht voor praktijkles en ambacht in het MBO.
  • Colleges van universiteiten komen zoveel mogelijk online beschikbaar voor iedereen zodat geïnteresseerden ook online hun kennisniveau kunnen opschroeven.
  • Herinvoeren basisbeurs voor studenten.
  • Geen output- maar input-financiering, gecombineerd met strenge selectie aan de poort.
  • Landelijke, centrale toetsing aan het eind van elke HBO-opleiding.
  • Grondige sanering Ministerie van Onderwijs.
  • Terugdringen macht van politieke partijen in de (lokale) aansturing van het onderwijs.
  • De grotere uitgaven in het onderwijs willen we onder meer financieren door beter en effectiever om te gaan met de besteding van het ontwikkelingshulp budget.

Voor meer informatie Forum voor Democratie.

Conclusie :

Elke partij heeft een heleboel standpunten over het onderwijs en zeker over het basisonderwijs.
Veel standpunten komen overeen. Klassenverkleining, salarisverbetering en ga zo maar door.
Ook zijn er even zoveel standpunten die van elkaar afwijken.
Het is lastig om alle informatie tot je te nemen om een keuze te maken.
Hopelijk is deze informatie die we hebben gezocht daarbij behulpzaam geweest.

Miljoenen artikelen

Algemeen

Bucketlist voor leerkrachten

bucketlist voor leerkrachtenWe hebben denk ik allemaal wel een bucketlist.  Zo’n lijst van dingen die je nog wilt doen in je leven of welke doelen je wilt halen. Zo’n lijst die regelmatig verandert, waar dingen bij komen, maar ook dingen afgaan, omdat je ze gedaan hebt of niet meer van toepassing zijn.

Laatst kwam ik ergens op een Engelse site een bucketlist voor leerkrachten tegen. Deze vond ik zo leuk, dat ik hem graag met jullie deel.

Wie gaat de uitdaging aan en kruist de hele bucketlist af?

  • Neem je leerlingen mee naar buiten (nationale buitenlesdag).
  • Laat je leerlingen een grappig filmpje zien, gewoon voor de lol.
  • Schrijf een mop op het whiteboard.
  • Speel een spel met je klas.
  • Vertel de kinderen over het boek dat je aan het lezen bent.
  • Deel je bureau eens anders in.
  • Geef je leerlingen een high-five als ze de klas verlaten.
  • Zet eens muziek op als de kinderen aan het werk zijn.
  • Laat de kinderen een foto van jezelf zien toen jij zo oud was als hen.
  • Trakteer de kinderen eens, ook al is er geen reden voor.
  • Laat de kinderen de trailer van jouw favoriete jeugdfilm zien.
  • Maak een grappige klassenfoto.
  • Hang een grappige poster in de klas.
  • Schep eens op tegen je directeur over die ene leerling ;-).
  • Ga eens verkleed je klas in en kijk hoe de kinderen reageren.

Zelf heb ik al verschillende van deze dingen op het lijstje gedaan. Sommige had ik gewoon al eens gedaan, en ik ga ze zeker allemaal doen.

Welke kun jij al afstrepen, en welke ga jij zeker nog doen? Misschien kun jij er nog veel meer verzinnen of heb je al eens gedaan met je klas? Ik ben heel benieuwd. Ik zie ze graag verschijnen in de reacties!

Algemeen

8 tips om te differentiëren in de klas.

Sinds de jaren tachtig zijn we hier al mee bezig in de klas, zijn er boeken verschenen en zijn verschillende modetermen de revue gepasseerd: differentiatie, differentiëren of verschillen in de klas. Oftewel, het vormgeven van het onderwijs naar de capaciteit van de leerling. We zijn er maar druk mee. Doe jij dit als leerkracht voldoende? Wij geven acht tips waarmee je het differentiëren in de klas vaker kunt toepassen.

“Differentiatie is geen set van instructiestrategieën, maar een andere manier van denken over lesgeven en leren” – Sousa & Tomlinson, 2011.

Als startende leerkracht kan het lesgeven in de eerste jaren als een chaotische jungle aanvoelen. De nieuwe school is nog onbekend gebied, toetsen schieten je om de oren en vergaderingen vreten je tijd weg. Je wilt als startende leerkracht geen steekje laten vallen en volgt de methodes trouw, maar helaas schiet het differentiëren er door drukte te vaak bij in. Niet alleen de startende leerkracht zal dit herkennen, ook de ervaren leerkracht geeft aan meer te willen differentiëren.

Dat differentiëren ‘hot’ is in de klas (en noodzakelijk door het Passend Onderwijs), zien we terug in de nieuwe boeken die we op de plank erbij krijgen over dit onderwerp. Zo ook het boek ‘Differentiëren is te leren!‘, de vijfde (vernieuwde) druk alweer, gepubliceerd door CPS.

Differentiëren, hoe?

Differentiëren in de klas vraagt om een open blik. Beren op de weg zien zal je niet verder brengen. Denk juist in mogelijkheden; hoe vaker je differentieert in de klas, hoe creatiever je zult worden om álle leerlingen bij de les te betrekken. Met de volgende tips geven we je een boost inspiratie mee om vaker te differentiëren bij jou de klas.

8 tips voor het differentiëren in de klas.

Tip 1. Differentieer in instructie en hulp

Een manier die in de meeste klassen al wordt toegepast, differentiëren op drie niveau’s: leerlingen die de basisstof nog niet beheersen, leerlingen die de basisstof beheersen en leerlingen die boven de basisstof staan. Deze laatste groep kan al vrij snel zelfstandig aan het werk. De leerlingen die nog niet het gewenste niveau beheersen, kun je na de instructie extra begeleiding en uitleg geven (de zogeheten verlengde instructie).

Tip 2. Laat de leerling op zijn eigen manier leren

Iedere leerling leert anders. Jij als doceert ook op je eigen manier, meestal vanuit jouw eigen leervoorkeur. Uit onderzoek is gebleken dat de leervoorkeur van leerlingen verschilt. Grote kans dat jouw manier van lesgeven niet bij iedere leerling aansluit. Bied daarom de keuze aan in werkvormen. Leerlingen weten zelf vaak al goed te vertellen hoe zij zich het beste kunnen concentreren en in welke volgorde zij de opdracht willen maken.

Tip 3. Maak een selectie van de opdrachten

Waarschijnlijk is het jou ook wel eens overkomen als leerling; door een bladzijde vol opdrachten moeten ploeteren die je voor je gevoel al veel vaker hebt beantwoord. Haal de kern uit de opdrachten en maak een selectie van de opdrachten voor de leerlingen die bij de toets al hebben bewezen de lesstof al voldoende te beheersen.

Tip 4. Differentieer via het huiswerk

Dit wordt ook wel ‘pre teaching’ genoemd. Wanneer je de volgende les nieuwe of moeilijke lesstof gaat behandelen, is het aan te raden om bij het opgeven van het huiswerk hier rekening mee te houden. Geef leerlingen gerichte opdrachten mee naar huis, waarmee zij zich thuis alvast kunnen voorbereiden op de stof. Start je les met het bespreken van het huiswerk. Met deze manier van differentiëren zorg je ervoor dat je leerlingen de les op een gelijker niveau starten.

Tip 5. Breng moeilijkheidsniveaus aan in de opdrachten

De Taxonomie van Bloom biedt handvatten om leerdoelen te formuleren op verschillende niveaus van leren. Bloom onderscheidt zes niveaus die oplopen in complexiteit: onthouden, begrijpen, toepassen, analyseren, evalueren en creëren. Bij een rijke leeractiviteit worden in ieder geval meerdere niveaus aangesproken. Koppel deze niveaus aan je lesdoelen: groep één beheerst aan het einde van de les niveau 1 en 2, groep twee beheerst niveau 1 t/m 3 en groep drie beheerst niveau 1 t/m 4.

Tip 6. Experimenteer!

Voor de basisschool-leerkracht is differentiëren niets nieuws, maar voor leerkrachten van het voortgezet onderwijs is dit vaak genoeg nog niet zo vanzelfsprekend. Deze (voor sommigen nieuwe) manier van lesgeven vraagt om herhaling. Hoe vaker je differentiatie toepast in de klas, hoe sneller je het differentiëren onder de knie krijgt en gemakkelijker het je het af zal gaan.

Tip 7. Reflecteer met je leerlingen

Om erachter te komen op welke manier het differentiëren het beste bij jouw leerlingen aansluit, kun je samen met hen reflecteren. Bespreek met elkaar welke werkvorm voor hen werkt en welke niet. Deze waardevolle informatie zorgt ervoor dat je steeds sneller de leerbehoefte van je leerlingen leert herkennen en je passender leert differentiëren.

Tip 8. Leg de lat niet direct te hoog

Schiet je hartslag al omhoog na het lezen van deze tips? Begin dan klein om die beren op de weg te vermijden. Dit geeft je tijd om te ontdekken welke manier van differentiëren het beste bij jouw manier van lesgeven én je leerlingen past. Het hoeft niet vanaf de start helemaal perfect te zijn en volgens het boekje te gaan. Cut yourself some slack. 😉

Bron: Nimbles, een onafhankelijk platform voor aanvullend onderwijs.

 

Kantoor en schoolKantoor en school

 

 

Algemeen

Volgend school jaar een combinatieklas.

Volgend schooljaar een combinatieklas.

Na alweer een aantal jaar een homogene groep te hebben gehad krijg ik volgend jaar een combinatieklas, namelijk groep 5/6. Nu heb ik dit in het verleden wel veel vaker gedaan, maar ik moet wel weer even schakelen. Hoe deed ik dat ook alweer?
Je moet natuurlijk met allerlei zaken rekening houden. Je organisatie, je planning etc.
Gelukkig werken wij met Snappet, kinderen kunnen dus altijd aan het werk. Snappet is een adaptief onderwijsplatvorm waarbij kinderen werken op een tablet. Leerlingen kunnen met Snappet werken aan hun eigen leerdoelen op hun eigen niveau en de verwerkingsstof sluit aan op de bestaande lesmethoden.

Hierdoor wordt de organisatie wel gemakkelijker, maar dan is het nog wel belangrijk dat het allemaal goed geregeld is.

Tips en aandachtspunten m.b.t. planning en organisatie:

  • Zorg dat je een goede planning maakt. Bedenk wanneer je welke instructie aan welke groep wilt geven.
  • Goede planning van de les en instructiemomenten, waarbij leerkrachtgebonden en leerkrachtvrije momenten duidelijk zijn en bekend bij de leerlingen.Bepaal welke vakken en onderdelen gezamenlijk, of apart gegeven kunnen of moeten worden.
  • Tussendoor wat ontspanningsmomenten inlassen (enkele minuten) om de overgang van het ene naar het andere vak beter te laten verlopen.
  • Goed plannen welke onderdelen zelfstandig gemaakt kunnen worden.
  • Zorg dat er voldoende materiaal is om de leerlingen zelfstandig te laten werken.

Omdat ik op een Daltonschool werk, zijn de kinderen al best wel heel zelfstandig. We werken met een weektaak, waarbij de kinderen zelf hun werk plannen voor een hele week.
De instructie geeft de leerkracht zoveel mogelijk aan het begin van de week.
Omdat we werken met Snappet, kunnen kinderen aan de slag met hun eigen leerdoelen. De leerkracht kan in het dashboard van Snappet heel goed bijhouden waar de leerlingen zijn en hoe ze het doen. Tijdens het zelfstandig werken kun je kinderen dan individueel helpen, ook in combinatie groepen.

Verder zijn er ook best veel momenten dat je met de hele combinatiegroep aan het werk bent.
Wij werken voor wereldoriëntatie met Topondernemers. Topondernemers kun je heel goed gecombineerd doen. Als je de oudere leerling koppelt aan de jongere leerling kunnen ze van elkaar leren.
Begrijpend lezen doen we met Nieuwsbegrip. Ook hier kun je goed combineren. De meeste kinderen zullen hetzelfde tekstniveau doen.

Dan heb je verder natuurlijk nog muziek, creatieve vakken, verkeer en bewegingsonderwijs. Deze doe je met de hele combinatiegroep.

Bol.com AlgemeenBol.com Algemeen

 

 

 

Algemeen

Hoe je teksten schrijft met kinderen

Op de school waar ik werk, werken we met teksten. Het schrijven van en werken met teksten wordt geïntegreerd in het lees- en taalonderwijs. Teksten schrijven met kinderen is erg leuk en leerzaam.

Teksten spelen een grote rol bij het leren lezen. Door kinderen zelf teksten te laten schrijven en de lesstof hieruit te halen, komt dit uit de belevingswereld van kinderen zelf en wordt de motivatie om te leren groter.

Het werken met teksten heeft een positieve werking op de sociaal-emotionele ontwikkeling en sociale vaardigheden. De kinderen zijn meer betrokken bij elkaars belevingswereld omdat de teksten ook worden besproken met elkaar. Elk kind werkt op zijn eigen niveau.

Kinderen leren hun gedachten en ideeën over te brengen op papier. Verder wordt ook de creativiteit ontwikkeld d.m.v. het maken van illustraties bij hun teksten.

Hoe ga je te werk:

Een tekst wordt geschreven n.a.v. een opdracht van de leerkracht of een gebeurtenis van de leerlingen zelf.

Bij de kleuters begint dit met tekenen en de leerkracht schrijft hierbij een zin en/of woorden. Bij de oudere kleuters kan dit zich ontwikkelen tot het zelf schrijven van een zin.

In de middenbouw en bovenbouw schrijven/stempelen/ typen de kinderen zelf een tekst. Dit kan een vrije keuze zijn in tekst, een opdracht uit de methode, een brief, een handleiding of naar aanleiding van een thema.

De teksten die de kinderen hebben gemaakt worden voorgelezen en met elkaar besproken en de tekening die met verschillende materialen en technieken gemaakt kan zijn wordt bekeken. Daarna wordt een van de teksten gekozen die dan een tijd centraal staat in de lessen. Dit kunnen taallessen zijn, maar ook spellinglessen.

We zorgen er wel voor dat verschillende tekstsoorten aan bod komen zodat we voldoen aan de kerndoelen.

Door dit werken met teksten merken we dat kinderen veel vrijer worden en ook meer fantasie krijgen. Ze zijn gemotiveerd en beginnen enthousiast aan elke tekst.

We hebben meegedaan met de Junior Schrijfwedstrijd, en als ik zie hoe gemakkelijk de kinderen 4 A4-tjes vol schrijven, ben ik best trots op ze.

Hieronder een tekst gemaakt door een leerling uit groep 6

Kantoor en schoolKantoor en school

Algemeen

Hoe voer ik een reflectiegesprek met kinderen.

 

In een eerder blog heb ik gesproken over reflecteren en in dit artikel wil ik ingaan op hoe je een goed reflectiegesprek met kinderen kunt voeren.

Het reflectiegesprek:

Een reflectiegesprek bestaat onder andere uit open vragen.

Met de open vragen die je stelt, probeer je dieper in te gaan op het leerproces. Je laat de kinderen uitleggen hoe ze een bepaalde opdracht hebben aangepakt. Ze beschrijven het proces en krijgen zo een kijk op wat er goed en wat er fout is gegaan.

Voorbeelden van open vragen die je kunt stellen:
Hoe heb je de taak aangepakt?
Waarmee ben je begonnen?
Wat was de volgende stap?
Heb je het goed aangepakt? Zo ja waarom en zo nee waarom niet?
Wat heb je geleerd?
Wat was moeilijk?
Heb je hulp gevraagd? Zo ja, wanneer en aan wie?
Wat heb je gehad aan de hulp?
Zou je het de volgende keer anders aanpakken?

Verder geef je in een reflectiegesprek ook feedback, zodat een leerling verder kan in zijn leerproces. Feedback geef je op het leerdoel. Je geeft handvatten om verder te komen.

In de praktijk:

In mijn groep 6 houdt ik ook regelmatig reflectiegesprekken. Sommige kinderen weten heel goed wat ze willen, maar er zijn ook kinderen bij die dit heel moeilijk vinden.
Vaak gaat het over kleine dingen als het toepassen van de spellingsregels, maar ik heb ook een leerling die graag Spaans wil leren.
Terwijl de kinderen met hun leerdoel aan het werk zijn geef ik regelmatig feedback. “Denk je aan de regels”, “Hoe was deze regel ook alweer?” Bij de leerling die Spaans wil leren heb ik voor een cursus Spaans gezorgd.

Bij het reflectiegesprek kijken we wat we het vorige gesprek hebben besproken, hoe het is gegaan. Nu kan het kind ervoor kiezen om verder te werken aan het doel, of het af te sluiten en een nieuw doel te formuleren. Zo had ik een meisje wat erg slecht de tafels beheerste. Ook het klokkijken was erg moeizaam. Ze wilde beide verbeteren. Samen hebben we afgesproken dat ze eerst de tafels ging oefenen. Regelmatig vroeg ik haar ernaar, of kwam ze bij me om een tafel op te zeggen. Ze was heel gemotiveerd. Ze had immers zelf haar leerdoel geformuleerd. Dit werkt veel beter dan dat jij ze opdraagt de tafels te oefenen.
Na een paar weken kwam ze bij me en vroeg om een gesprekje. Ze had haar doel behaald. Nu is ze aan de slag gegaan met het klokkijken.