maandag, september 25, 2023

reflectiegesprek

Algemeen

Wel of geen instructie??!!

Instructie kun je soms best schrappen! Er zijn verschillende manieren van instructie geven. Het directe instructiemodel is wel het meest gebruikte. Ik ga ze hier even kort bespreken, en daarna vertellen waarom je dit ook geheel of gedeeltelijk los kunt laten. Dit is natuurlijk een heel gewaagde uitspraak, maar het werkt echt.

Het directe instructiemodel:

Bij de directe instructie blik je eerst terug op datgene wat vooraf is gegaan, en wordt het doel benoemd van de instructie die volgt. Dan presenteer je de nieuw aan te leren stof en gaat dit daarna begeleid inoefenen. Vervolgens wordt de stof verwerkt en geef je waar nodig hulp en geef je verlengde instructie. Tot slot blik je terug door het doel te evalueren en feedback te geven.

Zelfinstructie:

Bij zelfinstructie wordt door de leerkracht iets kort besproken, worden de opdrachten in een korte tijd bekeken en gaan de kinderen aan de slag, of naar de instructietafel (de leerkracht bepaalt dit). De leerlingen controleren zelf hun werk en gaan tot slot aan de slag met ander werk. (klaaropdracht).

Model leren:

Hier doe je als leerkracht voor hoe je een opdracht aanpakt. Je doet voor, de kinderen doen het na, dan doe je het samen met de kinderen. Door hardop denken laat je zien hoe je iets aanpakt. Daarna stimuleer je de kinderen hetzelfde te doen. Er wordt gecontroleerd en eventueel herhaald.

Dalton

In het Daltononderwijs wordt gewerkt met dag- en weektaak. Op deze taak staan vaak de doelen aangegeven waaraan tijdens deze taak wordt gewerkt. Kinderen kunnen dus vooraf heel goed zelf bepalen of ze instructie nodig hebben en wanneer. Op de taak staat namelijk ook aangegeven wanneer bepaalde instructie plaats vindt.
Leerlingen worden zo uitgedaagd om na te denken over de leerstof en of ze hiervoor instructie nodig hebben.

Instructie schrappen?

De kunst als leerkracht is om in te schatten of er wel instructie nodig is, en als dit zo is of alle kinderen deze instructie nodig hebben. Er zijn vast kinderen bij die datgene waar je instructie voor wilt geven al kunnen. Als je hier kritisch naar kijkt kun je best wel veel instructie schrappen.

Wel of geen instructie?

Als je dan instructie geeft, kun je heel goed inschatten welke kinderen deze instructie nodig hebben. Er zijn kinderen die uitleg moeten krijgen, maar er zijn ook kinderen waarvan je weet dat ze de uitleg niet nodig hebben of waarvan je wilt dat ze het eerst zelf eens uitzoeken. Je kunt kinderen ook de keuze geven of ze instructie willen of niet.

Als je dit lastig vindt, kan je bij veel methodes de toets van een blok of thema vooraf laten maken. Het nieuwe blok/thema begin je dus als het ware met een toets. Je kunt dan al heel snel zien waar de knelpunten liggen. Waar je echt  uitleg voor moet geven en welke instructie je gewoonweg kunt schrappen. Ook kun je goed zien welke kinderen wat nodig hebben.

In de praktijk:

Ik start mijn lessen vaak met het geven van het doel. Wat gaan we leren vandaag. Deze doelen zijn ook op het doelenbord zichtbaar in de klas. Omdat we met Snappet (tablets) werken kan ik heel goed bijhouden welke kinderen wat maken en hoe ze het doen.
Ik schrijf de opdrachtnummers op het whiteboard en vraag alle kinderen de opdrachten te gaan bekijken en alvast aan de slag te gaan. Als ze denken dat ze uitleg nodig hebben mogen ze hun naam bij het opdrachtnummer schrijven.

Kinderen kun je zo individueel instructie geven, als er meerdere namen bij een opdracht staan, roep je deze kinderen bij de instructietafel, en bij veel namen geef je een klassikale instructie.  (als ik zie dat er meerdere kinderen hun naam bij dezelfde opdracht zetten, geef ik aan dat ik die opdracht klassikaal ga behandelen en dat kinderen dus niet meer hun naam erbij hoeven te zetten) Je laat de kinderen vrij in keuze om deze instructie mee te doen.
Zo kwam ik er dus achter dat bepaalde instructie helemaal niet nodig is, en je dus gewoon kunt schrappen.

Verantwoordelijkheid

Zo maak je kinderen ook verantwoordelijk voor hun eigen leren. Kinderen denken zelf na over of ze uitleg nodig hebben en  waar en wanneer ze de instructie kunnen halen.
Door regelmatig met de kinderen te reflecteren (zie mijn artikelen over reflecteren met kinderen en het reflectiegesprek) kun je ook hierbij de vinger aan de pols houden.

Tijdens de week zijn er altijd momenten gepland waarin kinderen nog bepaalde uitleg kunnen halen. Soms komen kinderen erachter dat ze toch beter mee hadden kunnen doen met bepaalde instructies. Naarmate je langer op deze manier werkt, hoe minder dit gaat worden, omdat kinderen het al snel beter kunnen gaan inschatten, en je praat erover met ze tijdens de reflectiegesprekjes.

Natuurlijk gebruik ook ik nog steeds wel de bepaalde instructiemodellen, omdat bij echt nieuwe stof dat gewoon het meest effectieve is, maar daarbij houd ik wel rekening met de kinderen die wat meer aankunnen of hebben laten zien dat ze de stof al beheersen.

Het is gewaagd, maar het werkt. Kinderen zijn zich goed bewust van waar ze mee bezig zijn. Zijn verantwoordelijk voor hun eigen leren en kunnen dit ook heel goed verwoorden/verantwoorden.

 

Algemeen

Hoe voer ik een reflectiegesprek met kinderen.

 

In een eerder blog heb ik gesproken over reflecteren en in dit artikel wil ik ingaan op hoe je een goed reflectiegesprek met kinderen kunt voeren.

Het reflectiegesprek:

Een reflectiegesprek bestaat onder andere uit open vragen.

Met de open vragen die je stelt, probeer je dieper in te gaan op het leerproces. Je laat de kinderen uitleggen hoe ze een bepaalde opdracht hebben aangepakt. Ze beschrijven het proces en krijgen zo een kijk op wat er goed en wat er fout is gegaan.

Voorbeelden van open vragen die je kunt stellen:
Hoe heb je de taak aangepakt?
Waarmee ben je begonnen?
Wat was de volgende stap?
Heb je het goed aangepakt? Zo ja waarom en zo nee waarom niet?
Wat heb je geleerd?
Wat was moeilijk?
Heb je hulp gevraagd? Zo ja, wanneer en aan wie?
Wat heb je gehad aan de hulp?
Zou je het de volgende keer anders aanpakken?

Verder geef je in een reflectiegesprek ook feedback, zodat een leerling verder kan in zijn leerproces. Feedback geef je op het leerdoel. Je geeft handvatten om verder te komen.

In de praktijk:

In mijn groep 6 houdt ik ook regelmatig reflectiegesprekken. Sommige kinderen weten heel goed wat ze willen, maar er zijn ook kinderen bij die dit heel moeilijk vinden.
Vaak gaat het over kleine dingen als het toepassen van de spellingsregels, maar ik heb ook een leerling die graag Spaans wil leren.
Terwijl de kinderen met hun leerdoel aan het werk zijn geef ik regelmatig feedback. “Denk je aan de regels”, “Hoe was deze regel ook alweer?” Bij de leerling die Spaans wil leren heb ik voor een cursus Spaans gezorgd.

Bij het reflectiegesprek kijken we wat we het vorige gesprek hebben besproken, hoe het is gegaan. Nu kan het kind ervoor kiezen om verder te werken aan het doel, of het af te sluiten en een nieuw doel te formuleren. Zo had ik een meisje wat erg slecht de tafels beheerste. Ook het klokkijken was erg moeizaam. Ze wilde beide verbeteren. Samen hebben we afgesproken dat ze eerst de tafels ging oefenen. Regelmatig vroeg ik haar ernaar, of kwam ze bij me om een tafel op te zeggen. Ze was heel gemotiveerd. Ze had immers zelf haar leerdoel geformuleerd. Dit werkt veel beter dan dat jij ze opdraagt de tafels te oefenen.
Na een paar weken kwam ze bij me en vroeg om een gesprekje. Ze had haar doel behaald. Nu is ze aan de slag gegaan met het klokkijken.

 

 

Algemeen

Reflecteren met kinderen

In dit artikel beschrijf ik het belang van reflecteren met kinderen.

Vaak is het zo dat wij kinderen in het onderwijs vaak beoordelen op wat zij kunnen. Je wilt het leerproces volgen en hoe kun je dat nu het beste doen. Het afnemen van toetsen, het controleren en beoordelen van het kind en het kind wijzen op zijn/haar fouten.

Maar als je nu een kind hebt, dat niet zo goed presteert en die je dus regelmatig negatief moet beoordelen. Dit komt jou relatie met het kind niet te goede. Wat is dan een alternatief?

Het voeren van reflectiegesprekken met kinderen zou hiervoor een goede oplossing kunnen zijn.

Reflecteren met kinderen heeft verschillende voordelen:

Zo kijkt het kind terug op zijn eigen leerproces, en ontdekt zelf hoe of wat er de volgende keer beter kan.
Het kind leert echt van de eigen fouten. Wat gaat goed, en wat kan beter.
De motivatie om te leren wordt groot. Het kind bepaald immers zelf wat zijn leer- en verbeterpunten zijn.
Het kind krijgt samen met jou inzicht in het niveau.
Door kinderen zelf over hun leerdoel na te laten denken wordt de zelfstandigheid ook vergroot, omdat het kind het reflecteren steeds vaker zal gaan gebruiken.

Sinds dit schooljaar zijn wij begonnen met het houden van reflectiegesprekken. Omdat het voor onze kinderen nieuw is, vinden kinderen dit nog best wel lastig.

We zijn begonnen met de vraag wat het kind graag zou willen leren. Dit varieert dan van het goed kleuren van mijn weektaak tot het leren van een vreemde taal. Het kan zelfs zijn dat kinderen het niet goed weten. Het stellen van goede vragen kan dan leiden tot een goed leerdoel voor dat desbetreffende kind.

Ik merk dat zodra er een leerdoel is vastgesteld, kinderen hier heel bewust mee bezig gaan. Tijdens het gesprek hebben we samen een formulier ingevuld, waarop het leerdoel is geschreven, de manier hoe dit doel te bereiken en wie er eventueel kan helpen bij het bereiken van het doel.

Zie ook mijn blogs over:
Reflect(l)eren in het basisonderwijs,
Reflecteren met kinderen: De reflectiepot!,
De reflectiepot: de reflectievragen,
Hoe voer ik een reflectiegesprek met kinderen.