zondag, oktober 1, 2023

reflecteren

AlgemeenVakliteratuur

Reflect(l)eren in het basisonderwijs

Reflecteren is een term die je steeds vaker hoort binnen het onderwijs. Reflecteren met kinderen is het voeren van gesprekken met kinderen om ze te begeleiden bij het leren. Het boek Reflect(l)eren in het basisonderwijs gaat over wat het betekent voor een school, voor leerkrachten ene voor leerlingen om haan het reflecterend vermogen te werken.

Reflect(l)eren in het basisonderwijs

Het boek bestaat uit twee delen. Een gedeelte theorie en een gedeelte praktijk. In het theoriegedeelte wordt uitgebreid ingegaan op wat reflectie precies is, en hoe reflecteren en leren met elkaar te maken hebben aan de hand van de leercyclus van Kolb en de reflectiecirkel van Korthagen.

 

In het praktijkgedeelte vinden we hoe je dit kunt gaan toepassen. Het voorbereiden van het reflectiegesprek en hoe het gesprek gaat. De basisprincipes van een gesprek worden gegeven, en deze zijn alleen al heel verhelderend. Enkele termen die hierbij aan de orde komen zijn: Stel vragen, luister, verplaats je, leef je in, stel je oordeel uit, vertrouwen en samen. Ook is het heel belangrijk hoe en welke vragen je stelt.

Fasen van inzicht.

Heel mooi om te lezen is het gedeelte over het reflecterend vermogen van kinderen. Dit reflecterend vermogen maakt een bepaalde ontwikkeling door. Met een trap over de fasen van inzicht op leeftijd wordt dit in beeld gebracht. Je begint heel jong met de omgeving van het kind (wat het meemaakt) tot het rond twaalfjarige leeftijd ontdekt wat het belangrijk vindt (kernwaarden).

Luisteren, werkvormen

Luisteren is ook heel belangrijk tijdens een reflectiegesprek en dan ook actief luisteren. Hoe je actief luistert wordt ook weer in een mooi overzichtje gegeven. Luisteren is meer dan horen, en wat helpt je dan om actief te luisteren.
Ook kun je verschillende werkvormen gebruiken om je gesprek te voeren. Dit zijn heel verassende en verfrissende werkvormen.

Kortom, dit is een heel handig boek als je aan de slag wilt gaan met reflectiegesprekken met kinderen.

Lees ook eens mijn artikel over de reflectiepot. Een pot met vragen die ik in de klas heb en waarmee ik regelmatig met de kinderen reflecteer.

Algemeen

De reflectiepot: de reflectievragen.

De reflectiepot: de reflectievragen.

Vorige week schreef ik al over de reflectiepot. Ik heb hier veel leuke reacties op gehad. Veel van jullie willen het ook gaan proberen. In dit blog wil ik verder ingaan op de vragen uit de reflectiepot.  Zoals gezegd zitten er vijf soorten vragen in de reflectiepot. Vragen over reflectie, zelfstandigheid, samenwerking en verantwoordelijkheid en effectiviteit . De vragen staan op een kaartje, en elke soort heeft zijn eigen kleur.

reflecteren met kinderen
Hieronder vind je ze per soort. De kleuren hebben in principe niets te maken met de soort vaag, het is puur gedaan om de vragen te onderscheiden. Zo kun je als je een vraag uit de pot kiest bewuster kiezen voor een bepaalde soort. Soms  vraag ik ook aan de kinderen welke soort vraag ze willen beantwoorden. Kinderen weten heel goed zelf wat er goed en minder goed ging, en willen dan bewust een bepaald soort vraag beantwoorden.

 

Reflectie

Bij deze vragen gaan de kinderen nadenken over hun eigen werk en hun eigen gedrag.

Wat ging vandaag heel goed?
Waar wil je morgen aan gaan werken?
Wat ging minder goed?
Heb je iets van je fouten geleerd?  Waarom wel of waarom niet?

Zelfstandigheid

Bij de vragen over zelfstandigheid denken de kinderen na over hoe ze zelfstandig hebben gewerkt.

Hoe ging het zelfstandig werken vandaag?
Hoe vind je het om zelfstandig te werken? Wanneer vind je het fijn en wanneer niet?
Wat deed je als het niet lukte om het werk zelfstandig te maken?

Samenwerking

Deze vragen kunnen gaan over samenwerking in een groepje of een tweetal. Maar ook hoe je tot samenwerking kunt komen. Door bijvoorbeeld om hulp te vragen ontstaat er al een vorm van zelfstandigheid.

Heb je hulp gevraagd of hulp gegeven?
Wat doe je als je een probleem tegenkomt?
Hoe ging het samenwerken met je groepje?
Wat vind je van samenwerken? Wanneer vind je het fijn en wanneer niet?
Hoe ging het samenwerken met je maatje?

Verantwoordelijkheid

Vragen over verantwoordelijkheid. Niet alleen verantwoordelijkheid voor je eigen werk, maar ook voor de materialen die je hebt gebruikt.

Hoe vind je dat je werk eruit ziet? Verzorgd of onverzorgd?
Hoe heb je gewerkt? Ben je serieus bezig geweest?
Hoe ben je met het materiaal omgegaan?
Hoe heb je je werk nagekeken?
Zijn alle materialen die je gebruikt hebt zorgvuldig opgeruimd?
Noem op wat je gebruikt hebt en waar het nu ligt.

Effectiviteit

Bij deze vragen gaat het over het oplossen van problemen, planning en gebruik van de je tijd.

Wat doe je als je een probleem tegenkomt?
Hoe heb je problemen opgelost?
Hoe verliep je planning?
Ben je nog tegen dingen aangelopen?
Hoe heb je je tijd nuttig besteed?

reflecteren met kinderenSommige soorten overlappen elkaar, zoals je misschien wel hebt gemerkt. Dit is onvermijdelijk omdat het allemaal met elkaar te maken heeft.

Deze vragen kun je natuurlijk altijd aanpassen aan je eigen situatie en vragen bij bedenken, maar met deze vragen heb je een goed begin voor een leuke reflectiepot. Ik zou het heel leuk vinden om reacties van jullie te krijgen. Gaan jullie het ook gebruiken, hoe bevalt het, en misschien heb jij ook een vraag die prima in de reflectiepot past. Laat het mij vooral weten.

De vragen kun je onder deze link downloaden: reflectievragen

 

 

 

Algemeen

Vijf dingen die je elke dag in de klas moet doen!

Vijf dingen die je elke dag in de klas moet doen!

Hoe besteed jij je tijd elke dag? Als leerkracht lijkt onze tijd zo beperkt. Er is nooit genoeg tijd om alles te doen wat gedaan moet worden. Je maakt elke dag keuzes over wat er gebeurt, en wat uitgesteld moet worden. Maar er zijn vijf dingen die je echt elke dag moet doen.

Start de dag goed

Een goed begin van de dag is het halve werk. Probeer ieder kind te zien. Zorg dat je op tijd in je klas bent als de kinderen binnen komen, zodat je met elk kind even contact kunt maken. Even een vraag, een compliment of een glimlach geeft het kind het gevoel dat hij welkom is.

Kring

Na deze start van de dag ga ik altijd in de kring. We werken dan met de methode Trefwoord, maar daarna ga ik met de kinderen de dag doorspreken. Wat zijn de leerdoelen, welke lessen gaan we doen. Ik probeer ze daar altijd een beetje enthousiast voor te maken. “Bij rekenen ga ik een hele speciale som uitleggen en bij Natuur gaan we leren over iets wat ik ook nog niet wist.” Kinderen worden hierdoor nieuwsgierig en zullen uitkijken naar de les.

Voorlezen

Voorlezen, het maakt me niet uit in welke groep je les geeft … het is altijd de moeite waard. De voordelen van het voorlezen zijn onder meer: kinderen leren welke boeken en schrijvers ze het liefste lezen, voorlezen ontspannend werkt en goed is voor de saamhorigheid in de groep, kinderen verschillende schrijfstijlen en genres leren kennen, het van belang is voor de taalontwikkeling en de woordenschat, het een aanleiding kan zijn om met kinderen te praten over allerlei onderwerpen en het goed is voor de algemene ontwikkeling.
Er is niets beter dan die zucht die je hoort als je dat boek voor vandaag sluit … omdat ze willen dat je blijft lezen! Of wanneer ik ze naar elkaar hoort fluisteren, voorspellen ze wat ze denken dat er gaat gebeuren (hebben ze gewoon een leesstrategie beoefend zonder dat ik het vroeg en zonder een werkblad ??).

Take a break

Even pauze. Na een periode van hard en geconcentreerd aan het werk geef ik vaak even de ruimte voor ontspanning. Even kletsen met elkaar, even een dansje met Just Dance via You Tube of een grappig filmpje, een momentje om wat voor jezelf te doen. Al is het maar tien minuten, daarna kunnen de kinderen weer veel beter aan de slag, en zullen ze dit ook sneller gaan doen.

Reflecteren.

Als je aan het einde van de dag 5 minuten neemt om te reflecteren op de dag. Je kunt van alles met leerlingen bespreken. Niet alleen wat jij van de dag vond en wat je meeneemt naar de volgende dag. Maar ook zeker wat kinderen vinden. Dit kan gaan over wat er geleerd is, welke leerdoelen waren er, en hoe is dit gegaan. Maar ook over hoe de sfeer in de klas was. Hoe we dit vast kunnen houden als het goed was en hoe we het anders kunnen doen als het wat minder was. Kinderen kunnen dit heel goed.

Dit zijn mijn vijf dingen die ik elke dag probeer elke dag te doen. Je moet er tijd voor maken soms, maar uiteindelijk levert het je ook wat op. Wat doe jij zeker elke dag?

Elektronica Deals

Algemeen

8 tips om te differentiëren in de klas.

Sinds de jaren tachtig zijn we hier al mee bezig in de klas, zijn er boeken verschenen en zijn verschillende modetermen de revue gepasseerd: differentiatie, differentiëren of verschillen in de klas. Oftewel, het vormgeven van het onderwijs naar de capaciteit van de leerling. We zijn er maar druk mee. Doe jij dit als leerkracht voldoende? Wij geven acht tips waarmee je het differentiëren in de klas vaker kunt toepassen.

“Differentiatie is geen set van instructiestrategieën, maar een andere manier van denken over lesgeven en leren” – Sousa & Tomlinson, 2011.

Als startende leerkracht kan het lesgeven in de eerste jaren als een chaotische jungle aanvoelen. De nieuwe school is nog onbekend gebied, toetsen schieten je om de oren en vergaderingen vreten je tijd weg. Je wilt als startende leerkracht geen steekje laten vallen en volgt de methodes trouw, maar helaas schiet het differentiëren er door drukte te vaak bij in. Niet alleen de startende leerkracht zal dit herkennen, ook de ervaren leerkracht geeft aan meer te willen differentiëren.

Dat differentiëren ‘hot’ is in de klas (en noodzakelijk door het Passend Onderwijs), zien we terug in de nieuwe boeken die we op de plank erbij krijgen over dit onderwerp. Zo ook het boek ‘Differentiëren is te leren!‘, de vijfde (vernieuwde) druk alweer, gepubliceerd door CPS.

Differentiëren, hoe?

Differentiëren in de klas vraagt om een open blik. Beren op de weg zien zal je niet verder brengen. Denk juist in mogelijkheden; hoe vaker je differentieert in de klas, hoe creatiever je zult worden om álle leerlingen bij de les te betrekken. Met de volgende tips geven we je een boost inspiratie mee om vaker te differentiëren bij jou de klas.

8 tips voor het differentiëren in de klas.

Tip 1. Differentieer in instructie en hulp

Een manier die in de meeste klassen al wordt toegepast, differentiëren op drie niveau’s: leerlingen die de basisstof nog niet beheersen, leerlingen die de basisstof beheersen en leerlingen die boven de basisstof staan. Deze laatste groep kan al vrij snel zelfstandig aan het werk. De leerlingen die nog niet het gewenste niveau beheersen, kun je na de instructie extra begeleiding en uitleg geven (de zogeheten verlengde instructie).

Tip 2. Laat de leerling op zijn eigen manier leren

Iedere leerling leert anders. Jij als doceert ook op je eigen manier, meestal vanuit jouw eigen leervoorkeur. Uit onderzoek is gebleken dat de leervoorkeur van leerlingen verschilt. Grote kans dat jouw manier van lesgeven niet bij iedere leerling aansluit. Bied daarom de keuze aan in werkvormen. Leerlingen weten zelf vaak al goed te vertellen hoe zij zich het beste kunnen concentreren en in welke volgorde zij de opdracht willen maken.

Tip 3. Maak een selectie van de opdrachten

Waarschijnlijk is het jou ook wel eens overkomen als leerling; door een bladzijde vol opdrachten moeten ploeteren die je voor je gevoel al veel vaker hebt beantwoord. Haal de kern uit de opdrachten en maak een selectie van de opdrachten voor de leerlingen die bij de toets al hebben bewezen de lesstof al voldoende te beheersen.

Tip 4. Differentieer via het huiswerk

Dit wordt ook wel ‘pre teaching’ genoemd. Wanneer je de volgende les nieuwe of moeilijke lesstof gaat behandelen, is het aan te raden om bij het opgeven van het huiswerk hier rekening mee te houden. Geef leerlingen gerichte opdrachten mee naar huis, waarmee zij zich thuis alvast kunnen voorbereiden op de stof. Start je les met het bespreken van het huiswerk. Met deze manier van differentiëren zorg je ervoor dat je leerlingen de les op een gelijker niveau starten.

Tip 5. Breng moeilijkheidsniveaus aan in de opdrachten

De Taxonomie van Bloom biedt handvatten om leerdoelen te formuleren op verschillende niveaus van leren. Bloom onderscheidt zes niveaus die oplopen in complexiteit: onthouden, begrijpen, toepassen, analyseren, evalueren en creëren. Bij een rijke leeractiviteit worden in ieder geval meerdere niveaus aangesproken. Koppel deze niveaus aan je lesdoelen: groep één beheerst aan het einde van de les niveau 1 en 2, groep twee beheerst niveau 1 t/m 3 en groep drie beheerst niveau 1 t/m 4.

Tip 6. Experimenteer!

Voor de basisschool-leerkracht is differentiëren niets nieuws, maar voor leerkrachten van het voortgezet onderwijs is dit vaak genoeg nog niet zo vanzelfsprekend. Deze (voor sommigen nieuwe) manier van lesgeven vraagt om herhaling. Hoe vaker je differentiatie toepast in de klas, hoe sneller je het differentiëren onder de knie krijgt en gemakkelijker het je het af zal gaan.

Tip 7. Reflecteer met je leerlingen

Om erachter te komen op welke manier het differentiëren het beste bij jouw leerlingen aansluit, kun je samen met hen reflecteren. Bespreek met elkaar welke werkvorm voor hen werkt en welke niet. Deze waardevolle informatie zorgt ervoor dat je steeds sneller de leerbehoefte van je leerlingen leert herkennen en je passender leert differentiëren.

Tip 8. Leg de lat niet direct te hoog

Schiet je hartslag al omhoog na het lezen van deze tips? Begin dan klein om die beren op de weg te vermijden. Dit geeft je tijd om te ontdekken welke manier van differentiëren het beste bij jouw manier van lesgeven én je leerlingen past. Het hoeft niet vanaf de start helemaal perfect te zijn en volgens het boekje te gaan. Cut yourself some slack. 😉

Bron: Nimbles, een onafhankelijk platform voor aanvullend onderwijs.

 

Kantoor en schoolKantoor en school

 

 

Algemeen

Hoe voer ik een reflectiegesprek met kinderen.

 

In een eerder blog heb ik gesproken over reflecteren en in dit artikel wil ik ingaan op hoe je een goed reflectiegesprek met kinderen kunt voeren.

Het reflectiegesprek:

Een reflectiegesprek bestaat onder andere uit open vragen.

Met de open vragen die je stelt, probeer je dieper in te gaan op het leerproces. Je laat de kinderen uitleggen hoe ze een bepaalde opdracht hebben aangepakt. Ze beschrijven het proces en krijgen zo een kijk op wat er goed en wat er fout is gegaan.

Voorbeelden van open vragen die je kunt stellen:
Hoe heb je de taak aangepakt?
Waarmee ben je begonnen?
Wat was de volgende stap?
Heb je het goed aangepakt? Zo ja waarom en zo nee waarom niet?
Wat heb je geleerd?
Wat was moeilijk?
Heb je hulp gevraagd? Zo ja, wanneer en aan wie?
Wat heb je gehad aan de hulp?
Zou je het de volgende keer anders aanpakken?

Verder geef je in een reflectiegesprek ook feedback, zodat een leerling verder kan in zijn leerproces. Feedback geef je op het leerdoel. Je geeft handvatten om verder te komen.

In de praktijk:

In mijn groep 6 houdt ik ook regelmatig reflectiegesprekken. Sommige kinderen weten heel goed wat ze willen, maar er zijn ook kinderen bij die dit heel moeilijk vinden.
Vaak gaat het over kleine dingen als het toepassen van de spellingsregels, maar ik heb ook een leerling die graag Spaans wil leren.
Terwijl de kinderen met hun leerdoel aan het werk zijn geef ik regelmatig feedback. “Denk je aan de regels”, “Hoe was deze regel ook alweer?” Bij de leerling die Spaans wil leren heb ik voor een cursus Spaans gezorgd.

Bij het reflectiegesprek kijken we wat we het vorige gesprek hebben besproken, hoe het is gegaan. Nu kan het kind ervoor kiezen om verder te werken aan het doel, of het af te sluiten en een nieuw doel te formuleren. Zo had ik een meisje wat erg slecht de tafels beheerste. Ook het klokkijken was erg moeizaam. Ze wilde beide verbeteren. Samen hebben we afgesproken dat ze eerst de tafels ging oefenen. Regelmatig vroeg ik haar ernaar, of kwam ze bij me om een tafel op te zeggen. Ze was heel gemotiveerd. Ze had immers zelf haar leerdoel geformuleerd. Dit werkt veel beter dan dat jij ze opdraagt de tafels te oefenen.
Na een paar weken kwam ze bij me en vroeg om een gesprekje. Ze had haar doel behaald. Nu is ze aan de slag gegaan met het klokkijken.

 

 

Algemeen

Reflecteren met kinderen

In dit artikel beschrijf ik het belang van reflecteren met kinderen.

Vaak is het zo dat wij kinderen in het onderwijs vaak beoordelen op wat zij kunnen. Je wilt het leerproces volgen en hoe kun je dat nu het beste doen. Het afnemen van toetsen, het controleren en beoordelen van het kind en het kind wijzen op zijn/haar fouten.

Maar als je nu een kind hebt, dat niet zo goed presteert en die je dus regelmatig negatief moet beoordelen. Dit komt jou relatie met het kind niet te goede. Wat is dan een alternatief?

Het voeren van reflectiegesprekken met kinderen zou hiervoor een goede oplossing kunnen zijn.

Reflecteren met kinderen heeft verschillende voordelen:

Zo kijkt het kind terug op zijn eigen leerproces, en ontdekt zelf hoe of wat er de volgende keer beter kan.
Het kind leert echt van de eigen fouten. Wat gaat goed, en wat kan beter.
De motivatie om te leren wordt groot. Het kind bepaald immers zelf wat zijn leer- en verbeterpunten zijn.
Het kind krijgt samen met jou inzicht in het niveau.
Door kinderen zelf over hun leerdoel na te laten denken wordt de zelfstandigheid ook vergroot, omdat het kind het reflecteren steeds vaker zal gaan gebruiken.

Sinds dit schooljaar zijn wij begonnen met het houden van reflectiegesprekken. Omdat het voor onze kinderen nieuw is, vinden kinderen dit nog best wel lastig.

We zijn begonnen met de vraag wat het kind graag zou willen leren. Dit varieert dan van het goed kleuren van mijn weektaak tot het leren van een vreemde taal. Het kan zelfs zijn dat kinderen het niet goed weten. Het stellen van goede vragen kan dan leiden tot een goed leerdoel voor dat desbetreffende kind.

Ik merk dat zodra er een leerdoel is vastgesteld, kinderen hier heel bewust mee bezig gaan. Tijdens het gesprek hebben we samen een formulier ingevuld, waarop het leerdoel is geschreven, de manier hoe dit doel te bereiken en wie er eventueel kan helpen bij het bereiken van het doel.

Zie ook mijn blogs over:
Reflect(l)eren in het basisonderwijs,
Reflecteren met kinderen: De reflectiepot!,
De reflectiepot: de reflectievragen,
Hoe voer ik een reflectiegesprek met kinderen.