dinsdag, december 5, 2023

woordenschat

NieuwsbegripOphelderenWoordenschat

Nieuwsbegrip – Planetarium

Deze week gaat de nieuwsbegriptekst over het Planetarium in Franeker.  De tekst is deze week een blokles, dus kan je met deze tekst alle kanten op. Daarom heb ik deze week uit de tekst weer woorden weggelaten. Kinderen moeten op zoek naar de woorden en deze op de goede plek in de tekst plaatsen. Nieuwsbegrip – planetarium

 

Nieuwsbegrip - Planetarium

De les

Omdat we nog aan het begin van het schooljaar zitten, en ik toch wel wat zwakke lezers in de groep heb, start ik deze keer met het laten zien van het jeugdjournaal bij de tekst van deze week. Zo weten de kinderen waar de tekst over gaat. Ook zijn er dan gelijk al wat moeilijke woorden voor de kinderen duidelijk geworden.

Daarna krijgen de kinderen van mij de tekst waar ik negen woorden uit heb gehaald. Deze woorden heb ik op kaartjes gezet. In tweetallen gaan de kinderen eerst de tekst lezen en samen bedenken welke woorden op de lege plekken moeten komen.  De kaartjes met de woorden vind je in het bestand onderaan deze blog. Let wel dat deze woorden uit de A-tekst komen. Met de B-tekst kun je natuurlijk iets soortgelijks doen. Wij hebben deze keer deze tekst met groep 5 t/m 8 samen gedaan, waarbij we kinderen van groep 7/8 lieten samenwerken met groep 5/6.

Zodra de kinderen de tekst hebben gelezen mogen ze op zoek gaan naar de woorden. Ik heb de woorden in verschillende kleuren gekopieerd en uitgeknipt. Deze heb ik bij elkaar in een beker verstopt (bij mooi weer kan dit buiten). Elk tweetal krijgt een kleur toegewezen. Deze kinderen mogen uit de bekers alleen deze kleur woorden meenemen. Zo weet je zeker dat een tweetal meerdere keren een kaartje met dezelfde woorden meeneemt. Op deze manier hebben de kinderen ook even een moment tijdens deze les dat ze kunnen bewegen.

Nieuwsbegrip - Planetarium

Hebben ze alle negen woorden gevonden, dan kunnen ze deze in de tekst gaan inpassen. Hadden ze dezelfde woorden bedacht, of komen er nu hele andere woorden? Heel mooi is hoe er hier fijn samengewerkt wordt door de kinderen.

De woorden

De volgende woorden heb ik uit de tekst gehaald en staan op de kaartjes (let op dit is de A-tekst):

  • regel 1: planeten
  • regel 7: Friesland
  • regel 10: sterren en planeten
  • regel 14: zonnestelsel
  • regel 19: planetarium
  • regel 25: Nederland
  • regel 29: museum
  • regel 32 monumenten
  • regel 33: Werelderfgoedlijst

Het bestand

01 – Nieuwsbegrip – Planetarium

 

DoolhovenLesideeënOverig Taal/LezenWoordknapZelfknap

Woorddoolhof 1 (thema zomer)

Onze eerste woorddoolhof 1 is gemaakt. Een leuk doolhof met een twist.
In het doolhof zitten plaatjes verstopt en de eerste letters van al deze plaatjes vormen samen een woord dat gezocht moet worden, vandaar de titel woorddoolhof.
Een leuke activiteit voor tussendoor of als de kinderen klaar zijn met hun werk. In de keuzekast kan hij ook prima  als aanvulling voor in je keuzekast of een mooie afsluiter voor het einde van de dag?
Wie kan dit woorddoolhof  het snelste oplossen?

Thema.

Dit woorddoolhof is met het thema zomer.
Het is de bedoeling dat we in de toekomst nog meer van deze woorddoolhoven gaan maken met een bepaald thema.
Houd deze website goed in de gaten als je er in de toekomst nog meer wilt, en heb je een leuk idee voor een thema? laat het gerust weten in een reactie of via het contactformulier!

Woordenschat

Het maken van een woorddoolhof is goed voor de woordenschat, maar ook voor de auditieve synthese. Welke klank hoor je eerst? Als aanvulling kun je ook de kinderen de woorden laten schrijven. Zo kun je ze voor een heleboel leeftijden gebruiken!

 

Woorddoolhof 1

Het bestand:

01 – woorddoolhof 1.

 

 

 

.


Kijk ook eens op mijn yurlspagina met veel rechtstreekse links naar deze pagina!

KeuzekastLesideeënOverig Taal/LezenTaal/lezenWoordknap

Taalopdracht: Waar ga je naar toe….?

Taalopdracht: Waar ga je naar toe....?Voor rekenen is er heel veel te vinden op het internet, maar voor taal wordt het toch wel wat lastig.
Daarom deze taalopdracht: Waar ga je naar toe….?, want om extra te oefenen met taal krijgen kinderen toch al snel de standaard invuloefeningen en dat is, zeg nou zelf, toch echt niet altijd leuk.
In deze taalopdracht wordt vooral de woordenschat geoefend.

Puzzel

In deze werkbladen wordt de woordenschat geoefend door middel van het maken van puzzels: Waar ga je naar toe….?
In deze puzzel zijn 14 openbare plaatsen verwerkt waar je naar toe kunt gaan.

Bij de kruiswoordpuzzel worden 14 vragen gesteld. Bijvoorbeeld: Waar ga je naar toe als je iets wilt leren.
De kinderen kunnen dan op het puzzelblad kijken naar de plaatjes van de gebouwen en zullen daar een plaatje vinden met een school.
Omdat op het puzzelblad de afbeelding staat, met het woord erbij, krijgen de kinderen een beeld bij het woord.
Deze woorden moeten dan op de goede plek in de puzzel worden geschreven.
Bij deze opdracht wordt dus de woordenschat geoefend met woorden van openbare gebouwen.

Met deze woorden hebben we ook nog een woordzoeker gemaakt. Op deze manier zijn de kinderen op verschillende manieren op een leuke manier met dezelfde woorden bezig.

Deze puzzels kunnen natuurlijk ook heel goed in de keuzekast worden gelegd bij het onderdeel woordknap.

Het bestand :

01 – Waar ga je naar toe – kruiswoordpuzzel en woordzoeker.


NieuwsbegripWoordenschat

Nieuwsbegrip in combinatie met weerwoord

In de tekst van deze woorden zaten voor de kinderen best veel moeilijke woorden. Als het even kan doe ik Nieuwsbegrip in combinatie met weerwoord van Kentalis. Hier heb ik al eens eerder over geschreven in : Kant-en-klare woordenschatlessen bij de Nieuwsbegripteksten.

combinatie met weerwoordWeerwoord

Daarom vooraf aan deze Nieuwsbegriptekst de les van Weerwoord. Deze les heeft een semantisatieverhaal waarin moeilijk woorden uit de tekst op een leuke manier worden uitgelegd, ondersteunt door dia’s in een powerpoint die je bij Kentalis kunt downloaden.  Voor de AA-tekst, de A- en de B-tekst zijn aparte lessen te downloaden.
Je kunt eventueel in de klas deze woorden nog op een woordmuur plaatsen zodat de kinderen er nog eens naar kunnen kijken. Ook probeer ik regelmatig de woorden te herhalen of terug te laten komen tijdens bijvoorbeeld momenten in de kring.

Nieuwsbegrip

Dan is het tijd voor Nieuwsbegrip. In de nieuwsbegriptekst van deze week heb ik de woorden van weerwoordles in Word geel gemarkeerd. Deze teksten met markeringen heb ik voor de kinderen uitgeprint. Ze hoeven dus niet meer naar de woorden te zoeken.
In het jeugdjournaal was het onderwerp al aan bod geweest, dus kinderen wisten er wel wat van. Zoals gewoonlijk modellen we het begin van de tekst, daarna gaan de kinderen samen de tekst lezen en aan elkaar de geel gemarkeerde woorden uitleggen. Hierbij vullen ze elkaar aan of verbeteren ze elkaar. Omdat we Nieuwsbegrip dus in combinatie met weerwoord doen, hebben de kinderen de woorden al eens gehoord/ gezien en gaat dit dus heel goed.

Betekenis vinden in de tekst

Natuurlijk moet je kinderen ook leren dat je de betekenis van woorden vaak ok uit de tekst kunt halen door vooruit of terug te lezen in de tekst. Omdat de kinderen de woorden dus al hebben gezien, kun je ze dit heel goed laten ervaren tijdens het nabespreken. Tijdens het werken in tweetallen zul je het bij bepaalde kinderen ook al wel terug zien, of kun je erop wijzen als ze het echt niet meer weten.

Kortom: Nieuwsbegrip in combinatie met weerwoord is heel waardevol om te doen.


NieuwsbegripOphelderenWoordenschat

Nieuwsbegrip – puzzelen met woorden

Zo heerlijk om te zien hoe mijn collega ook in groep 4 aan nieuwsbegrip op een andere manier werkt. Nieuwsbegrip – puzzelen met woorden. Bewegend leren en begrijpend lezen ineen.

Puzzelen met woorden

Nadat de tekst is modelend is voorgelezen en er over de tekst is gepraat, krijgen de kinderen de tekst met daaruit allerlei woorden weggelaten.
Mijn collega heeft al deze woorden buiten op het plein in stroken opgeplakt. Bij deze stroken heeft ze een schaar gelegd zodat de kinderen als ze een strook vinden een woordje af kunnen knippen en mee naar binnen kunnen nemen.

De kinderen gaan enthousiast op zoek en knippen de woorden af. De manier van werken is bij elk kind verschillend. De een haalt een woordje op en gaat gelijk kijken of hij in de tekst kan vinden waar het woord hoort, terwijl een ander kind juist eerst alle woorden opzoekt en als hij ze allemaal heeft pas gaat puzzelen.

Nieuwsbegrip - puzzelen met woorden

De woorden in de tekst plakken

De tekst hadden de kinderen gekregen op A3-formaat, zodat de woorden van de stroken ook echt in de tekst konden worden geplakt. De kinderen kijken eerst samen met hun maatje of ze de woorden allebei op dezelfde plek hebben. Zo niet, dan lezen ze het nog eens heel goed om te kijken wat nu het goede is. Zo ontdekken ze samen wat de goede antwoorden moeten zijn.

Nieuwsbegrip - puzzelen met woorden

Aan het einde van de les plakken de kinderen de woorden ook daadwerkelijk in de tekst, en vol trots gingen de kinderen aan het einde van de dag met de tekst in de hand naar huis.

Deze les kun je natuurlijk ook heel goed in de hogere groepen geven!!

Deze les Nieuwsbegrip – puzzelen met woorden heb ik geplaatst bij Nieuwsbegrip, ophelderen van onduidelijkheden, maar ook bij woordenschat. Je kunt ze goed onderbrengen onder beide categoriën.


DrankDrank

 

NieuwsbegripWoordenschat

Nieuwsbegrip – woordenschat

Nieuwsbegrip – woordenschat. Zoals ik eerder al eens schreef in het artikel Nieuwsbegrip – Kun je de verschillende niveaus naast elkaar gebruiken is het erg belangrijk dat kinderen pas begrijpend kunnen lezen als ze de tekst ook begrijpen.  Daarom ga ik deze week met woordenschat aan de slag.  Elke week worden er doelwoorden voor woordenschat gegeven in de handleiding bij Nieuwsbegrip, en deze gebruik ik ook voor deze les.

Voorbereiding

Deze les vergt enige voorbereiding vandaar dat ik hem vandaag al publiceer. Ik heb de les nog niet gegeven, dus weet ok niet hoe hij zal verlopen.
Ten eerste heb ik de woorden in de tekst weggehaald en daarvoor in de plaats nummers gezet. Dit kun je doen door de tekst als word-document te downloaden en te bewerken, maar je kunt natuurlijk ook een correctieroller gebruiken en dan de nummers erin schrijven.


De woorden die ik eruit heb gehaald heb ik op flashcards geschreven en deze hang ik buiten verspreid over het schoolplein.  De zogenaamde gatentekst print ik uit voor ieder kind.

De les

Normaal gesproken laat ik nooit het jeugdjournaal bij Nieuwsbegrip voor het lezen, maar dat doe ik nu wel. Ook de zwakkere lezers hebben dan een idee waar de tekst over gaat. Hierna maak ik koppels en laat de kinderen de tekst samen lezen en voorspellen welke woorden er op de open plekken zouden moeten komen. Dit laat ik ze samen opschrijven.
Hebben ze dit gedaan, dan gaan we met zijn allen op zoek naar de woorden. Ook deze schrijven ze weer op. Eerst alle woorden opzoeken. Zijn alle woorden gevonden, dan nemen ze hun tekst er weer bij en gaan deze woorden in de tekst plaatsen.

nieuwsbegrip - woordenschat
Door de kinderen eerst te laten voorspellen wat er op de open plekken zou moeten komen, dwing je ze als het ware om goed terug en vooruit te lezen. Ook komen ze zo misschien tot woorden die het zelfde betekenen als het woord wat erin past. Zo vergroot je de woordenschat van de kinderen, ook door het overleggen met elkaar.

Tot slot

Tot slot lezen we samen de tekst en kijken of het klopt, en kunnen we ook kijken of iedereen de woorden begrepen heeft. Als er verkeerde antwoorden komen, kun je ook met elkaar bespreken waarom het fout is. Tijdens het lezen laat ik elke keer de tweetallen de woorden op een wisbordje schrijven zodat ik kan zien welke antwoorden zijn ingevuld.

Voor mijn andere lessen Nieuwsbegrip kun je kijken onder het tabblad Nieuwsbegrip.

AlgemeenOnderwijsmaterialenReviews

Woordenschat oefenen met deze leuke oefenboeken

Woordenschat oefenen is heel belangrijk. Je bent hier eigenlijk altijd mee bezig. Kinderen vragen vaak wat bepaalde woorden betekenen, het komt altijd naar voren bij begrijpend lezen en wereldoriëntatie. Ook tijdens het kijken van het ochtendjournaal komen er veel woorden voorbij die uitleg nodig hebben. Voor het extra woordenschat oefenen zijn er de oefenboeken van Kidsweek. Drie oefenboeken, één voor groep 4. één voor groep 5/6 en één voor groep 7/8. 

Speelse manier

In de oefenboeken van Kidsweek oefenen de kinderen op een speelse manier met woordenschat.  In de boeken staan oefeningen die horen bij artikelen over het nieuws. Het zijn leuke opdrachten waarbij je soms moet tekenen, een rebus moet oplossen of woordvelden maakt. Ook zijn er moppen, puzzels en raadsels, wat het oefenen n deze oefenboeken extra leuk maakt.

Opbouw

In alle drie boeken is de opbouw hetzelfde, alleen is de moeilijkheid van teksten natuurlijk naar niveau aangepast.  Er zijn verschillende oefeningen met verschillende thema’s. Elke oefening gaat over een bepaald artikel uit het nieuws. Het is wel zo dat het onderwerpen zijn die je eigenlijk altijd kunt behandelen, en dus niet aan een bepaalde tijd zijn gekoppeld, anders zouden deze boeken snel gedateerd zijn.
Elke oefening begint met het doel, welke woorden er geleerd gaan worden. Dan wordt op verschillende manieren het onderwerp geïntroduceerd, waarna het artikel volgt. In het artikel staan er al woorden in een andere kleur gedrukt. Daarna worden de woorden duidelijk uitgelegd met behulp van bijvoorbeeld vergelijkingen, foto’s en woordparaplu’s. Allemaal heel duidelijk. Op een hele leuk maier volgen er dan oefeningen om met de woorden te oefenen. (op de foto zie je een voorbeeld uit het boek van groep 5/6)
Na enkele oefeningen volgt een quiz met de geoefende woorden.

woordenschat oefenen

Uitvoering

De werkboeken zijn mooi vormgegeven. De bladzijden zijn van stevig papier, en drukt als je erop schrijft niet door. Er zit een stevige kaft omheen zodat ze ook tegen een stootje kunnen als ze bijvoorbeeld in een laatje of vak worden bewaard bij andere spulletjes.

woordenschat oefenen

De oefenboeken woordenschat van Kidsweek zijn beschikbaar gesteld als recensie-exemplaar door Uitgeverij Unieboek | Het Spectrum bv.

DownloadsOverig Taal/LezenTaal/lezen

Werkwoordenmemory.

Met deze werkwoordenmemory leren de kinderen werkwoorden herkennen. Kinderen vinden het soms best lastig om werkwoorden te herkennen. Met deze memory komen ze met heel veel gangbare werkwoorden in aanraking.

Werkwoordenmemory

werkwoordenmemoryDit spel wordt gespeeld zoals het alom bekende memory gespeeld hoort te worden. Het enige verschil is dat in dit geval het plaatje bij het woord gezocht moet worden. Je kunt hierbij in moeilijkheid variëren. Zo kun je de woorden en de plaatjes apart op tafel leggen, zodat de woorden bij elkaar liggen en de plaatjes. Zo weet je zeker dat je een plaatje en een woord omdraait. Maar je kunt natuurlijk ook gewoon alle kaartjes schudden en het door elkaar op tafel leggen.

Hoe nog meer te gebruiken?

Ook voor kinderen met een taalachterstand of anderstalige kinderen is dit een leuke oefening. De werkwoorden en de plaatjes kunnen dan gebruikt worden om de woorden te leren. Je kunt de woorden bij de plaatjes laten zoeken en laten uitbeelden.
Ook kun je beginnen met bijvoorbeeld vijf plaatjes en woorden, en dit steeds verder uitbreiden zodat de woordenschat steeds groter wordt.  De memory bestaat uit 35 plaatjes met 35 bijpassende werkwoorden. Van gangbare werkwoorden tot toch wat lastigere.  Je kunt er echt van alles mee verzinnen.



werkwoordenmemory Het bestand met de memorykaartjes is hieronder te downloaden. Ik raad wel aan om de kaartjes te lamineren zodat ze lang goed blijven. Ik heb de kaartjes eerst nog op een ander (gekleurd) vel papier geplakt, anders kun je dwars door de kaartjes heen kijken na het lamineren, en dat is bij een memoryspel toch niet helemaal de bedoeling.

 

 

 

Het Bestand:

01 – werkwoordenmemory

NieuwsbegripNieuwsbegripTaal/lezenWerkbladen

Nieuwsbegrip: Thuiswerken week 15

Nieuwsbegrip thuiswerken? Nieuwsbegrip had zijn opdrachten al wel aangepast zodat kinderen er thuis wat gestructureerder mee aan de slag kunnen, maar ik heb voor de A en de B teksten weer een eigen werkblad gemaakt voor de kinderen. Deze week voor Nieuwsbegrip week 15 die helemaal in het teken van de Pasen staat.

Waarom eten we paaseieren?

Deze week gaat de tekst over Pasen en waarom we paaseieren eten. Zowel de A-tekst als de B-tekst heeft een alinea over het christelijke paasverhaal. De A-tekst heeft verder een alinea over paashazen, eieren van chocolade en smaken van paaseieren. De B-tekst vertelt over het lentefeest en vasten, Parijse banketbakkers en hoe chocolade-eieren worden gemaakt.

De opdrachten.

De opdrachten zijn weer redelijk hetzelfde als andere weken. Dit om de kinderen toch wat structuur te bieden. Actief lezen, wat vinden de kinderen belangrijk en proberen een korte samenvatting te maken. Bij de verwijswoorden heb ik nu een extra aanwijzing gegeven omdat ik merkte dat kinderen dit nog best wel lastig vinden. Ik heb er een ondersteundende vraag bij gesteld waardoor ze gemakkelijker op de verwijzing komen.

Als afsluiter deze week weer een best lastige woordzoeker met woorden uit de tekst.

Werkbladen.

Hieronder deel ik de twee werkbladen als PDF-bestand. Deze zijn vrij te downloaden en kun je naar je leerlingen sturen samen met de tekst die je bij  Nieuwsbegrip kan downloaden.  Deze teksten kan ik hier niet delen, omdat je hiervoor een account moet hebben bij Nieuwsbegrip. Heb je dit niet, dan kan je nu natuurlijk tijdelijk een proefabonnement nemen.

 

De bestanden:

01 – Nieuwsbegrip week 15 – werkblad bij tekst A
02 – Nieuwsbegrip week 15 – werkblad bij tekst B


KeuzekastLesideeënOverig Taal/LezenTaal/lezenWoordknap

Woordjeszeeslag 2, laat de “woord”-bootjes zinken.

Woordjeszeeslag , voor groep 4 tot en met 6.

Woordjeszeeslag 2Na het grote succes van de eerste editie van zeeslag met woorden hebben we alweer een tweede editie gemaakt: Woordjeszeeslag 2
Voor de groepen 4 tot en met 6 heb ik voor elke groep 4 zeeslagkaarten gemaakt.
Op die manier zijn er per groep zo 6 combinaties te maken van het befaamde spel zeeslag.
Zeeslag niet met bootjes of onderzeeërs maar met woorden.

Raad de juiste woorden en laat deze “woord”-bootjes zinken.

Hoe het spel werkt?

De spelregels zijn heel eenvoudig.
In het bovenste”eigen” veld staan een aantal woorden en in het onderste veld moeten de leerlingen raden waar de woorden van de tegenpartij staan.
Door om de beurt een veldnummer te vragen kan de tegenpartij aangeven of er een letter op dat veld staat en welke letter dat is.
Als een leerling denkt dat hij alle letters van het woord heeft dan mag hij tijdens zijn beurt vragen of het het juiste woord is.
Is dit juist dan kan er een streep door dit hele woord gezet worden en is het “woord”-schip gezonken.
Degene die alle woorden zo snel mogelijk raad heeft natuurlijk gewonnen.

In de bestanden hebben we de zeeslagkaarten per groep gemaakt. Je kunt natuurlijk zelf kijken welke kaarten met welke woorden voor jou groep het meest geschikt zijn. Het is slechts een indicatie.

Woordjeszeeslag 2

De bestanden:

01 – Woordjeszeeslag 2 – groep 4.
02 – Woordjeszeeslag 2 – groep 5.
03 – Woordjeszeeslag 2 – groep 6.


Sieraden en accessoires - NLSieraden en accessoires - NL

LesideeënOverig Taal/LezenWoordknap

Taalopdracht: Thema Gezond

Taal op Maat extra taalopdrachten.

Ik werk in mijn groep 5/6 met de methode Taal op Maat. In deze methode worden regelmatig woordenschatlessen gegeven en om de kinderen eens op een andere manier hiermee aan de slag te laten gaan hebben we de taalopdracht: sport gemaakt.
De woorden uit deze taalopdracht zijn woorden die passen bij thema 2 van de taalmethode voor groep 5.
Tijdens het maken van deze opdracht kwamen we al snel op het idee om de woorden van groep 4 en groep 6 ook maar te maken. Deze draaien om hetzelfde thema gezond en hebben voor groep 4 woorden die met eten en koken te maken hebben en bij groep 6 om uiterlijk.

De verschillende onderdelen.

Omdat niet alle woorden gemakkelijk in een puzzel te verwerken zijn hebben we een keuze gemaakt. Er zijn 3 verschillende puzzels gemaakt in twee verschillende niveaus.

De eerste is een kruiswoordpuzzel. Deze puzzel is er in twee niveaus. Eén met afbeeldingen en geschreven woord en één met alleen de afbeeldingen.

De tweede puzzel is een woordzoeker. De kinderen zoeken kriskras de woorden in het puzzelveld. Ook hier een versie met afbeeldingen met woorden en een versie met alleen de afbeeldingen.

Als laatste de derde puzzel. Dit zijn rebussen. Ook hier is er weer een moeilijke en een gemakkelijke versie. De bestanden met de puzzels zijn hieronder in drie PDF-bestanden te downloaden.

Verschillende oefeningen op verschillend niveau.

Met deze taalopdracht kun je de kinderen nog eens op een andere manier met de woorden laten oefenen. Je kunt het op de weektaak zetten, maar je kunt ze ook in de keuzekast leggen bij woordknap.

Omdat de puzzels in een moeilijke en een gemakkelijke versie zijn gemaakt, kun je ook er ook nog differentiatie in aanbrengen.

De bestanden:

01 – Taalopdracht: eten (groep 4 – Taal op maat – Thema 2)

02 – Taalopdracht: sport (groep 5 – Taal op maat – Thema 2)

03 – Taalopdracht: uiterlijk (groep 6 – Taal op maat – Thema 2)

Wil je op de hoogte blijven vind dan mijn facebookpagina leuk, of wordt lid van Basisonderwijs


KeuzekastLesideeënWoordknap

Taalopdracht: Waar reis je mee….?

Voor rekenen is er heel veel te vinden op het internet, maar voor taal wordt het toch wel wat lastig. Zelfs op Pinterest vind ik niet veel.
Daarom deze taalopdracht: Waar reis je mee….?, want om extra te oefenen met taal krijgen kinderen toch al snel de standaard invuloefeningen en dat is, zeg nou zelf, toch echt niet altijd leuk.
In deze taalopdracht(en) wordt vooral de woordenschat geoefend en sluit prima aan bij de Kinderboekenweek dit jaar!!

Puzzels

De taalopdracht bestaat uit puzzels. Twee verschillende soorten puzzels in verschillende versies. De eerste puzzel is een invulkruiswoord. Om de puzzel staan afbeeldingen met de woorden erbij van vervoermiddelen. De woorden moeten in de puzzel worden ingevuld. Enkele van de letters zijn hier al ingevuld.
De tweede puzzel is dezelfde als de eerste, maar dan staan de woorden niet meer bij de afbeeldingen.

In de derde een de vierde puzzel, zijn de woorden nogmaals verwerkt in een puzzel, ditmaal een woordzoeker. Ook hier weer een woordzoeker met afbeelding en woord, en een woordzoeker met alleen de afbeelding.

waar reis je mee

Zo zijn de kinderen met deze Taalopdracht: Waar reis je mee….? op verschillende niveaus en op verschillende manieren met woorden bezig uit het thema vervoer.

Deze opdracht kun je natuurlijk weer heel goed wegleggen in de keuzekast bij woordknap.

Het bestand:

01 – Waar reis je mee. – versie 3


Algemeen

Coöperatieve werkvormen 8: Woordweb

In dit achtste deel van de serie over coöperatieve werkvormen gaan we het hebben over het woordweb. In het artikel Coöperatieve werkvormen, welke zijn er allemaal, en hoe pas je ze toe? heb ik een opsomming gegeven van de werkvormen. Ik wil dit een vervolg geven in een serie artikelen waarin ik dit ga uitbreiden met voorbeelden. Coöperatieve werkvormen zijn heel goed toe te passen in allerlei soorten situaties binnen het onderwijs, het is soms alleen lastig om op ideeën te komen.

Ik laat de kinderen in mijn klas regelmatig een woordweb maken. Vaak alleen, als we een tekst gaan schrijven bijvoorbeeld, maar het kan ook samen met andere kinderen in deze coöperatieve werkvorm.

Bij deze werkvorm werken de kinderen in groepjes van vier. Ze krijgen een groot vel papier, en ieder heeft een eigen kleur pen, stift of potlood. Zo kun je als leerkracht achteraf goed zien wat het aandeel van elk kind is geweest in het woordweb.
In het midden van het vel papier komt het onderwerp te staan. De kinderen gaan hieromheen een woordweb maken. Ze mogen hierbij schrijven, maar ook tekeningen maken. Misschien gaat het bij oudere kinderen al snel naar een mindmap toe, maar dit hoeft niet het geval te zijn bij deze werkvorm.

Daarna trekken de leerlingen lijnen tussen bepaalde begrippen die iets met elkaar te maken hebben. Als het bijvoorbeeld over een verhaal gaat, kunnen de hoofdpersonen verbonden worden met een lijn.

Taal

Bij taal kan deze werkvorm heel goed gebruikt worden voor het vergroten van de woordenschat. Zo kun je een woordweb maken over het huis. Je kunt je voorstellen hoeveel woorden hieromheen gemaakt kunnen worden, en hoe die met elkaar te verbinden. Je hebt namelijk de verschillende ruimtes in het huis, maar ook wat daarbij hoort. Kinderen leren hierbij ook nieuwe woorden van elkaar.
Een woordweb maken n.a.v. een verhaal kan ook heel goed. Waar gaat het verhaal over, en welke nieuwe woorden heb je in dit verhaal gehoord.

Zaakvakken

Bij de zaakvakken kun je deze vorm ook heel goed gebruiken. Om de voorkennis te activeren van het onderwerp. maar ook als afsluiting van een onderwerp. Denk aan: de wereldoorlogen, de middeleeuwen, Nederland, Europa, diersoorten en energie.

Ook bij deze werkvorm worden weer verschillende samenwerkvormen geoefend, namelijk: luisteren, overleggen en besluiten nemen.

Miljoenen artikelen

KeuzekastLesideeënOverig Taal/LezenTaal/lezenWoordknap

Samengestelde woorden oefenen, maar ook woordenschat.

Samengestelde woorden zijn woorden als bakfiets of rugzak.
De woorden bestaan uit twee afzonderlijke woorden, namelijk rug en zak en bak en fiets.
In het Nederlands kun je ontelbaar veel samenstellingen maken.

Een samenstelling heeft een aantal kenmerken:

  • Als twee (of meer) woorden een samenstelling vormen, zijn ze één geheel, en is er dus ook vaak één hoofdklemtoon: rúgzak, rúgzaktoerisme, áchterzak.
  • Het laatste deel is de kern van het geheel en bepaalt ook het woordgeslacht: het is de zak en dus ook de rugzak en de achterzak; het is het zakje en dus ook het rugzakje.
  • Het laatste deel geeft aan om wat voor ding het gaat; het eerste deel specificeert het laatste deel (een rugzak is een soort zak, net als een babydraagzak, een achterzak, een geldzak en een jaszak).
  • De delen van een samenstelling zijn ‘echte woorden’: ze kunnen ook zelfstandig voorkomen. Hierin onderscheiden samenstellingen als rugzak zich van afleidingen als zakkig (‘vervelend’), dat uit zak en het achtervoegsel -ig bestaat, en ruggelings (rug + het achtervoegsel -lings). Zo’n achtervoegsel kan niet als zelfstandig woord voorkomen.
  • Ook werkwoorden (kennismaken, opdoen) en bijvoeglijke naamwoorden (bedrijfsmatig, donkergroen) kunnen samenstellingen zijn (dan bestaan ze uit delen die zelfstandig kunnen voorkomen) of afleidingen (zoals bewerken, ontwapenen en groenig).
  • In samenstellingen kunnen streepjes worden gezet; meestal mág dat sowieso om de duidelijkheid te verhogen (zoals in stro-pop; stropop leest niet prettig). Bij onder meer klinkerbotsing is een streepje zelfs verplicht.

Belangrijk.

Samengestelde woorden zijn belangrijk, want een basisregel van de Nederlandse spelling is dat samenstellingen aan elkaar worden geschreven.
Bij korte samenstellingen gaat het aan elkaar schrijven meestal goed, maar bij sommige kinderen blijven hardnekkig de woorden los van elkaar schrijven, en maken fouten als rug zak en voet bal. Dit komt echter niet heel vaak voor.

Maar bij talloze langere woorden, zoals rugzaktoerisme en voetbalverslaggevingsjargon, gaat het vaak mis: veel mensen schrijven (delen van) deze samenstellingen ten onrechte los.

Daarom is het van belang om dit met kinderen al goed te oefenen.
Het herkennen van de twee afzonderlijke woorden is van belang voor het begrip samengestelde woorden.

Het spel.

Dit spel is eigenlijk geen spel want er valt niets te winnen, maar kinderen maken er vaak zelf een spelvorm van.
Er valt namelijk niets te winnen.

Kinderen kunnen dit apart spelen/oefenen of samen.

Doel van het spel is om alle samengestelde woorden en de twee woorden die samen het samengestelde woord vormen te vinden.
Voor de aller vroegste leerlingen staat bij elk woord een plaatje van het woord.
Op die manier “visualiseren” ze het woord sneller, en kunnen ze het ook beter onthouden.

Natuurlijk is spelling van samengestelde woorden ingewikkelder dan alleen maar woorden aan elkaar voegen.
Denk maar aan woorden als abrikoos en jam, want dan wordt het samengestelde woord abrikozenjam.
Maar daar zijn dan wel weer andere oefeningen voor te bedenken.

Deze oefening is heel mooi in te zetten als je de samengestelde woorden hebt aangeboden en kinderen op deze manier aan de slag te laten gaan deze woorden. Ook kun je deze kaartjes heel goed inzetten bij woordenschatonderwijs.

Het bestand.

Het bestand is een pdf met 24 kaartjes van samengestelde woorden en 48 kaartjes met de afzonderlijke woorden.

01 – Samengestelde woorden.

 

 

 

.


 Computer algemeen

NieuwsbegripWoordenschat

Kant-en-klare woordenschatlessen bij de Nieuwsbegripteksten.

Zoals jullie weten ben ik altijd op zoek naar een andere insteek in de Nieuwsbegriplessen. Ook merk ik dat voor sommige kinderen best wel veel lastige woorden in de teksten verwerkt zitten. Zeker kinderen met een kleine woordenschat. Nu heb ik de weerwoordlessen van Kentalis ontdekt.

Weerwoord.

Weerwoord is een ondersteunend product voor het begrijpen van de teksten van Nieuwsbegrip. Woorden worden uit de tekst gehaald en in een semantisatieverhaal verwerkt. Hier worden de woorden uitgelegd, en ook visueel gemaakt.

Deze week heb ik het voor het eerst toegepast bij kinderen met een kleine woordenschat. In een klein groepje de tekst voorgelezen en de platen erbij laten zien. (deze zijn allemaal verwerkt in een PowerPoint).  Ook samen besloten welke woorden we in de klas gingen ophangen.

Heel mooi om te zien was toen we de PowerPoint klassikaal lieten zien dat deze kinderen heel veel woorden toch nog onthouden hadden van deze les. Ik had er deze week voor gekozen om de weerwoordles ook klassikaal te doen, omdat er ook een heel leuk filmpje was toegevoegd aan de PowerPoint, waardoor je de woorden nog duidelijker kon uitleggen. Ik denk er sterk over na, om deze lessen sowieso elke week in te plannen.

De weerwoordlessen zijn voor de niveaus AA, A en B beschikbaar op de site. Je kunt dus echt aan het werk op het niveau van de teksten waar je mee werkt.

De weerwoordlessen zijn gebaseerd op de woordenschataanpak Met Woorden In De Weer (MWIDW), waarvan wetenschappelijk is aangetoond dat dit het woordenschatniveau van kinderen verhoogt.

In het volgende filmpje wordt heel duidelijk uitgelegd hoe je met weerwoord kunt werken. Oorspronkelijk is het ontwikkeld voor kinderen met een taalontwikkelingsstoornis, maar ook heel goed te gebruiken voor alle kinderen.

Ik denk dat deze weerwoordlessen een hele mooi aanvulling zijn op de nieuwsbegriplessen, en zal er ook zeker gebruik van blijven maken!!!

Veel meer informatie en de downloads voor de lessen kun je vinden op: weerwoord.kentalis.nl

Leuke manieren om je Nieuwsbegriplessen anders aan te pakken:

Nieuwsbegrip: vragen stellen

Nieuwsbegrip: verwijswoorden weer net even anders

Samenvatten bij Nieuwsbegrip, maar dan anders.

Vragen stellen bij Nieuwsbegrip op een andere manier.

KeuzekastLesideeënOverig Taal/LezenTaal/lezenWoordknap

Het bloempotalfabet

Het is lente en wat is er dan mooier om met bloemen bezig te zijn. Kinderen zien de sneeuwklokjes en krokussen weer tevoorschijn komen, en in de klas kun je dan met deze leuke bloemen aan de slag. Dus de sneeuwpoppen aan de kant en de bloemen tevoorschijn halen.

Het bloempotalfabet is er op verschillende manieren te gebruiken. De bloempotten zijn steeds hetzelfde, maar de bloemen zijn steeds anders. Zo zijn de kinderen steeds op een andere manier met letters, woorden en plaatjes bezig.

De bedoeling is dat de kinderen de bloemen in de bijbehorende bloempot steken.

Bloempotalfabet.

Op de bloempotten staan alle letters van het alfabet. Deze hoef je natuurlijk niet allemaal te gebruiken, hier ben je vrij in.  Bij elke bloempot horen vier bloemen. Je kunt het apart aanbieden om één aspect te oefenen, maar ook bij elkaar, ook hier ben je geheel vrij in.

Kleine letter combineren met de schrijfletters.

Naast de blokletters die de kinderen leren tijdens het leren lezen worden om sommige scholen ook gelijk de schrijfletters aangeboden, op andere scholen gebeurt dit zodra de kinderen alle letters hebben geleerd. Met de combinatie kleine letter schrijfletter oefenen de kinderen spelenderwijs welke letters bij elkaar horen.

Kleine letter combineren met de hoofdletters.

Weer wat later gaan de kinderen ook de hoofdletters leren. Dan kun je de bloemen met de schrijfletters vervangen voor de bloemen met de hoofdletters. Kinderen kunnen dan de hoofdletters oefenen.

Kleine letter combineren met een plaatje (eventueel met het woord erbij).

Het bloempotalfabet is ook heel goed te gebruiken voor de woordenschat. Zo hebben we ook bloemen gemaakt met afbeeldingen. De beginletters van het woord hoort dan bij een bloempot. Zo is er bijvoorbeeld de bloem met de afbeelding van een appel. Deze hoort dus in de bloempot met de a. Ook is er een bloem met een afbeelding van een appel en het woord erbij.

 

De downloads onderaan dit artikel kun je uitprinten. Als je gaat lamineren, kun je het beste alles eerst uitknippen en daarna lamineren. De bloempotten moet je echter voor het lamineren wel eerst dubbelvouwen. Hoe de kinderen dan de bloemen in het bloempotje kunnen steken leggen we uit in het instructiefilmpje hieronder.

Kinderen vinden het ontzettend leuk om op deze manier met letters bezig te zijn. Zelfs bij de kleuters zou je het al kunnen gebruiken. Ik hoor heel graag wat jullie van het bloempotalfabet vinden.

De bestanden:

01 – bloempotalfabet-bloempotten

02 – bloempotalfabet-bloem-schrijfletters

03 – bloempotalfabet-bloem-hoofdletters

04 – bloempotalfabet-bloem-plaatje-zondertekst

05 – bloempotalfabet-bloem-plaatje- met tekst

En op verzoek voor degene die zelf nog aan de slag willen met de potjes of de bloemen een blanco versie.

06 – bloempotalfabet-bloemen-en-bloempotjes-blanco

Cadeauwinkel

AlgemeenLesideeën

Woordenschat oefenen: “Hoofd naar beneden, duim omhoog!”

Woordenschat is heel belangrijk. Daarom speel ik ook graag woordenschatspelletjes met de groep. Dit spel kun je heel gemakkelijk spelen als je  tussendoor even vijf minuten over hebt, of aan het einde van de dag.

Het is heel eenvoudig. Het spel heet: “Hoofd naar beneden, duim omhoog!”  Je kunt het spelen met allerlei woorden. Ik speel het met de woorden uit de woordenschatlessen van de taalmethode (Taal op Maat), maar je kunt het ook spelen met de woorden van spelling en in groep 3 zelf met de woorden van Veilig Leren Lezen.

Hoe speel je het spel.

  • Kies 3-4 kinderen die hem mogen zijn.
  • Deze kinderen komen voor de klas en krijgen een woordkaartje.
  • De rest van de klas legt het hoofd op tafel, met de ogen dicht, en steken hun duim omhoog.
  • De gekozen kinderen lopen nu heel stil door de klas en kiezen iemand door hun duim aan te raken.
  • Zodra de 3-4 kinderen weer voor in de klas zijn roep je: “Hoofd omhoog!”
  • De kinderen waarvan de duim is aangeraakt staan op.
  • Om de beurt raden ze wie hun heeft uitgekozen, maar dit doen ze niet door ze bij de naam te noemen maar het woordenschatwoord te noemen dat het kind op het woordkaartje heeft staan.
  • Je kunt ze hierbij de betekenis van het woord erbij laten noemen, de woord in een zin laten gebruiken of een synoniem laten noemen.
  • Is het goed gedaan, dan ruilen ze van plaats met diegene die ze gekozen heeft en krijgen ze  een nieuwe kaart, is het fout dan gaan ze weer zitten en begint een nieuwe ronde.


Mijn leerlingen vinden het een leuk spel om te spelen. In het begin vinden kinderen het best lastig om bijvoorbeeld een zin te maken, maar dan kun je iemand laten helpen. Hoe vaker je het speelt, hoe beter het gaat, en zo leren de kinderen op een speelse wijze de woordenschatwoorden, of oefenen ze in groep 3 de letters of woorden van de kern.

 

Miljoenen artikelen