vrijdag, december 8, 2023

vragen stellen

Algemeen NieuwsbegripNieuwsbegripVragen stellen

Nieuwsbegrip – gevarieerde les

Vandaag hebben we bij Nieuwsbegrip een heel gevarieerde les gedaan. Begonnen met een foto op het digibord, voorkennis activeren met waar/niet waar vragen. Daarna de tekst modellend voorgelezen en vervolgens in tweetallen bedenken welke sleutelvragen er gesteld zouden kunnen worden.

Waar/niet waar

De kinderen krijgen allemaal een rood en een groen papiertje. Ik geef verschillende stellingen over de tekst (dus deze is nog niet gelezen) waarop de kinderen waar of niet waar kunnen beantwoorden. Dit kunnen ze doen door middel van het omhoog houden van hun rode of groene papiertje.
Je merkt zo al heel snel welke kinderen het nieuws al hebben gezien op bijvoorbeeld het jeugdjournaal.

Modellen

Daarna lees ik de tekst modellend voor. In mijn vorige blogs kun je hierover meer lezen. In de handleiding die je elke week bij Nieuwsbegrip vindt, staat altijd letterlijk voorgeschreven hoe je het begin van de tekst modellend kunt voorlezen. Ik merk wel dat hoe het daar staat voor mij niet altijd werkt.  Je moet ook heel goed bedenken wat de kinderen in jou klas al weten, en waar ze op dat moment behoefte aan hebben. Als de kinderen er al best veel van weten, hoef je het niet zo uitgebreid te doen. Dat verschilt per tekst en per onderwerp.

Nieuwsbegrip - gevarieerde les

Sleutelvragen

Vervolgens gaan de kinderen in tweetallen de tekst nogmaals lezen. En markeren ze met markeerstift de belangrijke dingen. Ik geef ze de opdracht mee om één belangrijke vraag bij elk kopje te bedenken. Bedenk maar eens welke sleutelvraag ik straks zou kunnen stellen.
Als de kinderen hier een poosje mee aan de slag zijn geweest, gaan we kijken welke vragen er bedacht zijn. Het is fijn om te merken dat kinderen hier heel goed over hebben nagedacht en ook positieve feedback aan elkaar kunnen geven. Ze wijzen elkaar op hoe je een vraag juist net even anders kan stellen.
Tenslotte stel ik de sleutelvraag en zo werken we per kopje de tekst door.

Jeugdjournaal bij Nieuwsbegrip

Als afsluiting kijken we naar het jeugdjournaal bij deze Nieuwsbegriples.

 

Algemeen downloadsOverig Taal/Lezen

Dobbelsteen met 5w+h-vragen

Deze dobbelsteen met de 5w + h-vragen gebruik ik regelmatig bij een taal opdracht zoals bijvoorbeeld nieuwsbegrip of andere tekst.
Een voorbeeld is bijvoorbeeld het gebruik van de dobbelsteen bij een tekst bij een onderwerp van  Grej of the day of bij een tekst van Nieuwsbegrip.

 

De 5w +h-vragen

De dobbelsteen met de 5w +h-vragen (wie, wat, waar, wanneer, waarom + hoe) gebruik ik regelmatig in de klas. Natuurlijk bij Nieuwsbegrip, maar ook bij bijvoorbeeld bij een tekstopdracht. De kinderen dobbelen bijvoorbeeld met de dobbelsteen: wie, en bedenken dan over wie hun verhaal gaat. Bij waar bedenken ze de plaats etc. Kinderen vinden dit heel erg leuk om te doen, en er komen hele leuke verhalen uit.

Er zijn ook blanco dobbelstenen op de markt die je hiervoor kunt kopen, maar kinderen vinden het ook heel leuk om zelf zo’n dobbelsteen te maken. Je hebt er dan ook gelijk een leuke opdracht bij: Hoe maak je een kubus.

dobbelsteen met de 5w + h-vragen

Daarom heb ik een pdf gemaakt met een kant en klare dobbelsteen die de kinderen zo kunnen uitknippen. Plakken en rollen maar.
Wel even op wat dikker papier afdrukken. Dan blijft de dobbelsteen langer bruikbaar.
Eventueel kunnen de kinderen de dobbelsteen ook een kleurtje geven.

dobbelsteen met de 5w + h-vragen

Het bestand:

01 – Dobbelsteen met taalvragen. Wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe?

 

 

 

.


 

NieuwsbegripVragen stellen

Nieuwsbegrip – de vijf w + h vragen

Als ik bij mij in de groep vraag wat de vijf w + h vragen zijn, dan kunnen de kinderen dit heel goed benoemen. Ik hoor dan in koor: “Wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe?”.  Deze vragen staan bij mij vaak centraal bij de Nieuwsbegripteksten.

Ik heb al eens eerder een blog geschreven over vragen stellen bij Nieuwsbegrip waar dit ook aan de orde kwam.

Modellen

Eerst lezen we de tekst weer samen door. Hierbij ben ik eigenlijk weer alleen aan het modellen. Terwijl ik lees, stel ik mezelf vragen, vraag ik mij af wat bepaalde woorden betekenen en waar woorden naar verwijzen. We bekijken ook de plaatjes en de kopjes en maken ons de tekst zo al een beetje eigen.

Vragen stellen

de vijf w + h vragenDaarna heb ik d.m.v. ijslollystokjes, waar ik de namen van de kinderen op heb staan, tweetallen gemaakt. Deze tweetallen heb ik een dobbelsteen meegegeven met de vijf w + h vragen en een flashcard waarop ze de vragen konden schrijven. Ik heb houten blokjes gebruikt om de vijf w + h vragen op te schrijven, zodat alle tweetallen konden dobbelen, maar je kunt hiervoor ook blanco dobbelstenen gebruiken.

Bij elke alinea bedachten de kinderen een vraag, met behulp van de dobbelsteen. Soms moest er twee keer gedobbeld worden omdat er met een bepaald vraagwoord geen vraag gemaakt kon worden bij een alinea.

Quiz

de vijf w + h vragenZo kwamen er veel kaartjes terug met leuke vragen. Het is erg leuk om te zien dat kinderen de vragen goed kunnen beantwoorden, maar tegelijkertijd bespreek je met de kinderen ook of de vragen goed gesteld zijn. Er kwamen namelijk redelijk wat vragen met verwijswoorden erin. De tekst ging over hoog water in Venetië.
Er kwam een vraag: “Hoe hoog was het de laatste paar dagen?” Kinderen wisten deze vraag goed te beantwoorden, maar ik ging net doen alsof ik de tekst niet goed had gelezen en vroeg mij bij deze vraag dus af wat er hoog was. Een gebouw of een boom? “Nee, natuurlijk niet”, was het antwoord. Zo kwamen we er samen achter dat het niet handig was om in de vraag een verwijswoord te gebruiken.

Een erg leuke les weer, en zeker een aanrader om ook eens met je groep te doen. Laat eens weten of je het ook op deze manier hebt gedaan. Daar ben ik namelijk best benieuwd naar.

ComputerComputer

AlgemeenVragen stellen

Vragen stellen bij de Nieuwsbegriptekst

Vragen stellen.

Zoals jullie weten probeer ik mijn Nieuwsbegrip lessen altijd anders te geven zodat kinderen er actiever en steeds op een andere manier mee bezig zijn. Ik las ook bij de nieuwsberichten bij Nieuwsbegrip, dat vanaf volgend schooljaar Nieuwsbegrip anders aangepakt gaan worden. Hier ben ik heel benieuwd naar.

Ik start de les altijd met het samen doornemen van de tekst. We bekijken de plaatjes en kopjes en voorspellen waar de tekst en elk kopje over gaat. Soms doe ik het zelf en laat daarbij de kinderen zien hoe ik het doe, maar deze keer heb ik het de kinderen laten verwoorden. Ik merk dat de kinderen hier steeds beter in worden.

nieuwsbegrip

We hebben gekeken welke vragen kinderen nog hadden en daarna heb ik de groep ingedeeld in tweetallen.
Bij elke kopje van de tekst heb ik door de tweetallen een vraag laten bedenken. Ik had van te voren een A4-tje  gemaakt op een gelinieerd blad met de kopjes met daartussen genoeg ruimte voor een vraag en een antwoord.

 

 

Voorwaarde voor de vraag was dat het antwoord in het desbetreffende kopje moest staan. Omdat ik dit al vaker op andere manieren met de kinderen heb geoefend (zie ook Nieuwsbegrip vragen stellen en Vragen stellen bij Nieuwsbegrip op een andere manier.) weten de kinderen al goed waar ze op moeten letten.

Vragen beantwoorden

Nadat de vragen waren gemaakt werden deze uitgewisseld met andere tweetallen die de vragen gingen beantwoorden. Heel mooi om te zien is dan dat kinderen bij elkaar om uitleg gingen vragen of gingen vertellen dat de manier van vragen stellen niet goed was. Daardoor ontstonden leuke discussies.

Nieuwsbegrip

Aan het einde van de les bespreken we nog samen enkele vragen, en dan de vragen waarbij het onduidelijk was of het wel klopte, de vragen die heel veel voorkwamen en vragen die juist niet veel voorkwamen.

Kinderen vinden het altijd weer erg leuk om de les op deze manier te doen. Ik hoor vaak dat kinderen Nieuwsbegrip niet zo leuk vinden, maar bij mij komen ze altijd binnen met:”Yes, we hebben weer Nieuwsbegrip!”, en daar doe je het toch een beetje voor. Kinderen moeten plezier hebben aan de lessen en ze moeten er ook nog wat van leren.

 

Algemeen

Coöperatieve werkvormen 7: Interviews

Alweer het zevende blog in de serie over coöperatieve werkvormen. Deze gaat over interviews. In het artikel Coöperatieve werkvormen, welke zijn er allemaal, en hoe pas je ze toe? heb ik een opsomming gegeven van de werkvormen. Ik wil dit een vervolg geven in een serie artikelen waarin ik dit ga uitbreiden met voorbeelden. Coöperatieve werkvormen zijn heel goed toe te passen in allerlei soorten situaties binnen het onderwijs, het is soms alleen lastig om op ideeën te komen.

Interviews

Bij deze werkvorm bedenken de kinderen vragen bij/over een onderwerp dat de leerkracht aandraagt.  De kinderen bedenken vragen die ze willen stellen en schrijven deze op. Dan worden er tweetallen gemaakt en gaan de kinderen elkaar interviewen. Een van beide begint en stelt de vragen aan de ander. Als het antwoord niet duidelijk is, of erg kort, dan vraag het kind ook door tot het tevreden is of het begrijpt. Daarna wisselen ze van rol en wordt de ander interviewer. Dit kun je klassikaal nabespreken door te vragen wat de interviewers hebben gehoord.

Kinderen oefenen bij deze werkvorm het vragen stellen, luisteren naar elkaar, doorvragen, maar ook samenvatten omdat ze het gehoorde moeten terugvertellen tijdens de klassikale nabespreking. Je kunt deze werkvorm inzetten als oriëntatie of om de voorkennis te activeren, maar ook als zelfstandige verwerking of reflectieopdracht.

Voorbeelden waarvoor je deze werkvorm in kunt zetten zijn:

Zaakvakken

  • Wat weet je al van….. (voorkennis activeren)
  • Vertel wat je hebt geleerd bij…….
  • Kun je vertellen wat het belangrijkst is bij…….

Taal/lezen/rekenen

  • Vragen stellen over een onderwerp/tekst
  • Hoe los jij deze opdrachten op?

Algemeen

  • Interview over het weekend/vakantie (ipv de traditionele vertelkring)
  • Interview over wat de kinderen hebben gezien in het jeugdjournaal

Zoals altijd ben ik erg benieuwd naar jullie reacties, en hoe jullie de werkvormen inzetten. Laat het mij vooral weten.

Algemeen

Coöperatieve werkvormen 6: Imiteer

In dit zesde deel over coöperatieve werkvormen is de werkvorm imiteer aan de beurt. In het artikel Coöperatieve werkvormen, welke zijn er allemaal, en hoe pas je ze toe? heb ik een opsomming gegeven van de werkvormen. Ik wil dit een vervolg geven in een serie artikelen waarin ik dit ga uitbreiden met voorbeelden. Coöperatieve werkvormen zijn heel goed toe te passen in allerlei soorten situaties binnen het onderwijs, het is soms alleen lastig om op ideeën te komen.

Imiteer

Imiteer is een werkvorm die vooral in de onderbouw wordt gebruikt, maar kan ook prima bij bepaalde opdrachten in de midden- of bovenbouw worden gebruikt. Bij deze werkvorm maak je groepjes van vier leerlingen. Die gaan in tweetallen tegenover elkaar zitten. Tussen de tweetallen wordt een wandje geplaatst. Dit kun je heel gemakkelijk maken van een stuk karton, of multomappen die je open tussen de tweetallen inzet. De tweetallen kunnen zo niet van elkaar zien wat ze doen. Één tweetal maakt een ontwerp. Als dat klaar is, moet het andere tweetal dit ontwerp namaken. Ze mogen niet kijken, maar alleen vragen stellen. Als de tweede groep klaar is met imiteren, dan vergelijken de kinderen het resultaat. Ze bespreken na wat wel goed ging en –als de ontwerpen verschillen- wat een volgende keer beter kan.

Welke opdrachten kun je hiervoor geven?

Bij kleuters kun je met heel veel materialen dit doen. Zo kun je de tweetallen iets laten bouwen met blokken, Lego of ander constructiemateriaal. Ook kun je ze iets laten maken op een kralenplank, over bepaalde dingen in een volgorde laten leggen of figuren laten maken. (verschillende kleuren en vormen Logiblokken bijvoorbeeld).

Als kinderen het nog lastig vinden om te doen, kun je er ook voor kiezen om het eerst zonder tussenwand te doen. Ze kunnen dan eerst nog bij elkaar kijken en elkaar helpen. Als het dan goed gaat plaats je het wandje ertussen.

In hogere groepen zou je kinderen iets kunnen laten tekenen, wat het andere tweetal weer moet natekenen. Ik heb deze opdracht ook al eens gedaan in groep 5/6 waarbij de kinderen iets moesten bouwen met Twickto. Erg leuk om te doen.

Kinderen leren bij deze werkvorm heel goed vragen stellen, beschrijving geven, naar elkaar luisteren. Verder leren ze termen als eerste, laatste, volgende, erboven ernaast etc. goed gebruiken. Begrippen die bij het taal- en rekenonderwijs in de onderbouw heel belangrijk zijn.

Ik ben heel benieuwd naar vormen van imiteer voor de midden en bovenbouw. Deze zou ik heel graag aan het artikel willen toevoegen, dus laat dit vooral achter bij de reacties, of stuur mij een mailtje

NieuwsbegripVragen stellen

Vragen stellen bij Nieuwsbegrip op een andere manier.

Deze week hadden we weer een les nieuwsbegrip. Tijdens de nieuwsbegriplessen komen altijd de verschillende strategieën aan de orde.  Deze week was vragen stellen aan de beurt.

 

Nu zijn dit altijd lessen die de kinderen erg lastig vinden. De kinderen moesten vragen bedenken bij de tekst en dit met andere kinderen uitwisselen. Mijn ervaring is dat kinderen dit erg lastig vinden en er soms ook niet het nut van inzien. Daarom heb ik het deze les anders bedacht.

 

Nieuwsbegrip anders

Ik heb de groep ingedeeld in vier groepen. Ik deelde vouwblaadjes uit in vier verschillende kleuren. De kinderen met dezelfde kleur gingen bij elkaar zitten en bedachten bij elk tussenkopje in de tekst twee vragen voor een klassikale Quiz aan het einde van de les. De antwoorden van de vragen moesten ook echt in dat stukje van de tekst te vinden zijn.

Dit vonden de kinderen leuk. Ze gingen fanatiek met de tekst aan de slag. Samen lezen en bedenken welke vragen ze konden bedenken. Het ene groepje bedacht alle vragen samen terwijl in andere groepjes de tekst werd verdeeld onder de kinderen.  Kinderen lezen samen, verbeteren elkaar en leggen elkaar moeilijke woorden uit. Dit was heel mooi om te zien.

Quiz

Na ongeveer 25 minuten heb ik de vragen verzameld. De groepjes mochten een  geluid bedenken die ze zouden laten horen als ze het antwoord op een vraag wisten. Wie het eerst zijn geluid laat horen, mag de vraag beantwoorden.  Door de vragen op de gekleurde vouwblaadjes te laten schrijven kon je goed afwisselen. Als een vraag van je eigen groepje aan de beurt was mocht je geen antwoord geven.

Ik merkte dat er hele goede vragen gesteld werden en ook dat de kinderen ook heel goed konden antwoorden. De kinderen hebben op deze manier meer geleerd dan dat ze alleen maar op papier de vragen moeten bedenken en dat er verder niets mee gebeurt.

Ik ga eens even denken of ik bij de andere strategieën ook een leuke manier kan vinden om de les wat aantrekkelijker te maken voor de kinderen.

Tip: Als er bij Nieuwsbegrip een blokles is, maken wij deze niet, maar gebruiken wij de begrijpend lezen oefenboeken van Junior Einstein. Deze zijn al verkrijgbaar vanaf groep 4. Hierin wordt heel goed de CITO vraagstelling begrijpend lezen geoefend.

Algemeen

4 manieren om kinderen kritischer te laten denken.

Heb je er wel eens over nagedacht hoe kinderen denken? Heel anders dan volwassenen doen. Je wilt graag dat kinderen kritisch nadenken. Je wilt dat ze hun denkwijze beredeneren en nadenken over bepaalde oplossingsmethoden. Dit gaat niet vanzelf. Via Pinterest kwam ik op een artikel die hier tips over gaf.

Maak de vragen belangrijker dan de antwoorden.

Vraag aan kinderen wat hun vragen zijn over een bepaald onderwerp, in plaats van ze te laten vertellen wat ze er al over weten. Wat ze al weten hoeven ze niet meer te leren. Waar zijn kinderen nieuwsgierig naar. Laat ze hierover nadenken. Als ze eenmaal vragen hebben bedacht, is het niet de taak van de leerkracht om deze te beantwoorden. Nee, laat de kinderen zelf de antwoorden vinden op hun vragen. Laat kinderen onderzoeken en anwoorden vinden. Dit kunnen ze heel mooi doen met een maatje of groepje.

Gebruik taal die aanmoedigt kinderen kritisch te laten denken

“Heb je je rekenen klaar?” Is niet hetzelfde als “Kun je uitleggen hoe je deze sommen hebt opgelost?” Of “Heb je aan alle mogelijkheden gedacht? Hoe weet je dat? “Het gebruik van taal dat diep nadenken stimuleert, is een effectieve manier om het denken in hogere orde aan te moedigen.

Bied meer mogelijkheden voor samenwerkend leren.

Samenwerkopdrachten kunnen kritisch denken bevorderen wanneer kinderen duidelijk omschreven verantwoordelijkheden hebben en samenwerken om ideeën te analyseren en conclusies te trekken.  Zorg wel dat je opdrachten geeft die aanzetten tot kritisch denken.

Leer studenten kritisch denken door het goede voorbeeld te geven.

Modeleer hoe kritisch denken eruit ziet en hoe het er niet uitziet. Als kinderen niet weten hoe ze bepaalde problemen moeten benaderen, zullen ze dit ook niet doen. Modellen is de manier waarop ze dit kunnen leren. Als kinderen zien hoe het moet, kunnen ze het ook zelf toepassen.

Hele handige tips vind ik zelf. Nu op zoek naar leuke en leerzame samenwerkopdrachten, en bewust zijn van mijn vraagstelling/taalgebruik.