maandag, september 25, 2023

coöperatief

DownloadsNieuwsbegripTaal/lezenVragen stellen

Nieuwsbegrip wie-wat-waar-woordweb

Bij de nieuwsbegriptekst van deze week gaan we aan de slag met het wie-wat-waar-woordweb. Deze vorm is voor de kinderen nieuw, hoewel ze wel weten wat de 5 w+h vragen zijn.

Tekst lezen/modellen

Omdat we nu nog in het begin van het schooljaar zitten, model ik de groot gedeelte van de tekst voor de kinderen.  Ook vraag ik een kind uit groep 6 of ze het ook eens willen proberen. Dit vinden ze vaak wel erg leuk om te doen. Waar nodig vul ik dan nog aan. Eventueel laat is ze de tekst in tweetallen verder lezen. Het liefst een goede lezer met een wat minder goede lezer.
Omdat we ook extra ondersteuning hebben dit jaar, heb ik de kinderen met dyslexie en andere zwakke lezers de tekst al eens  laten lezen met leerkracht die deze ondersteuning doet. Deze kinderen hebben dus deze tekst al eens eerder gezien.

Wie-wat-waar-woordweb

Na het lezen introduceer ik het wie-wat-waar-woordweb. In het midden het onderwerp van de tekst (in dit geval een foto van het oermens Krijn) met daar om heen de 5 w-vragen. Wie, wat, waar, wanneer en waarom.
In groepjes gaan de kinderen in de tekst op zoek naar vragen die ze met deze vraagwoorden kunnen stellen en schrijven rondom het vraagwoord op het woordweb het antwoord. Zo zijn ze bezig met het formuleren van vragen bij de tekst en corrigeren zichzelf gelijk omdat het antwoord uit de tekst moet komen.

wie-wat-waar-woordweb

Na een bepaalde tijd kun je de groepjes hun woordweb laten uitwisselen en gaan de kinderen kijken of ze bij de antwoorden op het woordweb ook de goede vragen kunnen stellen.
Het stellen van goede vragen is soms best lastig, en op deze manier zijn de kinderen er op een leuke manier mee bezig.
Kinderen vinden de lessen op deze manier altijd erg leuk, en doen erg gemotiveerd mee.  Zo wordt begrijpend lezen leuk!

Hieronder kun je het bestand downloaden van het woordweb wat ik heb gebruikt. Als je hem uitprint op A3, kunnen de kinderen er prima mee uit de voeten.
Deze opdracht is natuurlijk ook heel goed te doen in groep 7/8.

Het bestand:

01 – wie wat waar woordweb

 

 

 

.


Mode NajaarMode Najaar

Nieuwsbegrip

Nieuwsbegrip – woordenschat.

Nieuwsbegrip – woordenschat

De woordenschat uitbreiden tijdens de Nieuwsbegriplessen komt altijd weer terug. Eigenlijk kan ik hier alle lessen neerzetten die ik geef. Je bent namelijk hier altijd mee bezig. Tijdens het modellen van een tekst gebeurt dit, maar ook tijdens de zelfstandige verwerking of de samenwerkopdrachten. Hoe vaak hoor ik de kinderen elkaar niet bepaalde woorden uitleggen of omschrijven.

De woordenschat kun je natuurlijk op veel meer manieren oefenen. Voorlezen is daar ook een hele belangrijke bij. Dit doe ik dus ook regelmatig in de klas.

 




BoekenBoeken

Nieuwsbegrip

Nieuwsbegrip – werkbladen.

Nieuwsbegrip- werkbladen6Nieuwsbegrip – werkbladen.

Nieuwsbegrip – werkbladen. Tijdens de momenten dat we thuis moesten werken i.v.m. de Coronacrisis heb ik voor de kinderen werkbladen gemaakt bij de Neuwsbegripteksten. Dit met opdrachten met de verschillende strategieën/ het doel wat Die week aan de orde was bij Nieuwsbegrip.
Aan het einde ziet er elke keer een “leuke” opdracht bij. Dit kan een rebus zijn, een woordzoeker of een puzzel.
Vaak liet ik kinderen deze werkbladen maken en werden ze besproken tijdens de online lesmomenten. Zo konden we toch nog met begrijpend lezen bezig zijn, al was dit best lastig.

Je kunt deze werkbladen nog steeds gebruiken, want de teksten zijn terug te vinden in het archief van Nieuwsbegrip.

 




BoekenBoeken

Nieuwsbegrip

Nieuwsbegrip – verbanden / verwijswoorden.

Tekst




BoekenBoeken

Nieuwsbegrip

Nieuwsbegrip – samenvatten.

nieuwsbegrip - samenvattenNieuwsbegrip – samenvatten.

Hier vind je alle lessen die te maken hebben met samenvatten. Ik heb gemerkt dat je met de kinderen op hele leuke en aantrekkelijke manieren teksten samen kunt vatten. Het is belangrijk dat kinderen ontdekken wat het nut is om een tekst samen te vatten. Dit kun je in je verdere leven zo goed gebruiken. Het begint al met het uitfilteren van wat je eigenlijk wel weg kunt laten in een tekst. Hoeveel kun je wegstrepen en dan toch de tekst nog begrijpen.

Je kunt dit doen door bijvoorbeeld in groepen te werken met de placemat, of gewoon lekker strepen in de tekst.




BoekenBoeken

Nieuwsbegrip

Nieuwsbegrip – ophelderen van onduidelijkheden.

Nieuwsbegrip ophelderen van onduidelijkhedenNieuwsbegrip – ophelderen van onduidelijkheden

Op deze pagina kun je de lessen vinden die met het aanleren van deze strategie te maken hebben. Nieuwsbegrip heeft vaak met een tekst een doel om één van de leesstrategieën aan te bieden. Hier probeer ik bij aan te sluiten op mijn eigen manier. Coöperatief en aantrekkelijk voor de kinderen.

Bij deze strategie is het de bedoeling dat je kinderen bewust maakt van het feit dat ze moeten gaan nadenken wat ze lezen. Snap je iets niet? Lees dan niet gewoon door, maar ga proberen het wel te begrijpen. Dit kun je doen door nog een keer te lezen, woorden te gaan begrijpen of te overleggen met je medeleerling met wie je de tekst aan het lezen bent.

 




BoekenBoeken

Nieuwsbegrip

Nieuwsbegrip – vragen stellen

Vragen stellen bij Nieuwsbegrip doe ik ook regelmatig met de kinderen. Dit doe ik vaak met de 5 w+h vragen. Wie, wat, waar wanneer, waarom en hoe. Op verschillende manieren gaan we hier mee aan de slag. De lessen kun je hieronder vinden.

Wat zegt Nieuwsbegrip hierover?

Nieuwsbegrip zegt hier het volgende over: Vragen stellen bevordert het actief lezen. De toepassing van strategieën als voorspellen, samenvatten en ophelderen van onduidelijkheden gebeurt eigenlijk altijd in de vorm van vragen stellen: Waar zou het over gaan? Snap ik het nog allemaal? Wat ben ik nu te weten gekomen? Daarnaast roept de tekst zelf vaak allerlei vragen op. Een actieve lezer houdt tijdens het lezen in de gaten of deze vragen vervolgens ook weer door de tekst beantwoord worden. Het vragend, actief lezen is voor goede lezers vanzelfsprekend, terwijl minder goede lezers dit vaak juist niet uit zichzelf doen.

Hier sta ik volledig achter, ik pak het alleen op een veel aantrekkelijkere manier (voor de kinderen) aan.




BoekenBoeken

Nieuwsbegrip

Nieuwbegrip – algemeen.

Nieuwsbegrip Algemeen

Op de pagina Nieuwsbegrip Algemeen vind je alle Nieuwsbegriplessen waarbij ik niet echt heb gekeken naar het doel van de desbetreffende les.

Soms kun je met een tekst hele leuke en leerzame dingen doen die ook het begrijpend lezen bevorderen. Dan gebruik ik de tekst dus daarvoor en niet voor het doel waarvoor het was bedoelt. Is dat erg? Nee, helemaal niet, want soms hoef je niet bezig te zijn met de strategieën van het begrijpend lezen! Juist niet, omdat de leesmotivatie juist heel belangrijk is. Is de leesmotivatie er, dan komt het begrijpen er ook wel.

Ook vind je hier de algemene artikelen die ik over mijn manier van lesgeven heb geschreven.




BoekenBoeken

Nieuwsbegrip

Nieuwsbegrip.

nieuwsbegrip andersNieuwsbegrip anders

Begrijpend lezen is een vak dat we moeten geven in Nederland. Begrijpend lezen is voor sommige kinderen erg lastig en daarom vinden veel kinderen het ook niet leuk. Een paar jaar geleden ben ik mijn lessen anders gaan geven. Eerst als experiment, en later werd dit structureel, omdat ik merkte dat de kinderen weer plezier beleefden aan de lessen Nieuwsbegrip en de resultaten van de toetsen werden ook steeds beter.

Inmiddels geven wij op onze school de Nieuwsbegriplessen in alle groepen “anders”.
De kinderen zijn altijd super enthousiast en de resultaten zijn bij ons op school stukken verbeterd sinds wij op deze manier zijn gaan les geven 3 jaar geleden.
We werken dan vooral met coöperatieve werkvormen, zo leert ieder kind op zijn eigen niveau. Samen en met elkaar.

Hieronder vind je verschillende categorieën van de manieren zoals ik de lessen anders heb aangeboden. Nieuwsbegrip werkt vaak met als doel om een bepaalde categorie aan te bieden. Hier probeer ik dan mijn les op aan te passen. Dit lukt niet altijd, en dat wil ik ook niet altijd, omdat begrijpend lezen niet alleen geleerd wordt door het aanbieden van strategieën.

In algemeen vindt je de lessen zonder strategie en algemene artikelen die ik geschreven heb over mijn manier van lesgeven. Dan volgen de verschillende strategieën en als laatste de werkbladen. Deze heb ik gemaakt voor het thuisonderwijs tijdens Corona. Zo konden de kinderen met de teksten aan de slag ook weer op een andere manier.

 

Algemeen.nieuwsbegrip-woordenschat

Vragen stellen.Nieuwsbegrip

Samenvatten.

Verbanden / Verwijswoorden.nieuwsbegrip anders

Woordenschat.Nieuwsbegrip en CITO

Ophelderen van onduidelijkheden.Nieuwsbegrip - Kun je de verschillende niveaus naast elkaar gebruiken?

Werkbladen.Nieuwsbegrip extra 2



Op mijn facebookpagina post ik altijd mijn laatst gegeven lessen!

Algemeen NieuwsbegripNieuwsbegripOphelderenSamenvattenVerbanden / VerwijswoordenVragen stellenWoordenschat

Nieuwsbegrip: Zelf kiezen

Deze week hebben we het natuurlijk weer heel anders gedaan. We hebben de kinderen eens bij Nieuwsbegrip zelf laten kiezen. We hebben besproken welke vormen we allemaal al eens gedaan hebben met de tekst, wat de kinderen leuk vonden en op welke manier ze zelf het meest van de tekst leerden.

Nieuwsbegrip: Zelf kiezen

Nieuwsbegrip: zelf kiezenEr kwamen al snel heel veel manieren bij de kinderen op waarvan zij veel hadden geleerd. Wegstrepen van de minder belangrijke dingen in een tekst, een mindmap maken, vragen stellen met de 5 w+h-vragen, het belangrijkste uit de tekst kleuren en samenvatten, maar ook verwijswoorden kleuren en de verwijzing erbij zoeken.

In deze les ben ik niet begonnen met modellen maar heb ik de kinderen zelf aan de slag laten gaan met de tekst op een manier die zij leuk en leerzaam vonden.

Aan de slag

De kinderen gingen fanatiek aan de slag. Er werden quizen gemaakt, gekleurd, weggestreept en er werd zelfs een eigen Nieuwsbegripjournaal voorbereid. Heel leuk om te zien. Alle kinderen waren serieues bezig op hun eigen manier.
Deze week heb ik wel wat extra tijd ingepland om alles ook goed aandacht te geven. Kinderen willen graag hun quiz doen, hun journaal laten zien en hun samenvattingen voorlezen en mindmappen laten zien. Sommige kinderen deden zelfs meerdere verschillende dingen.

Nieuwsbegrip: zelf kiezen

Groep 7/8

In groep 7/8 gingen ze zelfs nog een stapje verder. Hier werd met de tekst een reactiespel en een kwartet gemaakt.

 

 

 

Deze en andere lessen Nieuwsbegrip kun je vinden op de pagina: Nieuwsbegrip anders, hoe ik de lessen anders geef.

Algemeen

Coöperatieve werkvormen, welke zijn er allemaal, en hoe pas je ze toe?

Coöperatieve werkvormen, welke zijn er allemaal, en hoe pas je ze toe?

Coöperatieve werkvormen zijn goede werkvormen om samenwerken te oefenen. Samenwerken is een vaardigheid die kinderen nodig hebben om goed te kunnen functioneren in de samenleving.
Door met elkaar samen te werken praten kinderen met elkaar over de leerstof. Ze zijn er actief mee bezig en leren van elkaar. “Sterke” leerlingen werken samen met “zwakkere” leerlingen.  Leerlingen krijgen meer inzicht in de leerstof door het elkaar uit te leggen.
Door samenwerken leren kinderen elkaar beter kennen, onstaat er begrip voor elkaar en zijn ook bereid elkaar te helpen.

Meer informatie over coöperatieve werkvormen vind je in dit artikel.

Er zijn verschillende coöperatieve werkvormen die je kunt gebruiken bij het leren:

1. Denken – Delen – Uitwisselen (circa 5 minuten)

De leerkracht geeft een vraag of opdracht, de leerlingen denken kort na en schrijven hun antwoord op. Daarna in tweetallen het antwoord bespreken en uiteindelijk klassikaal uitwisselen.  Geschikt voor open vragen, mening geven, maar ook voor het activeren van voorkennis.

Voor een uitgebreide beschrijving van deze werkvorm klik hier

2. Flitsen (10-15 minuten)

De kinderen maken flitskaartjes, bijvoorbeeld van de tafel van 6, som voorop, antwoord achterop. In tweetallen bevragen de kinderen elkaar, en controleren elkaars antwoord.
Kinderen geven elkaar hierbij complimenten als het goed gaat. Bij het goede antwoord worden de flitskaarten uitgewisseld.
Geschikt voor automatiseren en feitenkennis bij taal, rekenen en de zaakvakken.

Voor een uitgebreide beschrijving van deze werkvorm klik hier

3. Om-de-beurt (5-10 minuten)

De kinderen vormen tweetallen en de leerkracht stelt een vraag waarbij meerdere antwoorden mogelijk zijn. Bijvoorbeeld: Maak zoveel mogelijk sommen met de uitkomst 24. Om de beurt geven de kinderen antwoord.

Voor een uitgebreide beschrijving van deze werkvorm klik hier

4. Dobbelen (15 – 30 minuten)

In de groep wordt een tekst gelezen en besproken. Daarna gaan de kinderen in groepjes zitten. De eerste dobbelt met de dobbelsteen, waarop bijvoorbeeld de woorden wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe staan. Met het woord dat bovenop komt wordt een vraag bedacht over de tekst. De rest van het groepje geeft antwoord op de vraag. Vragen en antwoorden worden opgeschreven en enkele worden klassikaal nabesproken. Heel geschikt voor tekstbegrip bij begrijpend lezen en zaakvakken.

Voor een uitgebreide beschrijving van deze werkvorm klik hier

5. Duo’s (10 – 15 minuten

Tweetallen maken om de beurt één opgave. Eén maakt, de ander kijkt en geeft hulp indien nodig. Er wordt hardop gedacht zodat de ander weet hoe de opdracht wordt aangepakt. Complimenten geven is ook hier weer belangrijk, en bij een fout antwoord samen de oplossing proberen te vinden. Geschikt voor allerlei soorten opdrachten, bijvoorbeeld rekensommen of zinsontleding.

Voor een uitgebreide beschrijving van deze werkvorm klik hier

6. Imiteer (10-15 minuten)

De leerkracht maakt heterogene groepjes van vier leerlingen. Die gaan in tweetallen tegenover elkaar zitten. Ze maken van karton (of mappen) een wandje, zodat ze niet kunnen zien wat de ander achter de wand doet. Één tweetal maakt een ontwerp, op papier of van blokken. Als dat klaar is, moet het andere tweetal dit ontwerp namaken. Ze mogen niet kijken, maar alleen vragen stellen. Als de tweede groep klaar is met imiteren, dan vergelijken de kinderen het resultaat. Ze bespreken na wat wel goed ging en –als de ontwerpen verschillen- wat een volgende keer beter kan.

Voor een uitgebreide beschrijving van deze werkvorm klik hier

7. Interviews (10-15 minuten)

Tweetallen bedenken vragen over een onderwerp dat de leerkracht aandraagt.Leerling 1 interviewt leerling 2, en andersom. Bevindingen worden klassikaal besproken.
Een prima werkvorm om meningen, oplossingsstrategieën en informatie uit te wisselen.

Voor een uitgebreide beschrijving van deze werkvorm klik hier

8. Woordweb (15 minuten)

Elke groep krijgt een groot vel papier. De groepsleden hebben elk een eigen kleur stift, zodat goed te zien is wat het aandeel is geweest van elke leerling. Midden op het vel papier staat in een cirkel/vierkant het onderwerp of begrip. Om de beurt, met de wijzers van de klok mee, schrijven de kinderen iets op wat dit bij hen oproept. tekenen mag ook. Daarna geven de kinderen met pijlen en lijnen aan wat de begrippen met elkaar te maken hebben en worden de woordenwebben opgehangen en toegelicht. Heel goed geschikt voor het activeren van voorkennis.

Voor een uitgebreide beschrijving van deze werkvorm klik hier

9. Brainstorm (10-15 minuten)

Bij het brainstormen geeft de leerkracht een opdracht aan de groepjes. Bijvoorbeeld: Bedenk op welke manieren je energie kunt besparen. De kinderen moeten proberen om zo snel mogelijk ideeën in te brengen. De inbreng van ieder kind is belangrijk, er is geen goed of slecht idee. Ze krijgen hiervoor een aantal minuten, en één kind schrijft. Daarna wordt de brainstorm klassikaal besproken.

Voor een uitgebreide beschrijving van deze werkvorm klik hier

10. Genummerde hoofden (5 minuten)

De kinderen in een groepje krijgen allemaal een nummer. De leerkracht stelt een vraag (bijvoorbeeld: wat betekent het woord…..) en elk kind moet na zoveel minuten het antwoord weten. Iedereen denkt voor zichzelf na en schrijft een antwoord op. Dan steken de kinderen hun hoofden bij elkaar en om de beurt brengen ze hun antwoord in en komen samen tot een antwoord.De leerkracht noemt een nummer en de kinderen met dat nummer steken hun hand op en geven het antwoord op de vraag.

Voor een uitgebreide beschrijving van deze werkvorm klik hier

11. Legpuzzel (1 of meer lessen)

De leerstof wordt verdeeld in gelijkwaardige delen, en de kinderen worden verdeeld in heterogene groepen (stamgroep). De kinderen bedenken een groepsnaam of -logo en de leerkracht nummert de leden van de groepen. De nummers 1 gaan bij elkaar zitten enzovoort (expertgroepen). De leerkracht verdeelt de deelonderwerpen. en vertelt wat de uitkomst van het groepswerk moet zijn. (presentatie, werkstuk) De expertgroepen bestuderen hun onderdeel van de stof, en de kinderen keren daarna terug naar hun stamgroep en vertellen om beurt wat ze geleerd hebben in de expertgroep. De informatie wordt bij elkaar gevoegd tot het eindresultaat. Uitermate geschikt voor zaakvakken.

Voor een uitgebreide beschrijving van deze werkvorm klik hier

12. Placemat (10-15 minuten)

Iedere groep van vier krijgt een vel papier, met daarop in het midden een rechthoek met vanuit de hoeken van de rechthoek lijnen getrokken naar de hoeken van het papier. De leerkracht geeft een opdracht en de kinderen schrijven eerst voor zichzelf hun antwoorden/ideeën op. Na een bepaalde bedenktijd proberen de groepjes tot een gezamenlijk antwoord te komen en schrijven dit in de rechthoek. Na afloop praten over hoe de samenwerking verliep.

Voor een uitgebreide beschrijving van deze coöperatieve werkvorm klik hier

13. Puzzels (10-15 minuten)

De kinderen gaan in groepjes van vier zitten en krijgen een envelop met vier of acht
kaartjes. Ieder kaartje bevat een stuk van een tekst. De kinderen lezen om de beurt hun stukje tekst voor, ze moeten goed luisteren en leggen daarna de stukken van het verhaal in de goede volgorde en schrijven een korte samenvatting van het verhaal en één kind vertelt waar het verhaal over gaat.

Voor een uitgebreide beschrijving van deze werkvorm klik hier

14. Rotonde (5-10 minuten)

De leerkracht geeft elke groep een opdracht en de kinderen geven om de beurt antwoord (mondeling/schriftelijk). Dit zijn dus vragen waar meerdere antwoorden mogelijk zijn. (noem antwoorden van sommen uit de tafel van 6 bijvoorbeeld). Enkele kinderen mogen de resultaten van hun groep vertellen.

Voor een uitgebreide beschrijving van deze werkvorm klik hier

15. Binnencirkel – buitencirkel (10-15 minuten)

De leerkracht vormt tweetallen. Binnen een tweetal is een leerling nummer 1 en de ander 2. De nummers 1 vormen een cirkel, als de cirkel er staat zoeken de nummers 2 hun partner op en gaan daar achter staan. De nummers 1 draaien zich om en kijken naar hun partner.
De leerkracht stelt een vraag en de kinderen in de buitencirkel geven antwoord, de kinderen uit de binnencirkel luisteren. Daarna andersom . De vragen kunnen meningsvragen zijn, of vragen over een tekst.
Vervolgens schuift de buitencirkel 5 plaatsen door en worden zo nieuwe tweetallen gevormd.

Voor een uitgebreide beschrijving van deze werkvorm klik hier

16. Hoeken (10-15 minuten)

De leerkracht geeft toelichting bij de hoeken. Bijvoorbeeld met vier schilderijen, welke vind je het mooist.
De kinderen kiezen een hoek, schrijven eerst hun keuze op en waarom. Dan lopen ze naar de hoek en vormen een tweetal in die hoek en praten erover. Daarna een tweetal vormen met iemand uit een andere hoek en praten er weer over en wisselen argumenten uit.
Daarna weer terug en vertellen daar weer waarom de ander voor die andere hoek heeft gekozen.

17. Wandel – Wissel uit (circa 5 minuten)

Dit is de laatste van de 17 coöperatieve werkvormen die ik beschrijf. De kinderen verspreiden zich en lopen rond. Zodra de leerkracht “Sta stil” roept stoppen de kinderen en vormen een tweetal met het kind dat het dichtst bijstaat. De leerkracht stelt een vraag of geeft een opdracht en de kinderen wisselen hun antwoord uit.

Zo, dit waren een heleboel werkvormen, en sommige lijken best veel op elkaar. Het gaat om het samenwerken, luisteren naar elkaar en het gehoorde weer kunnen doorvertellen.
Op het internet zijn best veel voorbeelden te vinden.

Dit zijn de belangrijkste coöperatieve werkvormen.

Volg juf Marjan via Facebook en blijf op de hoogte.

Boeken over coöperatieve werkvormen: