Downloads-Tussendoortjes-Overige tussendoortjes
Hieronder vind je alle overige tussendoortjes die je gratis mag downloaden.
Klik op de foto of de tekst om naar de betreffende pagina te gaan voor het PDF bestand en de eventuele uitleg.
Hieronder vind je alle overige tussendoortjes die je gratis mag downloaden.
Klik op de foto of de tekst om naar de betreffende pagina te gaan voor het PDF bestand en de eventuele uitleg.
Maak je eigen bucketlist. Wat wil jij in je leven doen of behalen? Een korte opdracht voor als je leerlingen tijd over hebben.
Een bucketlist is een lijst van alle doelen die je nog wilt behalen en alle dromen die je waar wilt maken in je leven.
Aan zo’n lijst kun je altijd doelen en dromen toe voegen of eraf halen als je ze gedaan of gehaald hebt.
Kinderen vinden het ook erg leuk om een bucketlist te maken. Ze gaan nadenken over hun toekomst en bedenken zo wat ze nog graag willen doen of welke doelen ze willen behalen. Dit kan heel uiteenlopend zijn. Van in wat voor huis wil ik later wonen, wat voor werk wil ik graag gaan doen tot waar wil ik nog naar toe op de wereld of hoeveel huisdieren heb ik later. Je komt de leukste dingen tegen bij kinderen.
Het is een hele vrije opdracht. Je laat de kinderen de bucketlist maken op een leeg A4-tje zodat ze ze hun eigen creativiteit er in kwijt kunnen. Zo zullen sommige kinderen het doen zoals op het voorbeeld, maar ik heb hem ook al eens voorbij zien komen in de vorm van een mindmap met ook tekeningen erbij.
Dit is een leuke korte opdracht van hooguit 20 minuten die je leerlingen kunnen maken als ze tijd over hebben vanuit de keuzekast, of klassikaal in te zetten voor een moment in je normale lesprogramma.
In de download vind je het uitlegblad van de opdracht die je kunt gebruiken voor je keuzekast.
Vinden jullie kinderen in de groep geheimschrift ook zo leuk? Met deze keuzekastkaart kunnen ze erg leuk aan de slag, bezig zijn met spelling en het schrijven van berichten aan elkaar of aan de juf/meester.
Berichtjes schrijven in geheimschrift, kinderen vinden dit vaak erg leuk om te doen. Het is natuurlijk ook best wel een beetje spannend. Geheimschrift heb je in vele vormen. Zo kun je schuiven met de letters van het alfabet, maar je kunt ook werken met tekeningetjes. Elke letter heeft zijn eigen tekeningetje. Voor kinderen met leesproblemen of dyslexie is dit fijner werken.
Met deze kaart kun je ook de kinderen de spellingswoorden laten oefenen. Ze moeten goed in de tabel kijken welk plaatje bij welke letter hoort en deze bij de spellingswoorden tekenen. Zo zijn ze heel intensief bezig met de manier waarop de woorden geschreven moeten worden.
Deze kaart past in de keuzekast prima bij woordknap, zelfknap (als je kinderen er alleen mee laat werken) of bij samenknap (als je er een samenwerkopdracht van maakt). In dit laatste geval kunnen de kinderen elkaar ook heel goed helpen en corrigeren.
Dit soort opdrachten komen ook vaak voor in bijvoorbeeld escaperoomachtige spelletjes. Kinderen leren zo dingen ontcijferen. Je kunt deze kaart dus ook introduceren door zelf een berichtje te maken met behulp van deze kaart. De kinderen moeten dan deze boodschap ontcijferen.
.
Engels is een vak dat op de basisschool ook al wordt gegeven. Bij ons op school beginnen we in groep 7/8. Engels kleuren is een leuke oefening voor de kinderen die het Engels in die groep nog best lastig vinden. Ik geef zelf de lessen in deze groep.
Ik merk dat de verschillen tussen kinderen ook best heel groot zijn. In mijn groep 5/6 laat ik wel eens even een oefening horen die ik groep 7/8 ga doen. Zo probeer ik ze al een beetje voor te bereiden op de Engelse lessen in groep 7/8
Dit is een leuke vrij simpele oefening voor in de keuzekast. Je kan hem bij zelfknap onderbrengen, maar ook bij woordknap. Deze kaart gaat er vanuit dat de kinderen de kleuren in het engels beheersen en termen als: tall, short, en middle. Ook kleding zoals shirt, hat, shoes en pants. Dit zijn vaak de eerste thema’s die in het Engels aan bod komen.
In welke groep deze kaart inzetbaar is, ligt er aan vanaf welke groep Engelse les wordt gegeven. Dat kan dus al zijn in groep 4, maar in de hogere groepen vinden ze dit ook nog erg leuk om te doen.
.
Ook op de basisschool beginnen we tegenwoordig al met het kennismaken met programmeren.
Met de Bee-Bot, Dash en Dot en vele andere manieren laten we leerlingen kennismaken met het schrijven van computerprogramma’s.
Veel van deze manieren is eigenlijk alleen maar door één leerling te doen.
Natuurlijk kun je leerlingen laten samenwerken met één Bee-Bot en als de school meerdere Bee-Bots heeft kun je die tegelijkertijd inzetten. Maar niet elke school heeft de budgetten om meerdere robots aan te schaffen.
Via het internet vond ik het concept “programmeren zonder computers spel” en heel vroeger heb ik thuis eens een soortgelijk familiespel gehad.
Dat bracht me op een idee om zelf een soort van programmeer spel te maken waar tot vier leerlingen samen mee zouden kunnen spelen en zo ook een begin van programmeren onder de knie te krijgen.
En daar ontstond dit Robot programmeren spel.
Het speelbord is een A3 papier met allemaal vierkante vlakken.
In de vier hoeken van het speelbord starten de robots van elke speler.
Verder zijn er op het speelbord allemaal rotsblokken afgebeeld en is er in het midden een vierkant met een batterij afgebeeld.
Doel van het spel is dat de robots door middel van programmeerbare kaartjes bij de batterij uitkomen.
De robot die dit als eerste haalt is de winnaar.
Naast het speelbord moet u de PDF downloaden met de robotkaartjes en de uitbreidingskaartjes voor het speelbord en de 64 programmeer kaartjes. Tevens is hier ook een speluitleg A4 bij ingevoegd.
Dit download bestand is in A4 formaat.
Knip alle speelkaartjes uit en lamineer ze eventueel als u en uw klas langer willen genieten van dit spel.
Elke speler kiest eerst een robot en plaatst deze op één van de startblokken. De pijl op het robotkaartje moet dezelfde kant op wijzen als de pijl die in het startblok is.
Vervolgens worden de vier speelbordkaartjes met de afbeelding van een houten krat apart gelegd. Hier leg ik later nog wat over uit.
Daarna worden alle programmeerkaartjes op de kop op tafel neergelegd en door elkaar gehusseld.
Je zou ze ook in een dichte zak kunnen doen, als de kaartjes dan maar niet te zien zijn als er getrokken moet worden.
Elke speler kiest 8 kaartjes uit en houdt deze zonder ze aan de tegenspelers te laten zien voor zich.
Uit deze 8 kaartjes kiest hij er vijf die hij in een bepaalde volgorde wil gaan gebruiken voor zijn programma.
Hierbij moet hij rekening houden met zijn parcours met de rotsblokken waar de robot niet op kan komen en verder in het spel met eventuele robots van andere spelers. Wil de robot bewegen naar een speelvlak met een rotsblok dan blijft de robot gewoon staan waar die stond.
Komt de robot op een speelvlak waar al een andere robot stond dan wordt deze opgeduwd naar het volgende vlak. Tenzij dat volgende vlak een rotsblok heeft, want dan blijven beide robots gewoon staan.
Als alle spelers vijf kaartjes hebben uitgekozen en in de juiste volgorde van links naar rechts blind voor zich hebben neergelegd dan leggen ze de overige kaartjes weer blind terug bij de rest.
De eerste speler draait zijn eerste kaartje om en voert deze uit met zijn of haar robot.
Dit kan dus een beweeg vooruit of achteruit kaartje, een draai naar rechts of naar links of een stop (blijf staan waar je staat) kaartje zijn.
Hierna volgt speler twee, drie of vier, waarna speler 1 zijn tweede kaartje omdraait enzovoort.
Hoe verder de spelers met hun robot op het speelveld komen hoe meer ze rekening moeten gaan houden met de mogelijkheid van een interactie met een robot van een andere speler en de vaste rotsblokken om bij de batterij uit te komen.
Zodra alle spelers alle vijf programmeer kaartjes heeft uitgevoerd en geen van de robots is op de batterij geëindigd worden alle kaartjes weer gehusseld en begint het programmeren overnieuw.
Bij de speelkaartjes zijn dus ook vier kaartjes met de afbeelding van houten kratten of kisten.
Deze kunnen aan het begin van het spel op de vier speelvlakken geplaatst worden met de nummers 1 t/m 4.
De moeilijkheid is nu dat je tijdens het programmeren dus niet alleen rekening moet houden met de rotsblokken en de andere robots, maar ook met de houten kisten.
Deze zijn dus ook op te duwen door de robots, maar kunnen ook net als andere robots niet opgeduwd worden op een rotsblok.
In dat geval blijft de robot die duwt en de kist staan waar ze staan.
Met dit spel leren kinderen min of meer programmeren zonder computer.
Net als in een computerprogramma moet de robot regel voor regel iets “uitvoeren” om bij zijn doel te komen.
En net als een echte programmeur moet de speler vooruit denken hoe zijn programma wordt uitgevoerd en daarbij rekening houden met eventuele veranderingen in het “programma”.
Bovendien leren ze met dit spel plaats- en richtingsgevoel te krijgen met een voorwerp of situatie in hun hoofd voordat het werkelijk gebeurd.
01 – Robot programmeer spel – Speelbord – A3 !!!!
02 – Robot programmeer spel – Speelkaartjes – A4 !!!! versie 2
Je leerlingen hebben wel eens tijd over. En wat kunnen ze dan doen?
Nou een leuke filippine sporten misschien?
In een filippinepuzzel is het de bedoeling woorden in te vullen aan de hand van gegeven, al dan niet cryptische, omschrijvingen of afbeeldingen.
Anders dan kruiswoordpuzzels en cryptogrammen zijn er geen kruisende oplossingswoorden.
In een filippine zijn sommige vakjes voorzien van een getal; daarbij geldt de regel dat in vakjes met hetzelfde getal dezelfde letter komt te staan.
Zo verkrijgt men door een woord in te vullen meteen een aantal letters voor andere woorden in de puzzel.
Deze kunnen dan alvast worden ingevuld.
Bij filippines op de computer verschijnen ze dan zelfs automatisch op de plekken met hetzelfde nummer.
Vaak zijn de woorden zodanig onder elkaar gerangschikt dat er bij juiste invulling in een welbepaalde omrande kolom van boven naar beneden de oplossing verschijnt die bestaat uit een ander woord of uitdrukking.
Zo een filippine is in feite een eenvoudig mesostichon in puzzelvorm.
Deze filippine gaat over sporten en is daarom perfect voor in de keuzekast.
Anders dan bij een traditionele filippine zijn er hier geen cijfers in de letter vakjes die met elkaar overeen komen.
De afbeeldingen zijn duidelijk genoeg om de woorden te raden.
Er staan 10 sporten afgebeeld in deze puzzel waarvan de leerlingen moeten raden welke sport het is.
Hebben ze alle 10 de sporten goed geraden dan komt er een 11e sporter van boven naar beneden tevoorschijn.
.
Dobbel en kleur een breuk is een korte keuzekastoefening die leerlingen nog even kunnen doen samen als er nog wat tijd over is.
Het is wel alleen te maken maar met meer is het wedstrijdelement wel wat leuker.
Met deze oefening leren ze snel nadenken over breuken op een speelse competitieve manier. Belangrijk is dat kinderen leren wat een breuk is, en hier inzicht in krijgen. Met dit spel wordt het op een speelse leuke manier geoefend.
Deze oefening kun je heel goed kwijt in de keuzekast bij getalknap
Dobbel met één dobbelsteen. Kleur in de rij die je gedobbeld hebt een breuk met een kleurpotlood zoals gevraagd wordt.
De eerste is bijvoorbeeld één-vierde met een vierkant in vieren gedeeld. Hier moet dus één vlakje gekleurd worden en drie vlakjes niet.
Als alle breuken zijn ingekleurd is het klaar.
Handig is om een versie te maken met de antwoorden al ingekleurd zodat ze kunnen controleren of ze alle breuken goed hebben ingekleurd.
Deze zou je zelfs kunnen lamineren voor hergebruik.
Ik ben altijd op zoek naar leuke oefeningen, werkbladen voor in de keuzekast, dus als je nog ideeën of voorbeelden hebt, dan hoor ik dat graag. Ook als je zelf iets hebt ontwikkeld en het wilt delen, dan doe ik dat graag.
Laatst kwam één van de kinderen die in mijn groep werkt in het plusboek van rekenen een opdracht tegen waarbij er een tekening nagetekend moest worden aan de hand van stippen, van stip tot stip.
Hij vond dit erg leuk om te doen.
Ik merkte dat er ook andere kinderen waren die deze opdracht graag wilden doen.
Ik heb deze toen gekopieerd voor in de keuzekast, en het werd een groot succes.
Zo kwamen we op het idee om zelf meerdere van dit soort opgaven te maken.
De opdrachten die onderaan dit artikel zijn bijgevoegd in een PDF-bestand, verschillen in moeilijkheidsgraad.
Van natekenen van een figuur tot spiegelen en het kopiëren van een hele tekening.
Als je ze allemaal in de keuzekast legt, of aanbiedt aan de kinderen, kiezen ze zelf vaak wel een opdracht die bij ze past.
Deze opdrachten zijn heel goed voor de oog-handcoördinatie, je moet goed kijken naar het voorbeeld, terwijl je dit voorbeeld natekent op het lege veld met stippen.
Met deze opdracht doen we ook een beroep op het ruimtelijk inzicht.
Zeker bij de opdrachten waarbij er gespiegeld moet worden.
Ruimtelijk inzicht is in principe bij iedereen aanwezig, alleen is het bij de één meer ontwikkeld dan bij de ander.
Met een goed ruimtelijk inzicht kun je je goed oriënteren en bepalen waar je bent.
Met deze opdrachten kun je dit dus op kleine schaal oefenen.
Verder zijn het ook heel rustgevende oefeningen. Kinderen kunnen even heerlijk tekenen zoals ze het zelf vaak noemen. Als ze klaar zijn wordt er vaak nog van alles omheen getekend of worden de vakjes ingekleurd alsof het een soort mozaïek is.
Via via kwam ik op deze ik zie ik zie puzzel die ik als materiaal geweldig vond voor in de keuzekast.
Want lesmateriaal dat met beelden, vormen, aantallen en positie werken zijn er niet heel veel.
De puzzel die ik vond was alleen maar geschikt voor groep 7 of 8 en natuurlijk vind ik dat er dan ook voor de andere groepen materiaal moet komen.
Gelukkig zijn we handig met dit soort dingen en hebben we weer een dagje zitten broeden over hoe het er uit moet gaan zien.
En hier is hij dan. Mijn zoek en vind spel.
Op elk A4 staan symbolen. Dit kunnen rondjes, vierkanten, driehoeken enzovoort zijn.
Voor de aller jongste begint het daar mee. De simpele vormen van de rondjes, vierkantjes en driehoeken.
En de eerste versie gaat er van uit dat er nog niet geteld kan worden.
Daarom moeten daarop de vormen ingekleurd worden met een kleur die aangegeven wordt op het papier.
De versies daarna gaan er van uit dat er geteld kan worden.
Elke A4 heeft onderaan de symbolen en vormen staan die er geteld moeten worden.
De moeilijkheidsgraad is het aantal vormen dat er gevonden moet worden en het aantal vormen dat wel getoond worden maar die niet in de lijst staan van vormen die er geteld moeten worden.
Instinkers zoals driehoeken die verkeerd worden getoond of die er gewoon niet toe doen.
In het PDF-bestand is ook van elk blad een antwoordenversie. Op die manier kunnen de leerlingen zelf controleren of ze de juiste antwoorden hebben ingevuld als ze klaar zijn met de puzzel. Er zijn zes puzzel oplopend in moeilijksheidsgraad.
Deze antwoordenversies zijn natuurlijk prima te lamineren zodat ze langer te gebruiken zijn.
Ik zou zeggen, veel puzzelplezier met de leerlingen.
01 – Ik zie ik zie – zoek en vind puzzels.
Versie twee met correctie op het antwoordenblad nummer 5.
Om goed te leren schrijven moet je oefenen, oefenen en oefenen.
Veel schrijfoefening dus en meters maken zeg ik dan altijd.
Maar om goed te beginnen met schrijven is het wel handig als je daarvoor de juiste motoriek hebt.
En dat kan bij kleuters al heel goed worden geoefend. Er zijn hiervoor verschillende methodes op de markt, maar ik vond het toch leuk om wat extra oefenmateriaal te maken en vandaar deze schrijfoefeningkaarten met als thema boerderij.
Wat erg goed werkt met het beginnen schrijven is om leerlingen met hun vinger en hand al kennis te laten maken met de bewegingen die daar voor nodig zijn.
En dan zijn deze twee oefeningen prima om te gebruiken.
De ene is voor de vinger- en handoefeningen. Deze zijn wat groter en maak je dus een gotere beweging. De kinderen volgen met hun vinger het patroon van bijvoorbeeld het meisje of het jongentje naar het boerderijdier. De andere zijn in een kleinere uitvoering zodat deze met potlood “geschreven”kan worden.
De vingeroefening kaartjes kun je prima uitknippen en lamineren en daardoor elke keer weer gebruiken.
01 – Schrijfoefening kaarten – Vingeroefeningen.
02 – Schrijfoefening kaarten – Schrijfoefeningen.
.
Er zijn heel veel knutselideeën met Pasen te verzinnen.
Leuke kleurplaten, een puzzel of een knutselopdracht. Daarom ben ik maar eens in mijn eigen archief gedoken om te kijken wat er met Pasen allemaal valt te knutselen.
Vijf niet al te moeilijke opdrachten kwamen al snel weer tevoorschijn.
Afwisselend, een kleurplaat, een woordzoeker en nog drie leuke creatieve knutsels.
Deze opdracht heeft en inkleuren, en opplakken.
Voor de jongere kinderen is er een pdf bestand met daarin drie a4-kleurplaten, een tafel, een vaas en losse bloemen en blaadjes.
Druk ze voor je leerlingen af zodat ze deze met kleurpotloden of bijvoorbeeld ecoline kunnen inkleuren.
Voor de groepen 6-7-8 kun je ook de video die hieronder getoond wordt laten zien en de leerlingen zelf creatief aan de gang laten gaan.
Laat ze zelf op drie a-4tjes een tafel, een vaas en bloemen en blaadjes ontwerpen.
Verder hebben ze nog een gekleurd a4-papier voor de achtergrond, een schaar en lijm nodig.
Als ze alles hebben ingekleurd kunnen ze alles naar keuze opplakken zodat het een semi 3d-schilderij wordt van een vaas op een tafel met bloemen.
Het PDF-bestand kunt u hier vinden.
.
Ook het paaskuikendisplay is een knutselopdracht.
Met gekleurd a4-papier maken de leerlingen een leuke display met een paaskuiken en één of meerdere eieren.
Onderstaande video is een voorbeeld hoe je de display maakt.
Natuurlijk kun je de leerlingen de ruimte geven om meer eieren te maken.
Of wat dacht je van wat hoger gras op de achterkant van het display, of een boom.
Het kan natuurlijk allemaal.
Materialen :
Gekleurd a4-papier. Wat stevig papier is wel handiger.
Verder een schaar, een potlood en lijm.
In principe is deze knutselopdracht wel binnen twee uur te doen.
Deze paas woordzoeker is een taalopdracht.
In het paasei zitten woorden verstopt die met Pasen te maken hebben.
De 15 woorden kunnen in de puzzel gevonden worden en onderop de woordzoeker aangekruist worden als ze gevonden zijn.
U kunt de paas woordzoeker hier downloaden.
.
Niet letterlijk natuurlijk.
Dit is een kleurplaat waarmee een papier-animatie gemaakt kan worden.
Knip de kleurplaat uit en de strook met het ei er op.
Kleur de kleurplaat in en het ei en de strook waar het ei op staat.
Op de kleurplaat staan twee lijnen getekend.
Knip of snijd deze lijnen in waardoor de strook erdoor heen gehaald kan worden.
Door nu de strook heen en weer te bewegen lijkt het net alsof de twee konijnen een ei aan het overgooien zijn.
De kleurplaat is hier te downloaden.
Als laatste de Pasen vind- en kleurplaat.
Op dit a4-tje staan heel veel plaatjes die met Pasen te maken hebben.
Doel is om alle verschillende plaatjes te identificeren en in te kleuren.
Daarna blijven er nog heel wat plaatjes over die ze dan verder kunnen inkleuren.
Het Pasen vind- en kleurplaat is hier te downloaden.
.