Coöperatieve werkvormen 4: Dobbelen
Alweer het vierde deel in mijn serie over de coöperatieve werkvormen. In het artikel Coöperatieve werkvormen, welke zijn er allemaal, en hoe pas je ze toe? heb ik een opsomming gegeven van de werkvormen. Ik wil dit een vervolg geven in een serie artikelen waarin ik dit ga uitbreiden met voorbeelden. Coöperatieve werkvormen zijn heel goed toe te passen in allerlei soorten situaties binnen het onderwijs, het is soms alleen lastig om op ideeën te komen.
Dobbelen
Dobbelen is een heel andere vormen dan de vormen die ik in de voorgaande drie blogs heb beschreven. Werd er met de voorgaande werkvormen in tweetallen gewerkt en kon je het vrij breed toepassen, is deze wat meer geschikt voor het lezen van teksten voor wat grotere groepjes.
In de groep wordt een tekst gelezen en besproken. Daarna gaan de kinderen in groepjes zitten. De eerste dobbelt met de dobbelsteen, waarop bijvoorbeeld de woorden wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe staan. Met het woord dat bovenop komt wordt een vraag bedacht over de tekst. De rest van het groepje geeft antwoord op de vraag. Vragen en antwoorden worden opgeschreven en enkele worden klassikaal nabesproken. Heel geschikt voor tekstbegrip bij begrijpend lezen en zaakvakken. Ook is deze werkvorm toe te passen bij rekenen.
Luisteren en op elkaar wachten is wat bij deze werkvorm wordt geoefend.
Begrijpend Lezen
Deze vorm is ook heel goed toe te passen als de strategie bij Nieuwsbegrip Vragen stellen is. Zo pak je de tekst even op een heel andere manier op een coöperatieve manier aan, en kinderen zijn op die manier veel actiever met de tekst bezig.
Als je blanco dobbelstenen aanschaft, kun je deze met watervaste stift beschrijven met de vijf W en H vragen (wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe), maar je kunt ze ook zelf maken van karton. Deze zullen echter niet heel lang meegaan. (Deze vorm heb ik ook gedaan bij een Nieuwsbegriples. De beschrijving hiervan kun je hier vinden)
Zaakvakken
Deze werkvorm is natuurlijk ook toe te passen bij de zaakvakken. Geschiedenis, Natuur en Techniek en Aardrijkskunde methodes bevatten ook vaak teksten, en met deze werkvorm betrek je alle leerlingen bij de teksten omdat ze allemaal mee moeten denken en vragen moeten stellen over de tekst.
Rekenen
Deze vorm is ook toe te passen bij het oefenen van rekenen. Als je verschillende dobbelstenen gebruikt, niet alleen maar zeskantige, maar ook met meer kanten, kun je aangepast aan je groep de kinderen met twee dobbelstenen laten gooien en ze hier bewerkingen met +, -, : en x mee laten bedenken voor de andere kinderen in het groepje.