Coöperatieve werkvormen 2: Flitsen
In het artikel Coöperatieve werkvormen, welke zijn er allemaal, en hoe pas je ze toe? heb ik een opsomming gegeven van de werkvormen. Ik wil dit een vervolg geven in een serie artikelen waarin ik dit ga uitbreiden met voorbeelden. Coöperatieve werkvormen zijn heel goed toe te passen in allerlei soorten situaties binnen het onderwijs, het is soms alleen lastig om op ideeën te komen.
Flitsen
In dit tweede deel ga ik het hebben over de werkvorm flitsen. De kinderen maken flitskaartjes, vraag voorop, antwoord achterop. In tweetallen bevragen de kinderen elkaar en controleren elkaars antwoord.
Kinderen geven elkaar hierbij complimenten als het goed gaat. Bij het goede antwoord worden de flitskaarten uitgewisseld.
Geschikt voor automatiseren en feitenkennis bij taal, rekenen en de zaakvakken.
Bij deze werkvorm worden de volgende samenwerkvaardigheden geoefend: coachen, hulp vragen en wachten op elkaar. Bij deze werkvorm werk je vaak met gesloten vragen. Het gaat hier veelal om automatiseren en feitenkennis.
Zo kun je bij de verschillende vakgebieden denken aan:
Zaakvakken:
- Nederlandse provincie –> hoofdstad
- Europese landen –> hoofdstad
- Jaartal –> gebeurtenis
- Vragen bedenken bij een net behandeld thema
Rekenen:
- tafels
- deelsommen
- sommen tot tien + en –
- sommen tot honderd + en –
- Samen 10
- getallen dictee (uitspraak)
- kloktijden analoog en digitaal
- Geldbedragen
- metriek stelsel
- breuken
Taal:
- letters flitsen
- woordenschat
- spellingscategorieën
- woorden flitsen
- synoniemen
Dit is natuurlijk weer een kleine greep uit wat je allemaal kunt bedenken, maar door het lezen van deze voorbeelden is het misschien gemakkelijker om ook flitsopdrachten te bedenken voor in je eigen onderwijssituatie.
Voor deze opdracht kun je heel goed flashcards gebruiken, want deze zijn stevig en kunnen meerdere keren gebruikt worden. De kinderen bewaren dan hun eigen gemaakte flitskaarten en krijgen zo een hele verzameling.
Delen op social media of per email :