Nieuwsbegrip – reclame en AI

Nieuwsbegrip – reclame en AI. Deze week een tekst over reclame en AI. Een supermarkt heeft een AI-stem gebruikt voor een reclame en geen gewone stem. Het doel is deze week verbanden en natuurlijk het actief lezen van de tekst.
Het actief lezen van de tekst doe ik altijd met de markeerstift. Alle kinderen hebben een markeerstift. Tijdens het lezen markeren ze in de tekst wat hoofd- en bijzaken zijn. Dit benoem ik ook altijd als ik het lezen van de tekst model. Vaak model ik de inleiding van de tekst en de tekst onder het eerste kopje. Hierbij vertel ik ook heel duidelijk wat hoofd- en bijzaken zijn, en waarom dit dan zo is. Als je de bijzaken weglaat, kun je de tekst nog steeds goed begrijpen en houdt je uiteindelijk een samenvatting over.

Verbanden.

Het andere doel van deze week is het leggen van verbanden in de tekst. Hierbij leren de kinderen dat zinnen op verschillende manieren bij elkaar kunnen horen en dat je ze kunt herkennen aan de signaalwoorden. Zo kan er een voorbeeld volgen na een signaalwoord, maar ook een opsomming, tegenstelling, en oorzaak-gevolg bijvoorbeeld. Dit moet je heel goed met de kinderen oefenen zodat ze dit in de tekst gaan herkennen.
Maar hoe oefen je dit nu met kinderen? Dit probeer ik altijd op een aantrekkelijke manier te doen met behulp van de teksten van Nieuwsbegrip.

Bij de tekst van deze week gaat het over AI. Weten de kinderen wat dit is, en kunnen ze ook vertellen wat het verschil is tussen een computer en AI? Hier kun je met de kinderen een zin van maken met een tegenstelling. Een computer doet wat je van hem vraagt, maar een computerprogramma met AI kan dingen leren en zelf beslissingen nemen. Waarbij maar het signaalwoord is en de tegenstelling aangeeft. Zo kun je het doel van de les heel mooi introduceren.

Aan de slag

Bij de opdrachten van de B-tekst staat bij de derde opdracht een samenvatting van de tekst met de signaalwoorden weggelaten. Dit is een hele mooie oefening om in te laten vullen door de kinderen en daarna na te bespreken waarbij je ook heel duidelijk naar voren laat komen welk signaal deze woorden dan geven.

Bij de opdrachten van de A-tekst staat helaas niet zo’n mooie opdracht, maar wel vragen met uitleg over de verbanden. Voor de kinderen die dit echt nog lastig vinden zou ik die uitleg goed samen bespreken met voorbeelden erbij uit hun eigen belevingswereld. Dit werkt vaak heel goed. Eventueel laat je ze dan zelf de vragen maken.