Wie is de inbreker? Een conversatiespel.
Wie is de inbreker is een conversatiespel voor basis- en middelbare scholieren die je met maximaal 30 leerlingen kunt spelen.
Het doel van het spel is dat de leerlingen door vragen te stellen aan hun mede leerlingen kunnen achterhalen wie in de groep de inbreker is.
Op die manier oefen je in groepsverband spreken en luisteren met een opdracht.
We vonden dit spel op een Engelstalige website en vonden het zo leuk dat we er een Nederlandstalige versie van hebben gemaakt.
Wat zit er in het bestand?
In het bestand zitten in totaal 30 karakterkaartjes, één A4-tje met 8 kaartjes voor een eventuele achterkant van de karakterkaartjes, twee aparte kaartjes met burger of inbreker er op en één duidelijk uitleg A4-tje.
Uitknippen, lamineren en klaar voor gebruik.
Hoe dit conversatiespel te spelen?
- Vertel de klas dat er een inbraak is geweest en dat de politie de hulp van de leerlingen nodig heeft om te achterhalen wie de inbreker is. Bijvoorbeeld: “Gisteren om 22:00 was er een inbraak bij de familie Kramer. De politie werd onmiddellijk opgeroepen om de woning te onderzoeken en vond enig bewijs. “
- Elk karakterkaartje heeft een nummer rechts onderin (1 t/m 30) zodat u ze als leraar makkelijk kunt identificeren. Kies één van de karakterkaartjes als inbreker en noteer de kenmerken van dit karakter zonder dat de leerlingen dit kunnen zien. (Makkelijk als voorbereiding doen)
Geef elke leerling een karakterkaartje. Deze mogen ze niet delen met hun mede leerlingen. - Vertel aan de leerlingen dat ze naar hun kaartje moeten kijken en het nummer moeten vinden op het kaartje. Geef aan dat je een getal gaat opnoemen, en dat de karakterkaart met dat getal de inbreker is, maar dat niemand moet laten merken of ze nu wel of niet dat getal hebben.
Je kunt ook de “burger” en “inbreker” kaartjes gebruiken. - Identificeer de inbreker door bijvoorbeeld te zeggen “Nummer 12 (of welk ander nummer) is de inbreker. Daarmee is er dus maar één leerling en u als spelleider die weten wie de inbreker is.
- Nu gaat u wat informatie geven over de inbreker. Dit benoemd u en schrijft u op het bord. Bijvoorbeeld: “De politie heeft bewijs gevonden op de plaats delict. De voet afdruk zit in schoenmaat 45 (Kies hierbij de schoenmaat van de inbreker)
En ze vonden ook…… ” Voeg nog twee of drie aanwijzingen toe van de inbreker. Hoe minder aanwijzingen hoe moeilijker het spel wordt.
Schrijf deze aanwijzingen op het bord zodat alle leerlingen het duidelijk kunnen zien. - Geef iedere speler een pen en papier om het spel makkelijker te maken, en niet om het moeilijker te houden.
Vertel nu de leerlingen dat ze de klas rond moeten gaan en aan andere leerlingen vragen moeten stellen en antwoord moeten geven op vragen van een andere speler.
Hier kunnen ze dan aantekening over maken, of ze moeten dit dan onthouden. - Na een paar minuten moeten een aantal leerlingen kunnen achterhalen wie de inbreker is met het bewijsmateriaal.
Veel speel plezier met dit conversatiespel.